ABC van het marxisme: Vestigingskolonialisme en genocide

‘Modern’ kolonialisme komt voort uit kapitalistische expansiedrift. Vestigingskolonialisme, waarbij kolonisten grond innemen voor permanente vestiging, ging altijd hand in hand met virulent racisme tegenover de oorspronkelijke bevolking, die werd verdreven en vaak op grote schaal vermoord. Israël is deel van een (vooral) westers patroon.
7 januari 2025

Midden negentiende eeuw kwam de industriële revolutie op gang. Het jonge kapitalisme had een gulzige honger naar steeds weer nieuwe en goedkopere grondstoffen en goedkope arbeid. Dit ging gepaard met onteigening van boeren, periodieke reorganisaties waarbij duizenden arbeiders werkloos raakten en verarmden. Voor naties als Engeland was het aantrekkelijk om hun ‘surplusbevolking’ te laten emigreren omdat de kans op sociale onrust afnam. Daarnaast waren de emigrés een nieuwe markt en een bron van landbouwproducten.

Omdat Europeanen stoomboten, kanonnen en geweren hadden, was de oorspronkelijke bevolking geen partij. In de Verenigde Staten nam de oorspronkelijke bevolking in twee eeuwen af van 145 miljoen tot 7-15 miljoen. Van hen stierf tussen de 90 en 95 procent door westerse ziekten en bezettingsgeweld. Britse kolonisten doodden ook 90 procent van de 500.000 Australische Aborigines door massaslachtingen en vergiftiging. Zij zagen de Aborigines als ongedierte en joegen soms op hen ‘voor de sport’.

Strijd om grondbezit staat centraal in vestigingskolonialisme. Zowel destijds in Noord-Amerika als in Israël stellen kolonisten onterecht dat ze een ‘leeg’ land aantroffen, dat zij ‘verbeteren’ door het in te nemen en te exploiteren. ‘Hun’ land wordt onderling verbonden met spoorlijnen of wegen die de inheemse bevolking fragmenteren en die hun bezetting versterken. Zo wordt kapitalistisch privébezit gelijkgesteld aan vooruitgang. Kolonisten framen verzet hiertegen als ‘illegaal’ en slaan dat neer met geweld.

Vanwege de claim op de grond ‘moeten’ kolonisten de oorspronkelijke bevolking elimineren. Dit vertaalt zich vaak in genocide: Frankrijk in Algerije, België in Congo, Italië in Libië, het Ottomaanse Rijk onder de Armenen en Rusland in Siberië. Voor menig politiek leider is Israël een spiegel van het eigen historische verleden.

Niet alle kolonialisme was zo extreem, hoewel de bevolking altijd bloedde. De Britten in India en de Nederlanders in Indonesië lieten de maatschappijstructuur grotendeels intact. Ze wilden vooral geld verdienen aan de handel in specerijen, thee en andere producten uit deze koloniën. Dat inheemse mensen soms massaal stierven door honger en ziekte was geen doel op zich, maar een ‘bijproduct’.

Een deel van de koloniën kon zichzelf na 1945 bevrijden omdat de bevrijdingsbewegingen de steun van de bevolking hadden. Daarbij legde de hegemonische VS kleinere mogendheden een nieuwe strategie op, het ‘imperialisme van de open deur’. Door koloniale bezettingen op te heffen werden monopolies gebroken en kregen Amerikaanse bedrijven toegang tot grondstoffen en arbeid.

Maar vestigingskolonialisme is moeilijker te ontmantelen. Kolonisten zijn als ‘voorhoede’ een permanent gemobiliseerd leger dat vecht op leven en dood. Zo is de staat Israël feitelijk een enorme kazerne.

De wens om de oorspronkelijke bewoners te ‘elimineren’ is onderdeel van de vestigingskoloniale ideologie. Maar of dat kan worden gedaan, hangt af van de materiële omstandigheden. In Zimbabwe en Zuid-Afrika leunde de economie sterk op zwarte arbeiders. Hierdoor had de bevrijdingsbeweging de macht om het regime omver te werpen.

Israëlische zionisten hebben echter altijd gewerkt aan een exclusief ‘Joodse’ economie. Daarom moedigt Israël emigratie aan van Joden elders; in de jaren 1990 zijn circa een miljoen Joden uit Rusland gekomen. De systematische uitsluiting van Palestijnen betekent dat de rol van de Palestijnse arbeidersklasse veel kleiner is. Zionistische arbeiders keren zich tegen Palestijnse rechten om zo hun eigen positie te verbeteren. Dit blokkeert onderlinge solidariteit.

De factoren die kunnen leiden tot het eind van de staat Israël zijn daardoor complexer. Ten eerste betekent dit dat de internationale campagne voor Boycot, Desinvesteren en Sancties een belangrijke rol speelt. Die neemt bedrijven met leningen aan en investeringen in Israël als doelwit, net als instanties die via wetenschappelijke en culturele banden de apartheid normaliseren. Ook moet die regeringen onder druk zetten om geen enkele steun aan Tel Aviv te geven.

Maar de genocide van de Palestijnen brengt ook arbeiders in het Midden-Oosten in beweging. Zij hebben een levendige herinnering aan Israëls oorlogen en bloedbaden zoals in Sabra en Shatila in 1982. Ook in recente protesten gaan economische eisen hand in hand met vrijheid voor Palestijnen. Als een revolutionaire arbeidersbeweging de medeplichtige Arabische regimes omverwerpt, verandert dat alle bestaande verhoudingen in het Midden-Oosten. Dat kan niet alleen het einde inluiden van Israël, maar ook van het mondiale kapitalisme dat Israël nu nog overeind houdt.