Aanval op onze pensioenen: wat staat er op het spel?

Stakers op de pensioenmanifestatie in Den Haag, 29 mei 2019 (Foto: FNV Schoongenoeg op Fb).
Met de stakingsacties tegen de aanval op het pensioenstelsel heeft de vakbeweging haar tanden laten zien. Minister Koolmees haastte zich om te zeggen dat er onderhandelingsruimte is. Maar de concessies waar hij op aanstuurt zijn een stap verder naar privatisering – in ruil voor een sigaar uit eigen doos.
3 juni 2019

Op dinsdag 28 mei lag het openbaar vervoer in het hele land plat, een dag later gingen andere sectoren in staking en waren zo’n 30.000 vakbondsleden op de been op de verschillende manifestaties in het land. Deze stakingsacties waren een belangrijke opschaling van de strijd tegen de afbraak van onze pensioenen. Het kabinet moet met geld over de brug komen om de AOW-leeftijd te bevriezen en de pensioenen moeten weer worden geïndexeerd.

Onderhandelingsstrategie

Maar de strijd om de pensioenen gaat niet alleen om geld. Achter de schermen is minister Koolmees bezig om een pensioenakkoord voor te bereiden waarin de volgende stap wordt gezet naar de privatisering van het pensioenstelsel. Dat zou de pensioenen nog veel onzekerder maken dan ze nu al zijn.

De richting die Koolmees op wil wordt heel helder uit de openingen die hij aanreikt in de brief die hij in februari naar de Kamer stuurde. Daarin gaat hij mee in de strategische inzet van de werkgevers en verzekeraars en rekent hij op een opportunistische houding van de FNV-leiding.

De FNV zet in op indexatie voor elke generatie. Een belangrijke eis, want het wordt steeds meer een uitzondering dat pensioenen meestijgen met de inflatie en jongeren en ouderen worden tegen elkaar uitgespeeld. Koolmees wil indexatie mogelijk maken door het risico te vergroten, als er meevallers zijn kan de pensioenuitkering dan meestijgen, maar als het tegenvalt zullen gepensioneerden eerder worden gekort. Binnen de vakbeweging wordt echter gedacht aan aanpassing van de rekenrente om indexering mogelijk te maken.

De vakbonden zetten in op een bevriezing van de AOW-leeftijd en een afschaffing van de boete op eerder stoppen met werken. Daar zou al geld voor zijn als het kabinet dat gaat terughalen bij de aandeelhouders en de topvermogens.

Maar Koolmees laat doorschemeren dat hij bereid is tot een lichtere boete voor eerder stoppen met werken voor zware beroepen en een langzamer stijging van de pensioenleeftijd. Eerder had FNV-voorzitter Han Busker ook al op een langzamer stijging van de pensioenleeftijd gezinspeeld.

Tegenover het FNV-standpunt om ook flexwerkers en ZZP’ers een pensioen te bieden, laat Koolmees doorschemeren dat hij open staat voor een verkorting van de wachttijd, zodat flexwerkers eerder pensioen kunnen opbouwen. Voor ZZP’ers stuurt hij aan op regelingen die heel erg lijken op een verzekeringsproduct dat al of niet via de werkgever of opdrachtgever wordt afgesloten.

Privatisering

Koolmees wil met andere woorden vooral oplossingen die erg lijken op gewone financiële producten. Dat bleek ook al uit het feit dat hij naar individuele pensioenpotjes wil. En dan is het de vraag hoe zich dat verhoudt tot Europese regelgeving over concurrentievervalsing.

Als de pensioenen maar genoeg op een verzekeringsproduct lijken, dan is de kans groot dat de huidige pensioenfondsen in de problemen komen, omdat de huidige verplichte deelname aan een pensioenfonds als oneerlijke concurrentie zal worden gezien. Als dat gebeurt, betekent dat het einde van het huidige collectieve pensioenstelsel en dat zal het kabinet uiteraard allerminst vervelend vinden. Werkgevers kunnen zich dan ontdoen van hun pensioenverplichtingen en banken en verzekeraars kunnen flinke winsten gaan maken.

Voor werkenden zou het betekenen dat de pensioenen duurder worden, dat de pensioenuitkeringen worden overgeleverd aan de grillen van de markt en dat van indexatie geen sprake meer kan zijn. Dit is op alle fronten een grote stap terug van collectieve pensioenfondsen zonder winstoogmerk.

Rekenrente

De problemen van het huidige stelsel zijn door eerdere regeringen bewust gecreëerd.

Dat is gebeurd door invoering van een aan de markt gekoppelde rekenrente. Die is veel te laag en daarmee wordt het pensioenstelsel bewust ondermijnd. De economen David den Hollander en Bernard van Praag laten zien dat die rekenrente lager is dan het gemiddelde rendement in de 18e, 19e én 20e eeuw. Volgens de OESO lag het gemiddelde rendement van pensioenfondsen tussen 2002 en 2017 op 5,3 procent, de rekenrente ligt onder de 2 procent.

Het kabinet en De Nederlandsche Bank creëren dus kunstmatig een crisissfeer rond de fondsen want hoe lager de gekozen rekenrente, hoe hoger de waarde van de toekomstige verplichtingen boekhoudkundig uitvalt en hoe lager dan de dekkingsgraad is waardoor de kans op geen indexatie of kortingen groot is. Een procentpunt daling van de rekenrente doet de dekkingsgraad circa vijftien procentpunten dalen.

Na de staking in het OV kwam Koolmees meteen met het nieuws dat er wel ruimte was om te onderhandelen. Maar we zouden actie moeten blijven voeren totdat al zijn plannen van tafel zijn en we mogen niet accepteren dat de vakbondsleiding mee zou gaan in een slap compromis.

Dat zou namelijk betekenen dat zij meegaat in het plan van Koolmees om de pensioenen te privatiseren. Bovendien is er een sociaal alternatief voor de problemen in de pensioenfondsen: schaf de belachelijk lage rekenrente af en werk toe naar een nationaal pensioenfonds, waarin alle werkenden deelnemen.

Eind mei zagen we voor het eerst in lange tijd politieke stakingen met een landelijk karakter. De grote opkomst en actiebereidheid daarbij geven alle aanleiding te geloven dat we de kracht hebben om deze strijd te winnen.