Aan de slag voor arbeidstijdverkorting

Er was eens een tijd - lang geleden, maar ook nog niet zo heel lang geleden - dat de arbeidersbeweging streed voor de verkorting van de werkdag en de werkweek.
26 mei 2009

FNV demonstreert mee in Brussel

Door Rob Gerretsen

In de negentiende eeuw was er eerst de strijd om de tienurendag en later het langdurige gevecht om de achturendag, voor vakantiedagen en nog later voor de vijfdaagse werkweek. Dat was een noodzakelijke strijd tegen de uitbuiting, tegen de slijtage en afstomping van de werkende mens. Het was ook een strijd voor meer ontplooiing en onderwijs. Na de Industriële Revolutie werden soms werkweken van honderd of meer uren gemaakt en was zelfs de zondag nog niet voor iedereen een vrije dag. Ook vrouwen en jonge kinderen maakten zeer lange werkdagen en ook nachten. Niet voor niets stond de fabriek van Regout in Maastricht als ‘moordhol’ bekend.

De strijd om de verkorting van de werkdag, ‘een langdurige, min of meer verborgen burgeroorlog tussen de klasse van de kapitalisten en de arbeidersklasse’ (Marx), ging onder andere in de vorm van een strijd om arbeidswetgeving. In 1907 voerden NVV en SDAP actie voor de achturen eis met de leuze ‘8 uren werk, 8 uren slaap, 8 uren ontspanning’. Wie dan het huishouden moest doen, zeiden ze er niet bij. In de woelige periode van 1919 kwam er een nieuwe Arbeidswet. Na de Tweede Wereldoorlog bleef de 48-urige werkweek nog lang de norm. Pas begin jaren zestig kwam er op de zeer krappe arbeidsmarkt ruimte voor meer welvaart in de zin van een kortere werkweek en meer vakanties. Ook kon men vroeger met pensioen gaan.

Het is de hoogste tijd dat de vakbeweging de acties voor een kortere werkdag en werkweek weer op gaat pakken, want sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw ligt de discussie en de actie van de bonden voor arbeidstijdverkorting vrijwel geheel stil.
Door de nieuwe kredietcrisis, de wereldwijde recessie en de grootste economische krimp sinds de oorlog, hebben we nu alleen al in Europa officieel meer dan twintig miljoen werklozen. Dat worden er nog meer, want de Europese Commissie verwacht in 2010 11 procent werkloosheid. En dan moeten we hierbij nog rekening houden met het feit dat er weinige cijfers zo vervalst worden als de werkloosheidsstatistieken.

Al die miljoenen mensen zonder werk: wat een ellende en wat een gigantische maatschappelijke verspilling! Veel zorgen zijn er over de dit jaar waarschijnlijk snel oplopende jeugdwerkloosheid, waardoor weer een generatie de boot dreigt te missen, met alle gevolgen van dien. In januari zaten er al 72.000 jongeren zonder werk. Dat kan na de zomervakantie snel tot 150.000 oplopen. Gelukkig is er al veel verzet tegen massaontslagen. In sommige landen worden bedrijven bezet en de directies gegijzeld, als zij tot sluiting over willen gaan. Bij TNT laten de mensen zich niet chanteren tot loondaling.

Maar een van de beste manieren om de massawerkloosheid te bestrijden blijft nog altijd om te vechten voor arbeidstijdverkorting. Natuurlijk met behoud van het volle loon, met volledige herbezetting van de vrijvallende arbeidsplaatsen en zonder verhoging van het werkritme. Deze zaken moeten voortdurend gecontroleerd worden door de mensen die in een bedrijf of instelling werken, met behulp van hun vakorganisaties.

Niet alleen de snel oplopende massawerkloosheid is een goede reden om de actie voor arbeidstijdverkorting weer aan te zwengelen. Ook de toegenomen fysieke en psychische werkdruk van de afgelopen decennia begint bij veel mensen z’n tol te eisen. En korter werken is ook een goed middel om thuis de taken beter te verdelen, in het huishouden, bij de opvoeding, in de zorg en mantelzorg. Niet voor niets bepleitte een deel van de vrouwenbeweging in de jaren zeventig en tachtig de 25-urenweek, zodat ook mannen hun deel van de zorg en opvoeding konden doen.

Door de sterk gestegen arbeidsproductiviteit kunnen we in de maatschappij met minder werken toch aan de sociale behoeften voldoen. En vrije tijd is immers zelf een van de belangrijkste en meest waardevolle sociale behoeften. Arbeidstijdverkorting met behoud van loon is bovendien een goed middel om de onderlinge solidariteit tussen werknemers te versterken. Hoe minder werkloosheid, hoe minder mensen en verschillende groepen tegen elkaar kunnen worden uitgespeeld.

Arbeidstijdverkorting met behoud van loon komt er natuurlijk niet vanzelf. De werkgevers nemen de laatste jaren ‘liefst samen met de regering’ initiatieven om mensen langer te laten werken, in plaats van korter. Niet voor niets schreef Marx al over ‘de passie van het kapitaal naar een mateloze en roekeloze verlenging van de arbeidsdag’. Daarom kan de strijd voor verdere arbeidstijdverkorting alleen gewonnen worden, als die breed en hard gevoerd wordt. Dat is niet eenvoudig in tijden van werkloosheid en crisis, maar het kan wel. We zullen alleen nog ‘even’ onze vakbondsbestuurders en onze collega’s ervan moeten zien te overtuigen dat het nodig is en dat we dan ook kunnen winnen.

Dit is een verkorte versie van een artikel in het meinummer van de Amsterdamse Aaneen