65 = 65: Belast de rijken

Het opstappen van VNO-NCW-baas Bernard Wientjes uit het SER-overleg spreekt boekdelen over de groeiende polarisatie rond de AOW-leeftijd. Het bedrijfsleven en het kabinet zitten op een ramkoers voor de verhoging naar 67 jaar, waarmee ze werknemers - jong en oud - voor de crisis willen laten opdraaien. De meerderheid van Nederland echter is fel tegen en zegt: '65 blijft 65'. Nu het SER-overleg is vastgelopen gaat de FNV eindelijk over tot actie. Op 7 oktober wordt in tal van bedrijven en sectoren het werk voor 65 minuten neergelegd. Maar het gevaar van een polderakkoord is verre van geweken.
5 oktober 2009

cover218aangepast


Door Bart Griffioen

Hoewel de onderhandelaars van de BV Nederland zich tactisch voordeden als de
redelijkheid zelve, weigerden ze vanaf de eerste dag ook maar een millimeter
toe te geven. Van de zogenaamde officiële opzet van de onderhandelingen –
samen met de vakbonden zoeken naar ‘alternatieven’ voor het bezuinigen van 4
miljard op de AOW – trokken zij zich niets aan. Ze probeerden juist het
kabinetsvoorstel van Donner er doorheen te drukken: de AOW-leeftijd naar 67
jaar, de pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar en de pensioenopbouw niet meer
in 40 jaar maar in 42 jaar.

Onder die vasthoudendheid aan de kant van de bazen leken de
polderonderhandelaars van de FNV te bezwijken. In de laatste dagen voor 1
oktober ontstond opeens de ruimte om toch over een ‘flexibilisering van de
AOW-leeftijd’ te praten. Maar zelfs deze handreiking bleek onvoldoende voor
de koppige inhaligheid van Wientjes en consorten.

Nu Agnes Jongerius heeft geroepen dat zij alsnog graag met het kabinet komt
praten, is de vraag: wat wordt de inzet? Is de 65-minuten-actiedag van de
FNV op 7 oktober bedoeld als symboolpolitiek richting Den Haag? Of wordt 7
oktober een stap vooruit in het verhogen van de maatschappelijke druk om de
rekening van de crisis bij de rijken neer te leggen? In de komende weken
heeft de vakbeweging een urgente uitdaging om haar acties op te voeren en
haar eigen leiding bij de les te houden.

Handen af van de AOW

Het compromis dat de FNV-onderhandelaars in de laatste dagen van het
SER-overleg naar voren schoven geeft de mogelijkheid om alsnog ‘flexibel’
uit te treden tussen 65 en 70 jaar. Aan dit voorstel kleven tal van
inhoudelijke problemen, naast het opzienbarende feit dat de achterban de
bestuurders hier helemaal geen mandaat voor heeft gegeven.

Wie later uit de arbeidsmarkt treedt dan op 65 jaar ontvangt in het voorstel
een hogere uitkering. Blijkbaar is de werknemer die voortijdig versleten is
niet belangrijk genoeg, want die kan helemaal niet kiezen. Dat daarbij voor
de jonge werkloze geen plaats wordt gemaakt door een oudere is blijkbaar ook
geen bezwaar. Bovendien wordt er geen keiharde garantie geëist voor een
AOW-uitkering op 65 jaar op het huidige niveau – de tekst spreekt van de
bijstand als ondergrens.

Vooralsnog is dit voorstel nu gesneuveld. Maar menig vakbondslid hield z’n
hart vast bij het poldercompromis dat hiermee in de lucht hing. Bovendien
had de FNV-leiding hiervoor van de leden nooit het mandaat gekregen. Ze had
zich gebonden aan de afspraak om over bezuinigingen buiten de AOW te
onderhandelen – op basis van de alternatievenkrant die afgelopen weken door
heel Nederland verspreid is. In die krant staan onder de eis dat 65
duidelijk 65 blijft, diverse voorstellen waarbij voor ruim 20 miljard de
zwaarste lasten door de sterkste schouders gedragen worden – bijvoorbeeld
door beperking van de hypotheekrenteaftrek, een toptarief in de
inkomstenbelasting, meer belasting op vermogens en een meer
inkomensafhankelijke zorgpremie.

Dat de bondsleiders hier toch op zijn gaan manoeuvreren onderstreept de
argumenten die de Internationale Socialisten samen met FNV Vecht voor je
Recht al in maart lieten horen tegen het sociaal akkoord. In tegenstelling
tot wat Jongerius toen beweerde behelst dit akkoord geen garantie voor de 65
jaar, terwijl er nog tal van andere verslechteringen in staan verborgen.
Bovendien is onze waarschuwing uitgekomen dat van overleg in de SER helemaal
niets positiefs te verwachten valt, omdat het een illusie is dat we met de
grote graaiers ‘samen de crisis te lijf’ kunnen. Alleen door te vertrouwen
op eigen kracht en op alternatieven die het geld halen waar het zit, maken
we kans dit bezuinigingsoffensief te stoppen.

Heldere en strijdbare koers

De uitdagingen voor een heldere en strijdbare koers tegen het crisisbeleid
zijn niet gering. Na het vastlopen van het SER-overleg feliciteerde de SP de
vakbondsleiding met haar ‘standvastigheid’. De hardste kritiek kwam nota
bene van Wilders, die de FNV verweet ‘haar ziel aan de duivel te verkopen’ –
waarna hij stelde met iedereen te willen samenwerken om de 65 jaar te
beschermen. Vanuit het actiecomité van FNV Bondgenoten in Rotterdam kwam een
gepast antwoord op de PVV-oproep: samenwerking met degenen die de rekening
willen leggen bij ‘linkse hobby’s’ zoals ‘allochtonen’ en ‘milieu’ is
uitgesloten.

Des te meer is het zaak de meerderheid van de bevolking die zich keert tegen
de verhoging van de AOW-leeftijd te organiseren op basis van progressieve
alternatieven. Dat was ook de kern van een motie die werd aangenomen op de
FNV-kaderbijeenkomst in Rotterdam de dag voor de deadline van het
SER-overleg. Eerder klonk een zelfde geluid vanuit de bondsraad van de
Abvakabo FNV.

Essentieel is nu dat we op 7 oktober en daarna zo massaal mogelijk in actie
komen en de leus ‘Laat de rijken de crisis betalen’ het overkoepelende thema
maken van de strijd. Demonstraties, stakingen, bedrijfsbezettingen en
picketlines: ze zouden allemaal tot het arsenaal moeten worden gerekend
waarmee we in verzet komen. Daarmee maken we niet alleen de beste kans om de
AOW-plannen te stoppen, maar kunnen we ook een breder front opwerpen tegen
de neoliberale aanval op het onderwijs, de zorg en andere sociale
verworvenheden.

We moeten hierbij durven uitgaan van ons eigen potentieel, en zoveel
mogelijk werknemers, werklozen, studenten en gepensioneerden bijeenbrengen
op straat. De demonstratieve omsingeling van De Nederlandsche Bank op 26
september was in dat kader een bescheiden, maar belangrijk begin voor de
beweging die Nederland nodig heeft.