48-uursstaking voor beter onderwijs

Stakende docenten in Den Haag, 15 maart 2019 (Foto: socialisme.nu).
Morgen en overmorgen staken leraren in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs tegen het lerarentekort en de hoge werkdruk. De AOb eist structurele investeringen vanuit het ministerie, maar leraren moeten niet vergeten dat ze ook tegenover hun eigen schoolleidingen staan.
29 januari 2020

Door het lerarentekort is de werkdruk hoog. Soms moet er een klas verdeeld worden over de andere klassen, die daardoor te druk en te groot worden. Parttime leraren voelen zich gedwongen om toch fulltime te werken. Het gevolg is dat werkende leraren makkelijker uitvallen of vertrekken en schoolbesturen vaker onbevoegde leraren voor de klas zetten.

Of een klas wordt naar huis gestuurd. Scholieren missen dan hun lessen en ouders moeten maar voor opvang zorgen. Het lerarentekort is zo schrijnend dat sommige scholen overwegen om vierdaagse lesweken in te voeren, ook al is dat wettelijk niet toegestaan.

Kinderen die passend onderwijs nodig hebben, krijgen onvoldoende begeleiding. Oudercollectief Boze Ouders heeft daarover een collectieve klacht ingediend bij de Onderwijsinspectie. De groep richt zich uitdrukkelijk niet tegen leraren maar tegen de schooldirecties die hun zorgplicht verzaken. Veel kinderen zouden beter af zijn in het speciaal onderwijs, maar kunnen daar niet terecht.

Over de gehele lijn lijden de leerresultaten van kinderen eronder, zo geven scholen aan. Ze zitten vaker op een lager niveau van rekenen en taal, scoren lager op de Cito-toets en koersen af op een lager schooladvies. De problemen slaan zo over van het primair onderwijs op het voortgezet onderwijs.

Stakingen

De minister van Onderwijs zou structureel moeten investeren om een einde maken aan de problemen in de verschillende lagen van het onderwijs. Dit was de centrale eis bij de staking van 60.000 leraren in oktober 2017 onder aanvoering van POinactie en bij de staking van 40.000 leraren in maart vorig jaar.

Naar raming zullen 55.000 scholieren dit jaar zonder leraren zitten en dat aantal zal met 20.000 scholieren per jaar toenemen. Strijd is mogelijk en nodig en elke staking tot nu toe kan rekenen op sympathie van ouders die in groten getale meeprotesteren.

Het is dan ook heel goed dat de AOb deze tweedaagse staking heeft aangekondigd, kort na de eendaagse staking van afgelopen november. In eerste instantie maakte de AOb toen een fout door akkoord te gaan met een veel te klein en slechts eenmalig bedrag van de minister. Maar onder massale druk van tienduizenden woedende leden en Leraren in Actie (LIA) heeft de AOb-leiding dat akkoord dezelfde week nog herroepen en is er alsnog een dag gestaakt.

Bond moet tanden laten zien

Hoe meer leden een vakbond heeft, des te beter een bond kan vechten. Maar dat gebeurt alleen als leden zich organiseren op de werkvloer en kritisch staan tegenover de vakbondsbureaucratie die nogal eens de neiging vertoont om op de rem te staan. Het zit in diens aard om vaker met bestuurskoepels en ministers te praten dan haar leden op te leiden en actie te voeren. De AOb moet democratischer gemaakt worden en daarbij helpt het als leden het kritische geluid van POinActie en LIA horen.

Helaas zijn ook directieleden veelal lid van de AOb, terwijl die vaak belangen hebben die tegenovergesteld zijn aan die van leraren. Afgelopen november werd er slechts één dag gestaakt, terwijl leraren aangeven bereid te zijn een hele week te staken. Dat viel niet goed bij de directies die tegen gingen werken.

Op het moment van schrijven hebben 3000 scholen aangegeven mee te doen met de staking op 30 en 31 januari. Maar tientallen schoolbesturen hebben laten weten die dag geen loon uit te zullen betalen. Zij zijn bang de controle te verliezen, bang dat leraren eisen gaan stellen binnen de school zelf, over pauzes, taken, evaluaties en hoe het extra geld besteed gaat worden.

De autonomie van de leerkracht

De afgelopen jaren hebben leerkrachten de regie over hun eigen werk verloren. Bovenschoolse managers en externe deskundigen kloppen zichzelf op de borst als ‘bewakers van het kwaliteitszorgproces’ en ‘initiatoren van schoolontwikkeling’. De leerkracht is slechts nog de uitvoerende factor die onderworpen wordt aan verbeteringstrajecten in de vorm van bijscholing, nascholing, teamscholing en empowerment, met kreten als ‘de leerkracht moet leren het beste uit zichzelf te halen’ zodat die dan ‘topprestaties kan leveren’.

Allerlei externe commerciële bedrijfjes zijn de afgelopen tien jaar als paddenstoelen uit de grond geschoten om de leerkracht te trainen, zodat leerkrachten aan grotere en complexere doelgroepen kunnen lesgeven. Dit is een onderwijsindustrie die zich als een verstikkend net om leraren heen vouwt. Dit systeem waarbij de leerkracht structureel wordt overvraagd leidt tenslotte tot de toename van burn-outs.

Leraren staan tegenover de minister én tegenover de schoolbesturen. Om de strijd te winnen hebben we een democratische, kritische vakbond nodig en vakbondsgroepen op schoolniveau.