25 jaar De Socialist: trots op onze traditie
Wat was jouw eerste kennismaking met de krant?
Dat was op een demonstratie tegen Franse kernproeven op het eilandje Mururoa in de zomer van 1995. Er waren een paar duizend mensen, onder wie ook leden van de IS die de krant verkochten. Het was in een periode dat grote delen van links waren ingezakt. Het was zes jaar na de val van de Muur en de impact daarvan kon je nog wel zien.
Maar er waren een paar groepen nog steeds actief en er was een kleine opleving van strijd. Nog datzelfde jaar waren er de grote decemberstakingen in Frankrijk, een heel belangrijk moment in het heropleven van sociale strijd in Europa. In de periode daartussen werd ik actief voor de IS.
In 1995 maakten we een heel andere krant dan nu. Wat heb jij meegemaakt van de veranderingen die de krant in de loop van de tijd heeft ondergaan?
Ik ben hoofdredacteur geworden in 1999. Op dat moment maakten we de krant nog gekopieerd op A4. De grootste stap naar een serieuze uitstraling van de krant is dat we in 2001 zijn begonnen om hem te drukken op tabloidformaat.
We hebben altijd veel oog gehad voor de vorm van de krant. Ik denk dat we trots kunnen zijn op een van de mooist vormgegeven kranten die radicaal links in Nederland in de afgelopen vele jaren rijk is geweest. Dat had niet gekund zonder Bart Griffioen, die tot voor kort de hoofdredacteur was, maar ook de ontwerper van de vorm van de krant, en zonder een heel toegewijd team van vormgevers.
Veel radicaal linkse bladen zijn bladen voor eigen kring. Wij maken een blad waarvan we willen dat het aansluit bij iemand die voor het eerst in staking gaat, iemand die voor het eerst in actie komt. We hopen dat een herkenbare vormgeving daaraan bijdraagt.
Veel mensen halen hun informatie gratis van internet. Waarom dan toch nog een krant uitbrengen?
Ik denk dat die tegenstelling tussen de krant en internet vals is. Internet is een massakanaal, en ik ben blij dat we het zijn gaan gebruiken. We waren rijkelijk laat, maar we hebben een inhaalslag gemaakt en socialisme.nu is inmiddels een heel serieuze, goede website, die een groter publiek bereikt dan de krant.
Het is wel zo dat mensen een stuk op internet veel vluchtiger lezer dan een artikel in een krant. Maar het belangrijkste verschil is: rond een krant heb je een netwerk van kopers, verkopers en abonnees die betrokken blijven.
Ik heb vaak genoeg met flyers gestaan waarop staat: ‘ga naar deze website’, maar je hebt geen idee wie dat doet en wie dat niet doet. Je hebt geen idee of de staker die je op de site wijst een van die duizend mensen is die op die dag je website heeft bezocht. Dat is anders als je die persoon een krant verkoopt. De functie van de krant blijft daarom belangrijk.
Wat zijn voor jou persoonlijk belangrijke momenten in de geschiedenis van de krant?
In het voorjaar van 1999 brak de oorlog in Servië uit. De bombardementen van de VS duurden twee maanden. Er was een echte mediacampagne: ‘dit is een humanitaire oorlog, want we redden de vluchtelingen uit Kosovo’. Het was de eerste NAVO-interventie waar GroenLinks zich openlijk voor uitsprak.
Grote delen van links gingen mee in de mediahype, terwijl wij onze nek uitstaken en nee zeiden tegen die oorlog. Ik herinner me dat we met die krant aan de slag zijn gegaan met veel boosheid over het feit dat grote delen van links zich zo in de luren lieten leggen. Onze krant hielp met het neerzetten van een tegengeluid. Ik ben ervan overtuigd dat dit een stapje is geweest die de veel grotere, serieuzere anti-oorlogsbeweging in 2001 heeft voorbereid.
Een ander definiërend moment was de moord op Pim Fortuyn. We hadden heel zichtbaar een campagnekrant die zich keerde tegen de extreem-rechtse politiek van Fortuyn, op een moment dat grote delen van links verward waren door islamofobie. Ze zagen niet dat hier de basis werd gelegd voor keihard rechts anti-islampopulisme dat vanaf dat moment de hele toon in de Nederlandse politiek wist te bepalen. We hebben ons gestort in het organiseren van protest. Daar ben ik nog altijd trots op.
Maar we waren dus ook kop van jut na de moord, toen radicaal rechts iedereen die tegen Fortuyn was in het beklaagdenbankje zette, onder het mom van ‘de kogel kwam van links’. De voorkant van de krant riep op tot het stoppen van de Hollandse Haider. Die krant konden we op straat natuurlijk niet meer verkopen. Toen ik de drukker belde om te overleggen of we een tweede druk met een andere omslag konden maken, kwam hij uit de kast als Fortuyn-aanhanger. Hij vertelde ons meteen dat er bij hem niet meer gedrukt kon worden. Gelukkig vonden we snel een nieuwe drukker, die ons nooit politiek onder druk heeft gezet en ook nog eens veel beter drukwerk aflevert.
Het regende doodsbedreigingen bij de redactie. Ik herinner me nachtelijke telefoontjes op mijn huisadres, ‘we hebben een kogel voor je klaarliggen’, dat soort dingen. We lagen onder vuur, en we hebben onze rug recht gehouden.
We hebben een vergadering georganiseerd waar honderdvijftig mensen waren, onder wie een aantal belangrijke sleutelfiguren binnen links, die zagen dat de moord op Fortuyn gebruikt zou worden om een ruk naar rechts te bewerkstelligen. Op die vergadering hebben we het platform Keer het Tij opgericht, dat uiteindelijk tienduizenden mensen op de been bracht tegen het kabinet-Balkenende I.
Uiteindelijk betaalt het zich terug als je je rug recht houdt als het begint te stormen, ook als je op het moment zelf flinke klappen moet incasseren. En ik ben er trots op dat we een krant hebben die dat langetermijnperspectief heeft en dus ook op de moeilijke momenten die klappen incasseert.
Wat verwacht je voor de komende jaren?
Een radicaal linkse krant loopt altijd het gevaar zichzelf op te sluiten in een links getto en zich daar te wentelen in zijn eigen gelijk. We vechten altijd om die valkuil te vermijden en ik denk dat ons dat over het algemeen ook heel goed lukt, maar de condities waarin het echt lukt, zijn condities waarin er grootschalige strijd is. Alleen dan sluiten socialistische ideeën daadwerkelijk aan op de ervaringen van grote groepen mensen.
Een krant kan een bijdrage leveren aan het organiseren van verzet tegen de huidige neoliberale dominantie, maar de krant moet vooral zijn voelsprieten hebben om door te hebben wanneer dat verzet vanuit mensen zelf komt, en ook als het nog maar kleine beginnetjes zijn zich daar deel van te maken.
Een radicale krant groeit mee met radicalisering in de sociale strijd. En in heel veel omstandigheden is het al knap dat je een blad als De Socialist overeind weet te houden.Wat er de komende jaren gebeurt, is afhankelijk van wat er loskomt aan verzet, maar De Socialist deelt gelukkig niet het pessimisme van grote delen van links. Het is onmogelijk dat sociale aanvallen op de schaal die we nu hebben niet zullen leiden tot massaal protest.
Dat is soms heel erg moeilijk om te zien. Soms zijn mensen murw, soms zijn ze in de verdediging, soms laten ze zich uitspelen tegen elkaar en zijn ze vatbaar voor racisme en seksistische argumenten. Dan is het moeilijk te bedenken dat diezelfde mensen onder andere condities ook kunnen terugvechten en een bron kunnen zijn voor sociale verandering.
Maar De Socialist herkent dat wel. Dat is waarom we als De Socialist een vergrootglas leggen op alle momenten waarop mensen wel terugvechten. Aan de ene kant moet een radicale krant het ongeduld weten te verwoorden: waarom vechten mensen nog niet terug, waarom gaan mensen mee in de racistische hype, waarom volgen mensen Wilders? Maar tegelijkertijd moeten we het historische geduld hebben om te zien dat de kant die de Nederland politiek op gaat uiteindelijk wordt bepaald door de grote breukmomenten in het zelfvertrouwen en in strijd.
Of de toekomst nog vijf jaar zal zijn van het geduldig uitleggen waarom we in deze omstandigheden zitten, of de mogelijkheid zal bieden ons te mengen in de volgende golf van verzet tegen een rechts kabinet, in allebei is De Socialist op zijn plek.
Op de middenpagina’s van de nieuwe Socialist vind je de hoogtepunten uit ons bestaan. Neem nu een proef- of jaarabonnement!