18 dagen doorzettingsvermogen

Het principe-akkoord dat na 18 dagen staken is gesloten in het streekvervoer laat zien dat met druk van onderaf meer is binnen te slepen dan werkgevers en politiek eerder bereid waren toe te zeggen.
20 juni 2008

Buschauffeurs trots op staking

Door Bart Griffioen

Natuurlijk wil staatssecretaris Huizinga niet erkennen dat ze door de knieën is gegaan. Maar dat ze toch met 16 miljoen over de brug heeft moeten komen, na wekenlang het standpunt te hebben gehanteerd dat de overheid part noch deel had in het conflict, is veelzeggend. Dat de staat te hulp heeft moeten schieten onderstreept dat marktwerking helemaal niet zo zaligmakend en zelfregulerend is als zo vaak beweerd wordt. Bovendien stond deze kritiek steeds centraal in het verzet van de stakende buschauffeurs: het is de liberalisering zelf die de kwaliteit van het streekvervoer heeft uitgehold en gestopt moet worden, in belang van zowel personeel als reizigers.

Dat werkgevers in het principe-akkoord tegemoet lijken komen aan de vakbondseis van 3,5 procent loonsverhoging, inclusief een halve procent verhoging van de eindejaarsuitkering en een tegemoetkoming in de ziektekostenpremie, is resultaat van de kracht van de staking. Toch is een waarschuwing op z’n plaats. De cao moet gaan lopen tot zomer 2009, waarbij voor het laatste half jaar 2 procent is afgesproken. Dat is een zeer magere basis voor wie de economische vooruitzichten een beetje in de gaten houdt. De alsmaar stijgende prijzen van voedsel en brandstof en de bijstellingen naar beneden over de verwachte economische groei schetsen een somber beeld. In dat licht verdient ook de 16 miljoen van Huizinga een kritische kanttekening; alleen al met de verkoop van staatsbedrijf Connexxion had de Nederlandse overheid eerder namelijk een kleine 225 miljoen binnengesleept.

Tegelijkertijd blijft de marktwerking in het streekvervoer onaangetast. Zo hebben de streekvervoerbedrijven met dit akkoord de vrijheid gekregen om de kosten door te berekenen aan de reiziger door een verhoging van de strippenkaart. De permanente druk op lonen, werkroosters en pauzes blijft intact zolang winstgevendheid en het gevecht om een sterke concurrentiepositie de norm zijn. De diepe onvrede onder de chauffeurs over de tegenstelling tussen de zelfverrijking aan de top en de wijze waarop zijzelf steeds flexibeler en harder moeten presteren, zal met dit onderhandelingsresultaat dan ook niet verdwenen zijn.

Het was het doorzettingsvermogen van de buschauffeurs zelf dat afgelopen weken de druk op de ketel hield. Belangrijk moment was de volharding van de actievoerders toen in het Noorden het staken tijdens de spits verboden werd. Dat gold ook in de laatste fase van de staking, toen Huizinga in het Kamerdebat de abstracte belofte had gedaan om tot ‘een oplossing’ te komen, maar daar een dag later alweer op terug kwam.

De vakbondsleiding had toen helaas al aangekondigd dat er niet meer in de spits gestaakt zou worden, tot ongenoegen in de remises. In Amsterdam bijvoorbeeld werd een dag langer het werk neergelegd. De aanhoudende actiedruk en de dreiging van een voortslepend conflict in de zomer deden Den Haag uiteindelijk toch bakzeil halen. Deze hernieuwde strijdlust onder arbeiders – afgelopen maanden ook zichtbaar bij onder anderen de post en de kleinmetaal – laat misschien wel het belangrijkste deel van de staking zien; ze ontstijgt de specifieke onderhandelingspunten en is een voorbeeld voor de rest van Nederland.

De staking toont ook wie vriend en vijand zijn in de strijd tegen het marktfundamentalisme. Dat de PvdA geen bondgenoot bleek was voor menigeen al geen verrassing meer – de partij laat al veel langer zien dat neoliberale dogma’s en meeregeren in de plaats zijn gekomen van de belangen van gewone mensen. Onderstreept mag worden dat ook van de nieuwe rebellen op rechts geen sympathie voor de staking kon worden opgebracht, ondanks al hun retoriek over ‘hardwerkend Nederland’. De enige steun die de chauffeurs uit politieke hoek ontvingen kwam van de Socialistische Partij en van de Internationale Socialisten. Opvallend was daarbij de hoge mate van solidariteit in de rest van de maatschappij – volgens een onderzoek van NOVA ruim 60 procent.

Parallel aan de streekvervoerstaking kwamen ook andere sectoren in actie – zoals arbeiders in de thuiszorg, het onderwijs en bij veerdiensten. In dat protest klonk een vergelijkbaar geluid door. ‘We komen in verzet omdat dit beleid ten koste van mensen gaat’, zoals een thuiszorgmedewerkster kernachtig benadrukte. Op de helft van de streekvervoerstaking had de vervoersbond nog laten weten ‘te denken aan aanvullende acties’ bij het spoor, de taxi’s en in de haven. Het is in de volgende ronde van strijd zaak dergelijke collectieve kracht meer te laten zijn dan een gedachtenexperiment. Het is het vertrekpunt voor nieuwe overwinningen.