14 november moet een nieuw startpunt zijn

De invoering van het schuldenstelsel is een van de meest ingrijpende veranderingen in het hoger onderwijs van de afgelopen decennia. Momenteel is de studentenschuld, na de hypotheekschuld, de grootste schuld in Nederland. Deze zal door het schuldenstelsel nog verder groeien.
10 november 2014

Door Thomas Hofland

Het plan om de studiefinanciering af te schaffen en een schuldenstel in te voeren, hing al jaren in de lucht. Meerdere keren was studentenverzet hier echter succesvol: de stufi werd behouden en de langstudeerboete kwam er niet. Tussen 2008 en 2011 organiseerden elf organisaties achttien acties tegen universiteitsbesturen en de kabinetsplannen. Door het hele land werkten studentenbesturen en activisten samen om druk uit te oefenen op de regering.

Het genereren van zoveel druk gebeurt zelden op één middag, maar vergt maandenlang actievoeren. Een serie van lokale acties door het hele land kan worden gebruikt om toe te werken naar een groot landelijk moment. Universiteitsbezettingen, strijdbare marsen en ludieke acties spelen hierin een belangrijke rol. In 2010 hadden deze acties een behoorlijke omvang. Zo gingen op 10 december 2010 in Amsterdam 5000 studenten, Nijmegen 1500, Wageningen 500 en Utrecht 300 studenten de straat op.

Uiteindelijk zwichtte de politiek voor de studenten. De samenwerking tussen activisten en organisaties was hierbij cruciaal. De activisten organiseerden de studenten en de bestuurders zorgden voor media-aandacht en verbreding.

Buiten Nederland waren studentenacties nog succesvoller. Na elf maanden actievoeren In Quebec gingen in februari 2012 36.000 studenten in staking tegen de verhoging van de collegegelden. De protesten groeiden in grootte en een maand later waren 300.000 studenten, driekwart van het totaal, in staking. Na anderhalf jaar actievoeren kondigde de regering aan om de collegegelden niet te verhogen: de studenten hadden gewonnen.

Hoewel ook nu in Nederland actie wordt gevoerd, lijkt het er niet op dat studenten aan het langste eind gaan trekken. Een van de redenen hiervoor is de strategie die de LSVb heeft gekozen. De studentenbond brengt meer tijd door in vergaderruimtes met minister Bussemaker dan met het organiseren van de studenten zelf. De minister viel het weinige verzet ook op: ‘Ik heb een paar protesten gezien, dat waren kleine groepen met een spandoek. Meer niet.’

Het probleem van deze focus op praten met ‘belangrijke mensen’, is dat de studentenbestuurders zelf geen enkele onderhandelingspositie hebben. Dit kabinet is niet onder de indruk van argumenten en kritische opiniestukken. Het kabinet luistert naar studenten als het onder druk wordt gezet doordat het dagelijks leven wordt ontregeld. Studenten moeten zichzelf organiseren om overwinningen af te dwingen.

Dat samenwerking cruciaal is, werd duidelijk in de actieweek van afgelopen juli. Kritische Studentenorganisaties, ROOD, Internationale Socialisten en lokale studentenbonden werkten samen en organiseerden demonstraties in Groningen, Amsterdam en Utrecht. De acties waren echter klein en hun effect bleef beperkt. De LSVb gebruikte geen van haar middelen om de demonstraties een succes te maken, en kondigde ze zelfs niet aan op hun site of Facebook-pagina. Als studenten niet op de hoogte zijn van de protesten kunnen ze zich ook niet aansluiten.

In de zomer besloten de LSVb en ROOD om de activisten links te laten liggen. Samen met twaalf andere organisaties richtte ze Stop het Leenstelsel op. Hoewel een coalitie van veertien jongerenorganisaties veelbelovend klinkt, zijn deze organisaties niet bezig met het opbouwen van langdurig studentenverzet.

De onervarenheid en onwelwillendheid van de coalitie om met activisten samen te werken heeft het studentenverzet geen goed gedaan. Van serieuze mobilisatie is nog geen sprake geweest. De coalitie beperkte zich tot één manifestatie op het Malieveld. De gekozen strategie draait erom om het kabinet te overtuigen, alsof het de gevolgen van het schuldenstelsel niet begrijpt.

Als Stop het Leenstelsel serieus werk wil maken van verzet tegen de regering, dan zal het de handen ineen moeten slaan met activisten. Tegenover deze neoliberale regering zullen studenten een progressieve studentenbeweging moeten neerzetten. De manifestatie van 14 november moet dan ook geen einddoel zijn, maar een nieuw startpunt voor het opbouwen van studentenverzet.