Schuldensysteem: keerzijde van de winst

Foto: Anthony Beal.
Een vijfde van de huishoudens in Nederland zit in de schulden. Een groot deel van hen krijgt geen schuldhulpverlening. Degenen die dat wel krijgen, komen meestal in een bureaucratische rompslomp terecht met gemeentelijke hulpverleners, geplunderde rekeningen door schuldeisers, bewindvoerders en deurwaarders. Terwijl bedrijven en de staat aan deze schulden verdienen, worden de schuldenaren erdoor klem gezet.
2 augustus 2018

door Nikki Veldkamp

Het aantal huishoudens in Nederland dat leeft onder de armoedegrens is de afgelopen jaren stabiel gebleven. Maar het aantal mensen met (langdurige) schulden neemt toe. En dat in een land, dat al jarenlang in de top 10 van rijkste landen ter wereld staat. Armoede in Nederland is dan ook een verhaal van een toenemende kloof tussen arm en rijk. Een verhaal van neoliberalisering: de afbraak van de verzorgingsstaat en het flexibiliseren van de arbeidsmarkt.

Van kwaad tot erger

Ruim anderhalf miljoen huishoudens in Nederland heeft risicovolle schulden: zo’n 20 procent. Dit wil zeggen dat ze niet aan hun maandelijkse betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Slechts zo’n 200.000 personen zit in de schuldhulpverlening. Schulden worden problematisch op het moment dat deze groeien. Wanneer schuldeisers in actie komen om hun geld te innen, gaat de situatie snel van kwaad tot erger.

Wanneer deze schulden lang voortduren, hebben mensen geen ruimte om te sparen voor onvoorziene financiële tegenvallers. Het CBS concludeerde in 2015 dat steeds meer huishoudens met langdurige schulden moesten leven. Zo lopen veel huishoudens met schulden een groot risico om in schrijnende armoede terecht te komen. Er zijn in Nederland zo’n 850.000 mensen die niet genoeg geld hebben om in hun basisbehoeften te voorzien. 378.000 kinderen groeien op in een huishouden met een laag inkomen.

Flexibilisering arbeidsmarkt

Bij de flexibilisering van de arbeidsmarkt is het aantal ‘kleine banen’ aan de onderkant van de arbeidsmarkt, zoals flexwerk, nulurencontracten en wisselende contracten toegenomen. Hierdoor zitten steeds meer mensen tijdelijk zonder baan of hebben ze periodes weinig tot geen inkomen.

Ook zzp’ers lopen risico: het grootste gedeelte van hen heeft geen pensioenopbouw of arbeidsongeschiktheidsverzekering. En er zijn maar liefst 1 miljoen zzp’ers in Nederland. Daarnaast hebben gezinnen met meer dan twee kinderen die leven van een minimuminkomen snel een tekort, doordat het sociaal minimum tekort schiet. Boetes of toeslagen onverwacht moeten terugbetalen speelt ook een grote rol in het ontstaan van schulden. Wanneer deze niet op tijd betaald (kunnen) worden, verveelvoudigen ze in de geringste tijd.

Zorgkosten in Nederland nemen toe, vooral voor chronisch zieken, net zoals woonlasten. Ook de invoering van het leenstelsel leidt tot toenemende schulden, bij studenten. Uit al deze gegevens blijkt dat armoede en schulden geen ver-van-je-bed-show meer zijn in de context van een geflexibiliseerde arbeidsmarkt na jarenlang neoliberaal beleid. Het klassieke beeld dat van schulden vaak wordt geschetst, dat het vooral laagopgeleiden en langdurig werklozen overkomt, klopt dus niet. 40 procent van de mensen in armoede heeft werk als belangrijkste inkomstenbron.

En steeds meer mensen krijgen te maken met schulden. Dit komt mede doordat een groeiend deel van de bevolking niet kan sparen, en bij de minste of geringste financiële tegenvaller het gevaar loopt in schulden terecht te komen. Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat ‘het merendeel van de Nederlanders niet klaar (is) voor een financieel gezonde toekomst’. Slechts twee op de vijf zet geld opzij voor onverwachte situaties in de toekomst, zoals woning, zorg, pensioen, of werkeloosheid.

Verdienen aan schulden

De belangrijkste schuldeisers zijn de staat, banken, energieleveranciers en andere bedrijven. Wanneer rekeningen niet betaald worden, kunnen zij veel verdienen door deze rekeningen snel groter te laten worden en geld te innen. De Groene Amsterdammer laat schuldhulpverleners aan het woord, die vertellen over hoe sommige schuldeisers soms zomaar rekeningen van mensen leeghalen en schulden innen. Deze mensen hebben dan opeens geen geld meer om andere rekeningen te betalen of zelfs eten te kopen.

Er zijn tegenwoordig zelfs gespecialiseerde schuldkopers: bedrijven – vaak verlengstukken van bijvoorbeeld banken – kopen schulden voor een spotprijs van andere bedrijven over, om die vervolgens agressief te gaan innen. Hier zijn nauwelijks regels voor in Nederland. Vaak gaan ze niet akkoord met de voorstellen van schuldhulpverleners tot een overeenkomst, om de schulden af te lossen. Zo verdienen incassobureaus en schuldeisers flink aan schulden en wordt schuldhulpverlening steeds moeilijker.

Chaotische bewindvoering

De staat is zelf één van de grootste schuldeisers: schulden aan onder andere de belastingdienst en DUO zijn een steeds groter deel van de problematiek. Ondertussen legt de staat de verantwoordelijkheid van schuldhulpverlening neer bij de gemeente. Deze schuldhulpverlening blijkt echter een bureaucratische chaos, die juist voor de kwetsbare mensen die vaker met schulden te maken krijgen, veel te ingewikkeld is. Voor het aanvragen van inkomensondersteuning moet je wel 28 formulieren invullen, krijg je te maken met veel verschillende definities van inkomen of vermogen, en er zijn veel verschillende betaalmomenten. Een fout hierin is dus al snel gemaakt. Het gevolg: meer schulden.

Bovendien is schuldhulpverlening geen garantie voor een succesvolle schuldaflossing. Eén van de taken van schuldhulpverlening is om een betalingsregeling met schuldeisers te treffen. Jesse Frederik van de Correspondent heeft echter blootgelegd, dat slechts een kwart van deze betalingsregelingen daadwerkelijk slaagt.

Een andere taak van schuldhulpverlening is om de schuldenaren die door de rechter als financieel nietzelfredzaam worden beoordeeld, door te verwijzen naar bewindvoerders. Bewindvoerders zijn private instanties die betaald worden uit het gemeentelijke budget bijzondere bijstand. De gemeentelijke kosten voor bewindvoering zijn tussen 2013 en 2015 ruim verdubbeld. De taak van bewindvoerders is om al je financiën over te nemen. Door het beheren van je inkomsten en uitgaven, betalen ze je rekeningen en schulden. De schuldenaar krijgt dan elke week leefgeld. Maar dit bedrag is erg klein.

Vaak krijgen bewindvoerders niet genoeg uren en middelen van de rechter om de zaken van hun klanten op orde te krijgen. Bovendien zijn er steeds meer gevallen bekend waarin bewindvoerders de schuldenaar hebben bestolen en opgelicht. Voor andere bewindvoerders geldt weer, dat ze hun klanten niet graag kwijt willen – voor elke zaak krijgen ze immers geld van de gemeente – en zijn daarom soms niet oprecht in het efficiënt aflossen van schulden. Of ze liegen over de mate waarin een klant eigenlijk al zelfredzaam genoeg is om de financiën weer in eigen handen te krijgen. Zodoende is het voor veel mensen lastig om uit de bewindvoering te komen, en moeten ze soms jarenlang zien te overleven van zo’n 40 euro per week.

Schuld onder Rutte

Mede door de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de moeizame schuldhulpverlening wordt het in Nederland steeds moeilijker om uit de schulden te komen. Er zijn heel veel instanties in het spel, waardoor schuldenaren vaak in een chaos raken van schuldeisers, incassobureaus, deurwaarders, schuldhulpverleners en bewindvoerders.

Daarbij stapelen schulden zich snel op, bijvoorbeeld doordat er proceskosten bij komen, doordat schulden en boetes heel snel toenemen, en schuldeisers steeds vervelender en onverantwoordelijker worden in het innen van hun geld. Schuldhulpverlening is ingewikkeld en vaak niet effectief. Op bewindvoering is te weinig toezicht en het zet mensen klem. Het systeem is dus zo onzeker dat mensen vaak nauwelijks geholpen zijn.

Mensen met schulden lijden vaak onder schaamte en een enorme druk om het zelf op te lossen. Dat verklaart waarom zoveel huishoudens geen gebruik maken van schuldhulpverlening. De stress waarmee deze mensen te maken krijgen is enorm, tot en met het verliezen van je huis aan toe. Het neoliberale verhaal dat succes een keuze is en armoede en schulden dus de schuld zijn van wie het overkomt, heeft een grote invloed. Mensen met schulden hebben vaak een laag zelfbeeld, krijgen vaker psychische problemen en ga zo maar door.

Armoede, ongelijkheid en schuldenproblematiek zijn structurele problemen. Ze zijn het gevolg van het bewuste beleid om grote bedrijven te subsidiëren en de rest daarvoor op te laten draaien. De explosie van schulden is het zoveelste bewijs dat kapitalisme de grote meerderheid van de bevolking niets dan ellende te bieden heeft.