Het enige antwoord luidt: terugvechten

Oog in oog met de bezuinigingsoorlog van Balkenende IV rest ons geen andere keuze dan de confrontatie aan te gaan. Maar de koers van de FNV onder de slogan ‘samen de crisis te lijf’ heeft ons van de regen in de drup gebracht. De halfslachtige mobilisatie tegen de verhoging van de AOW-leeftijd werpt bij menig vakbondslid de vraag op: wat is nu eigenlijk de inzet van de acties?
3 december 2009

4149239587_00dcf34acf

Door Bart Griffioen

De manier waarop de recente vakbondsdemonstraties in een kwaad daglicht zijn geplaatst spreekt boekdelen over welke belangen op het politieke schaakbord staan. Omdat peilingen aanwijzen dat een meerderheid van Nederland zich keert tegen de bezuinigingen op de AOW, koos het kabinet voor een propagandaoffensief. Balkenende misbruikte het debat in de Tweede Kamer door zijn eigen waarheid te creëren: inmiddels zou ‘iedereen inzien dat de maatregel onvermijdelijk is.’

De mainstream media hielpen graag een handje. Zo schreef het NRC op 21 november, de dag van de vakbondsbetogingen onder de kop ‘FNV verliest in AOW-debat’: ‘De FNV doet er goed aan de energie te verleggen van acties tegen 67 naar meepraten over hoe langer werken kan worden bereikt (…) Begrippen als solidariteit en sociale rechtvaardigheid hebben in de moderne arbeidsmarkt een andere betekenis.’

Na de betogingen in Assen, Deventer, Eindhoven en Rotterdam – die ondanks een opkomst van totaal ruim 25.000 deelnemers evengoed werd afgeschilderd als een ‘mislukte demonstratiedag’ – verkondigde de krant dat de FNV ‘op een tweesprong staat’: de bond zou haar focus op actievoeren ondergeschikt moeten maken aan de onderhandelingstafel, als ‘stabiliserende buffer in het sociaal-economische krachtenveld.’

Nu is het precies de enthousiaste omarming van die rol die de vakbeweging al jarenlang met een kluitje het riet in stuurt. De mobilisaties in de bedrijven zijn er pas gekomen nadat de bondsleiding eerst in maart een asociaal akkoord tekende en vervolgens eind september vastliep in het SER-overleg. In dat hele traject lag de focus niet op het opbouwen van maatschappelijke druk, maar op het ‘overtuigen’ van de politiek – met als dieptepunt de tijdelijke flirt met Wilders.

Bovendien bleken de FNV-onderhandelaars bereid om van de harde inzet op 65 jaar af te stappen en te lobbyen voor een ‘flexibele AOW’, met het bijstandsniveau als ondergrens en een verslechtering van de pensioenen. Die ruimte bleek opnieuw uit de speech van Agnes Jongerius op de manifestatie in Rotterdam, waar zij de definitie verder verruimde door over een ‘fatsoenlijke’ AOW te beginnen. Deze nederlagenstrategie heeft gezorgd voor wantrouwen in de achterban en het ondergraven van het momentum voor de mobilisaties. Het probleem van de actiedagen was voor veel leden dan ook dat ze te laat zijn ingezet, en na de mislukte gesprekken achter gesloten deuren als pleister het gezicht van de bond moesten redden.

Gelukkig was het laatste woord op de Coolsingel aan Niek Stam, bondsbestuurder in de Rotterdamse haven en mede-initiatiefnemer van FNV Vecht voor je Recht: ‘We demonstreren niet om iets te vieren, maar om de acties door te zetten. Want als we dit verliezen, dan lopen ze met hun 35 miljard aan bezuinigingen over ons heen. Daarom is het helemaal geen optie om na vandaag niet door te gaan. Willen we vechten voor onze rechten?’

Op die vraag klonk bij herhaling het hardste applaus van de hele dag. De boodschap aan Jongerius was niet ondubbelzinnig: het werkelijke ‘achterhoedegevecht’ vindt plaats in de achterkamertjes. Dus waar we de strijdbijl opgraven, mag het poldermodel de grond in. Nu is het zaak de duizenden demonstranten die zijn teruggekeerd naar de bedrijven, kantoren en kantines aan de slag te zetten met het organiseren van hun collega’s – want het is nog niet te laat.

Maar wat wordt de inzet? Bij de betogingen raakte de slogan van de Internationale Socialisten ‘Belast de rijken’ een gevoelige snaar onder de demonstranten. De FNV-leus ‘de zwaarste lasten voor de sterkste schouders’ zou daarom niet langer een bijzinnetje in haar informatiefolders mogen zijn, maar de centrale slogan moeten worden tegen het crisisbeleid. Die leus verdient het ook geconcretiseerd te worden in eisen die verschil maken: afschaffing van de hypotheekrenteaftrek boven de 350.000 euro, herinvoering van de belastingschijf van 72 procent op elk inkomen boven de Balkenendenorm, invoering van een miljonairsbelasting van 2 procent op elk vermogen boven 1 miljoen euro – om maar enkele speerpunten te noemen.

Duidelijk is dat we voor zo’n alternatief programma niet op de steun van de parlementaire politiek hoeven te rekenen. De regeringspartijen hebben hun achterban inmiddels gedisciplineerd om de 67 jaar te slikken. VVD en D66 overschreeuwen elkaar om de neoliberale aanval nog sneller in te zetten – nota bene met steun van GroenLinks. De PVV misbruikt het AOW-debat voor haar zoveelste oorlogsverklaring aan moslims, en is in geen velden of wegen te vinden als werknemers zelf in actie komen, omdat ze van origine anti-vakbond is.

De SP is de enige politieke partij die zich in de AOW-strijd aan de goede kant bevindt – maar die steun zal onvoldoende zijn als zij haar campagne binnen de perken houdt van de gemeenteraadsverkiezingen. Vertrouwen op eigen kracht is dus de enige weg vooruit. De keuze op de tweesprong is dan ook weinig gecompliceerd: het is linksaf naar acties, demonstraties en stakingen.

Lees ook De crisis is pas net begonnen