Sint Maarten: de repressie na de ramp

Woensdag 6 september raasde superorkaan Irma over Sint Maarten. De orkaan liet een ravage achter. Maar de getroffen bewoners worden geconfronteerd met vijandige media en een harde law-and-order respons.
13 september 2017

Door Mark Kilian

Irma raakte vele eilanden in de Cariben. Op Saba trok de storm bomen om en daken van huizen. Daar en op Sint-Eustatius stroomden de opvangcentra vol mensen. Op buureiland Barbuda, waar het oog van de orkaan praktisch overheen ging, werd 90 procent van de gebouwen verwoest. De helft van de bevolking is dakloos.

Op het Sint Maarten, dat dat onder Nederlandse en Franse controle is, was de schade fenomenaal. De orkaan verwoestte de haven, het vliegveld, de communicatie en een deel van de watervoorziening. Ook publieke instellingen als de havendienst, het ziekenhuis en de brandweer hebben flink schade geleden.

In het Franse deel werd 95 procent van de gebouwen verwoest. Het Rode Kruis schat dat 91 procent van de gebouwen op het eiland schade heeft. Behalve minstens acht doden vielen 23 gewonden.

Media

De frequentie van orkanen neemt wereldwijd toe. Hoewel het afzonderlijke ‘rampen’ zijn, is de toename ervan gekoppeld aan klimaatverandering. Het Amerikaanse mediaplatform Democracy Now! deed de zorgwekkende constatering dat dit verband door vrijwel de hele Amerikaanse pers wordt verzwegen.

Ook in Nederland is er geen aandacht voor, en schrijft het NRC zelfs dat de wetenschap ‘daar nog niet helemaal uit’ is. De krant baseert dit op cijfers van de Amerikaanse NOAA, waar klimaatontkenner president Trump het budget heeft gekort en een militair als tweede man heeft benoemd. Deze NOAA hief ook al een klimaatcommissie op.

De media – met de NOS voorop – verschoven na de ramp hun focus van de windsnelheden snel naar zogenaamde ‘plunderaars’. In wat lijkt op een ‘verlaten oorlogsgebied’ heerst een ‘grimmige sfeer’, volgens correspondent Dick Draaijer. Dit rechtvaardigde een harde respons van de autoriteiten. Op Barbuda, de Maagdeneilanden, Puerto Rico, en sinds afgelopen zaterdag op Sint Maarten, werd de noodtoestand afgekondigd.

Op het Franse deel van Sint Maarten zijn 1100 militairen ingezet. De Franse minister van Overzeese Gebiedsdelen Annick Girardin beweerde dat ze plunderingen had gezien ‘recht voor haar ogen’ en bepleitte herstel van ‘de orde’. Op het Nederlandse deel zijn 90 extra politieagenten gemobiliseerd en sinds maandag 11 september ook 300 militairen aanwezig. Premier Rutte heeft groen licht gegeven om hard tegen ‘plunderaars’ op te treden.

Dat er wordt gestolen door gewapende bendes is ongetwijfeld waar. Maar met het label ‘plunderaars’ worden alle vormen van ongeautoriseerd gedrag over één kam geschoren, zoals ook Joop constateerde. Temidden van een totale verwoesting en ineenstorting van de infrastructuur kunnen mensen nauwelijks anders dan levensmiddelen ‘plunderen’.

Ongelijkheid

‘Er is geen water hier. Er is geen eten hier’, vertelde Germania Perez (70 jaar) aan The Globe and Mail. ‘Mijn baan is weg. En dat zal lang duren’, zei buschauffeur Phillip King (53). Maar de Nederlandse media hebben geen spoor van interesse in de slachtoffers van de ramp – behalve als entourage voor het bezoek van Willem-Alexander.*

Het ‘herstel van de orde’ is bedoeld om de sociale ongelijkheid op Sint Maarten in stand te houden – en hooguit te vergroten. Daarin kiest de NOS ervoor om – behalve voor de autoriteiten – de spreekbuis te zijn voor de elite, zoals hoteleigenaars.

De bevolking op Sint Maarten is economisch bijna volledig afhankelijk van het toerisme. De toegezegde steun is een druppel op een gloeiende plaat. Veel mensen zijn onverzekerd en de prijzen van bouwmaterialen zijn omhoog geschoten. Alleen de rijkeren kunnen zich nu permitteren om met de wederopbouw te beginnen.

Vanuit het Franse deel van Sint Maarten komen berichten over raciale selectie bij de evacuatie. Johana Soudiagom was een van de handjevol mensen van kleur die, in een grote groep witten, werd geëvacueerd naar Guadeloupe. Zij zei: ‘Het is selectief. Sorry, maar we zagen alleen vastelanders. Dat is een manier om te zeggen: “Het spijt me, alleen blanken. Er komen alleen blanken op de boot”.’

Duister

Dat mensen in extreme situaties hun gedrag kunnen veranderen, zien socialisten potentieel als positief. Monique Meijer, die zich de orkaan van 1995 herinnert, zei: ‘Mensen veranderen in nood. De overlevingsdrang was groot. Er werd zelfs een menselijke ketting gemaakt om etenswaren uit de supermarkt te stelen.’ Maar die creativiteit noemt de Gelderlander een ‘duistere zijde’! Dit is niets anders dan de angst van de elite voor een oncontroleerbare bevolking.

Er is wel een ‘duistere kant’. Bij de orkaan van 1995 werd, naast noodhulp, voor 60 miljoen aan geschonken voor publieke voorzieningen als onderwijs, het ziekenhuis en brandweer. Dit kwam voor een groot deel in de zakken van Nederlandse bedrijven terecht, net als de 40 miljoen die werden geleend voor de haven en het vliegveld. Zo kunnen ordinaire bedrijfssubsidies als liefdadigheid poseren.

Op Facebook vroeg Sylvana Simons of iemand een link had naar een speech van Premier Rutte ‘waarin hij de eeuwenlange relatie en verbondenheid aangrijpt om mensen een hart onder de riem te steken en weer anderen aanmoedigt solidair te zijn? Die speech over menselijkheid en menswaardigheid. Die speech die ons hoop en vertrouwen geeft.’

Maar Rutte blijkt vooral een goede boekhouder: ‘Nu niet zomaar de portemonnee trekken voor Sint Maarten’, kopt nu.nl. Volgens Rutte spreekt, behalve de noodhulp, niets voor zich: ‘Wat betaalt de verzekeraar? Wat betalen de eilandbewoners zelf?’ Dat houdt niet alleen in dat wederopbouw jaren gaat duren, maar dat het aan particuliere investeerders en de markt wordt overgelaten wat rendabel is om opnieuw op te bouwen.

De verliezers in dit proces zijn de arbeiders: buschauffers, de schoonmakers, dienstmeisjes en reisgidsen. Oh nee wacht, het zijn nu natuurlijk werkloze ‘plunderaars’!

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

* Alleen bij DWDD kwamen slachtoffers en familieleden aan het woord: ‘Ik zou dit geen plunderen noemen, dit is wanhoop.’ Hoewel Matthijs van Nieuwkerk vaak een bevooroordeelde presentator is, is hij hier een positieve uitzondering.