Advocaat Jelle Klaas: ‘Gemeentes gebruiken juridische mogelijkheden om woonwagenkampen kleiner te maken’

Jelle Klaas is sociaal advocaat, en oprichter van het Public Interest Litigation Project (PILP ). Van daaruit ondersteunt hij de juridische strijd voor rechten voor woonwagenbewoners.
12 september 2017

Sinds wanneer ben je hierbij betrokken?

Ik sta al bijna sinds het begin van mijn advocatuur, 2004-5 woonwagenbewoners bij, vooral Roma. Met het PILP zijn we vanaf 2014 Roma en Sinti aan het helpen. Ik wist vanuit mijn eigen praktijk al dat Roma veel discriminatie ervaren in Nederland. Ik heb ook contact gehad met reizigers, niet-Roma/Sinti woonwagenbewoners.

Wij doen rechtszaken over mensenrechten in Nederland. Het Europees Hof (EH) in Straatsburg heeft veel belangrijke uitspraken gewezen over Roma, Sinti en reizigers. En het viel me op dat er vrijwel geen uitspraken over die groep in Nederland waren. Terwijl we best een grote gemeenschap hebben.

Met een bijeenkomst Den Haag hebben we vertegenwoordigers van alle drie de gemeenschappen bij elkaar gehaald. Dat waren enkele tientallen woonwagenbewoners. Daarnaast wetenschappers en experts die in de gemeenschap werken. We vroegen naar hun ervaringen in Nederland, en waarmee we konden helpen. Er kwamen een hele trits aan problemen die ze ervaren. Eén ervan is vooroordelen en discriminatie. Dat is al van vóór de Tweede Wereldoorlog.

Je hoort vaak de naam Vinkenslag. Daar heeft de politie in 2004 een enorme inval gedaan en toen ze dat kamp in gingen stonden de cameraploegen al te draaien. Er zitten ook arme mensen in zo’n kamp. En natuurlijk doen die dingen die niet mogen, zoals in elke arme wijk. Maar bij gewone huizen wordt niet de hele straat afgezet en iedereen gecontroleerd, maar bij woonwagenbewoners wordt wél de hele gemeenschap erop aangekeken.

Maar het allerbelangrijkste, grootste juridische probleem is het uitsterfbeleid. Vanuit de overheid heet het ‘nihilbeleid’. Voor de Tweede Wereldoorlog waren hier veel Roma, Sinti en reizigers. In de oorlog zijn 98 procent van de Roma en Sinti uitgemoord.

De Nederlandse politie heeft ook reizigers op transport gezet. Maar toen ze in de kampen aankwamen, zeiden de Duitsers: ‘Dat zijn geen Untermenschen!’ Die hebben ze teruggestuurd.

Na de Tweede Wereldoorlog zijn de Roma, Sinti en reizigers een beetje vermengd, maar er zijn nog steeds drie gemeenschappen. Toen, in de jaren 70 had je hele grote kampen. Dat is in de jaren 80 gedecentraliseerd. Toen kreeg je in alle gemeenten die kleine kampjes. Het landelijke beleid is eigenlijk weggevallen.

Rond Vinkenslag heeft de landelijke overheid een handreiking gegeven aan gemeenten, met vijf beleidsopties hoe je kunt omgaan met woonwagenbewoners. De ene kant van het spectrum is: je kunt ze op allerlei manieren ondersteunen om hun cultuur vooruit te helpen. Aan de andere kant is er het nulbeleid, dat door gemeenten is geherinterpreteerd als uitsterfbeleid. Dat komt volgens sommige stukken neer op ‘normalisatie’. Dat betekent het weghalen van de cultuur.

In de praktijk wordt dat op allemaal verschillende manieren ingezet. De grond van de kampjes is vaak van de gemeente. De woonwagenbewoners huren die, de wagens zijn bijna altijd van hen. De gemeentes gebruiken allemaal juridische mogelijkheden – huurrecht, wijzigingen van bestemmingsplannen – om die kampen kleiner te maken of te zorgen dat er geen uitbreiding is.

Wij zijn in Oss gaan kijken naar een kampje waar eerst 10, 12 wagens stonden. Dat was er nu nog maar één, van een man van 70. Al die andere wagens waren inmiddels verwijderd, sommige vernietigd. Er staan hele grote betonblokken. Dus ze hebben niet eens de moeite genomen om er een parkje van te maken. Het is duidelijk: ze willen gewoon geen woonwagenbewoners daar.

Dat soort dingen worden dus gebruikt, en wij zijn vanaf dat moment gaan kijken: waarom wordt er geen rekening gehouden met de rechten van woonwagenbewoners zoals het EH zegt dat ze die hebben? Toen zagen we dat er bijna geen rechtszaken over gevoerd waren, en nog nooit over de mensenrechten van woonwagenbewoners in Nederland. Dus we zijn aan de slag gegaan.

Inmiddels hebben we één procedure gevoerd, en een tweede loopt nog, en een derde begint: Eén tegen een gemeente en twee tegen de landelijke overheid.

Hoe motiveren gemeentes het uitsterfbeleid?

Op papier wordt het niet vaak uitgewerkt, dus dan is het gissen. Maar ik sprak op een gegeven moment met twee fractiemedewerkers van een grote middenpartij. Toen ik vertelde dat we met dit dossier bezig waren, zeiden zij: ‘Waarom zou je woonwagenbewoners enige rechten gunnen? Het zijn toch maar broeinesten van criminaliteit’. Ik denk dat bewust of onbewust deze vooroordelen wel meespelen bij de gemeente.

Hoe dwingend zijn de uitspraken van het Europese Hof?

Heel. Het EH is niet op alle vlakken progressief, maar op het gebied va de woonwagenbewoners wel. Er zijn een aantal prachtige uitspraken van het EH, over discriminatie. De bekendste is DH en anderen tegen Tsjechië. Daar begint het EH de eerste twee pagina’s met de geschiedenis van de Roma in Europa en hoe ze de meest onderdrukte groep in Europa zijn op het moment.

De Wittenstein-zaak is ook een mooie uitspraak waarin het EH zegt: ‘Het wonen in een woonwagen is onderdeel van hun cultuur, daar moet je rekening mee houden’. En Nederland moet zich daaraan houden. Maar er is nog geen uitspraak van het EH rechtstreeks tegen Nederland. Dus dat moet dan via interpretatie.

Hoe verhoudt het beleid van Nederland zich tot andere Europese landen? Frankrijk wees een paar jaar geleden nog een hele groep het land uit.

Je hebt verschillende groepen Roma. Dus je hebt de Roma die hier al heel lang zijn, de Roma die in de jaren 70 uit voormalig Joegoslavië kwamen, en een groep uit de jaren 90. Er zijn echt pogroms tegen Roma in delen van Oost-Europa: zowel in landen als Bulgarije als in voormalig Joegoslavië.

Die groepen in Frankrijk zijn Roma die ook voor een groot deel uit Oost-Europa zijn gekomen. Maar dat is acht jaar geleden, toen kregen mensen allemaal wat geld en werden hun kampen ontruimd, dat was verschrikkelijk.

In Italië zijn er ook echt pogroms geweest en kampen in brand gezet. Je wordt er niet vrolijk van. In heel Europa.

De woonwagenbewoners zoals wij die kennen, de reizigers, die heb je vooral in Ierland, Engeland, België en Nederland. Zij worden ook gediscrimineerd, maar op sommige plekken spreken overheden zich uit dat ze iets willen doen. Maar over het algemeen is het geen pretje als je woonwagenbewoner bent.

Maar nu heb ik een paradox. Hoe kan het EH in dit Europa dan zo’n uitspraak doen?

Het EH is natuurlijk een ideologisch mensenrechtenhof, en is ervoor om landen te wijzen op hun mensenrechtenverplichtingen. Meestal zijn ze progressiever dan het beleid dat landen uitvoeren, vooral op punten als homorechten, vluchtelingen woonwagenbewoners, leeftijdsdiscriminatie, noem maar op. Omdat mensenrechten niet worden nageleefd.

Waarom kunnen rechters in de VS bij het Constitutioneel Hof progressieve dingen doen? Ze vertolken een deel van de moraal van de mensen die aan de macht zijn. Maar dan wel het meest progressieve deel, want het gaat om bescherming van fundamentele rechten.

Hun werk zou niet moeten zijn: het kijken naar de doelmatigheid van de wetten, of naar de economische belangen van de mensen die aan de macht zijn. Zo kan het dat rechters progressiever zijn dan regeringen.

En je merkt, hoe meer dat onder druk komt te staan, dan kun je twee dingen hebben: politieke benoemingen zoals in Turkije, zodat rechters nóg meer hun regering gaan verdedigen. En ook, zoals in Amerika maar ook wel in Nederland, dat rechters toch denken: ‘Mijn werk is om die fundamentele rechten te beschermen, en die overheid galoppeert daar nu aan voorbij. Ik ga ze tegenhouden.’