Congres scherpt FNV-agenda aan

Honderden afgevaardigden uit verschillende sectoren, netwerken en FNV-lokaal-afdelingen kwamen op 10 en 11 mei bijeen in Arnhem om de koers van de vakbond voor de komende vier jaar te bespreken. Vervolgens koos het ledenparlement een nieuw FNV-bestuur.
14 juni 2017

Door Hans Lammers

In de aanloop naar het congres formuleerden leden vanuit 44 verschillende sectoren, netwerken en afdelingen 400 wijzigingsvoorstellen op de aan hen voorgelegde congresresolutie. Deze congresresolutie legt het congres als advies voor aan het ledenparlement, dat daar als hoogste besluitvormend orgaan van de FNV op een later moment over besluit.

Veel leden benadrukten het werken vanuit de sectoren en het opbouwen van vakbondsmacht met meer aandacht voor kaderleden. De FNV kampt met een ledendaling en een afname aan vakbondskracht op de werkvloer, waardoor een trend als flexibilisering van arbeid moeilijk te keren is. Aanvankelijk wilde een aantal kandidaten voor het dagelijks bestuur dat zich als ‘dreamteam’ had gepresenteerd vooral hierop focussen met een sectoroverstijgende campagne, de zogenaamde Echte Banen-campagne.

Maar congresafgevaardigden van verschillende sectoren beargumenteerden dat er ook ruimte moet zijn voor eigen beleid, om van onderaf via de sectoren te kijken hoe de krachten het beste kunnen worden gebundeld. Dit sentiment tegen een van bovenaf opgelegd focus is de afgelopen jaren gegroeid doordat het dagelijks bestuur te weinig kaderleden betrok bij – vaak sectoroverstijgende – besluiten. Zo versmalde het dagelijks bestuur onder leiding van FNV-vicevoorzitter Ruud Kuin de massaal gedragen Red de Zorg-campagne in 2015 tot een onderdeel van de zorgsector. Hierdoor werden kansen verspeeld om de strijd te verbreden naar andere delen van de zorg en andere sectoren.

Tijdens het loonruimteakkoord datzelfde jaar moesten de ambtenaren een loonstijging uit eigen pensioenzak betalen, met negatieve gevolgen voor alle pensioenfondsdeelnemers. Daartegen voerde het dagelijks bestuur halfslachtig oppositie. Ook bleven kansen onbenut door kaderleden die wel wilden meedoen met de strijd niet erbij te betrekken. Tegen deze achtergrond stemde het nieuwe ledenparlement niet in met de kandidatuur van Ruud Kuin voor het dagelijks bestuur.

Het congres bracht ook verbreding aan in de focus op Echte Banen. Afgevaardigden pleitten voor een basisinkomen, verkorting van de werkweek naar 32 uur met behoud van koopkracht, een beter pensioenstelsel, groene banen die de klimaatverandering tegengaan, het terugdringen van privatisering in zorg, vervoer en onderwijs en een strijd tegen alle vormen van discriminatie.

De discussie over het basisinkomen is al even gaande binnen de FNV. Veel uitkeringsgerechtigden hebben moeite om rond te komen en worden geconfronteerd met bureaucratische regelingen. Wat ook meespeelt is de plicht om ‘vrijwillig werk’ te doen waarbij veel gemeenten je uitkering verlagen als je dit werk weigert. Feitelijk worden zo betaalde banen verdrongen doordat gewerkt wordt zonder loon. Het idee van het basisinkomen zet dit alles op zijn kop. Iedereen krijgt een inkomen waarvan je kunt leven zonder verplichtingen. Het congres stemde in met een onderzoek naar de haalbaarheid van een basisinkomen.

De discussies over het basisinkomen hebben ook te maken met de hoge werkloosheid en de angst voor verlies van een baan door robotisering en digitalisering. Voor de vakbond is het beter en tactischer om in te zetten op arbeidstijdverkorting met behoud van loon. Dat kan makkelijker concreet worden gemaakt, en afgedwongen via het stakingsmiddel.

Arbeidstijdverkorting met behoud van loon is een manier, om zowel de werkloosheid tegen te gaan als de opbrengsten van de productiviteitsstijging – door digitalisering en robotisering – naar de arbeidersklasse te laten gaan.

De koers waarvoor de congresafgevaardigden pleitten staat haaks op de wensen van werkgeversorganisatie VNO-NCW. Die ziet namelijk nu haar kans schoon om samen met een komend kabinet verdere verslechteringen door te voeren, zoals de verdere privatisering van de pensioenen en de WW, de afschaffing van de verplichting van de werkgever om door te betalen bij ziekte en verdere afbraak van ontslagbescherming en -vergoedingen, met grotere flexibilisering als gevolg.

Het dagelijks bestuur van de FNV heeft de laatste jaren vooral veel gepolderd en geprobeerd de neoliberale afbraak af te remmen aan de onderhandelingstafel met VNO-NCW en het kabinet. Daarmee heeft het bestuur zich juist medeverantwoordelijk gemaakt voor een gefaseerde afbraak.

Het nieuwe bestuur en het ledenparlement zouden hiermee moeten stoppen. We moeten ons richten op de plek waar werkelijk invloed wordt ontwikkeld. De koers waar de congresleden op aandrongen kan niet in de praktijk worden gebracht door door te blijven polderen. Werkelijke invloed aan de onderhandelingstafel krijgt de vakbond door macht op te bouwen van onderaf.

In het basisonderwijs geven docenten het goede voorbeeld door zich te organiseren tegen werkdruk en voor hoger loon. Ook bij Jumbo en Albert Heijn en bij Holland Casino leveren vakbondsleden eenzelfde strijd. We moeten voortbouwen op deze ervaringen om een gezamenlijke vuist te maken tegen de afbraakplannen van de werkgevers en een komend kabinet.