Hoe doorbreekt links de valse tegenstelling tussen neoliberalen en fascisten?

Een neoliberale bankier of een fascist. Dat is de weinig aanlokkelijke keuze die voorligt in de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen. Dit ligt in lijn met wat we in andere Europese staten zien. Hoe kan links op termijn weer een aantrekkingskracht worden?
4 mei 2017

Door Ewout van den Berg

Een graffiti piece met ‘Macron 2017, Le Pen 2022’ doet de ronde op social media. Bondiger kan de relatie tussen de neoliberale status-quo en extreem-rechts niet verwoord worden. Macron was minister van Economie onder Hollande en was medeverantwoordelijk voor het op autoritaire wijze doorvoeren van de vernietigende arbeidswet. Hij voerde campagne met een pleidooi om publieke voorzieningen te ontmantelen en de belasting op multinationals te verlagen.

Macrons populariteit laat de veerkracht zien van het neoliberale midden. Hij stapte uit de regering Hollande en heeft zich met behulp van de gevestigde media gepresenteerd als het ‘frisse alternatief’. Zijn succes doet denken aan dat van Ciudadanos in Spanje, de door en door neoliberale partij, die werd opgezet als een nog door regeren onaangetast project dat de wind uit de zeilen van het radicaal linkse Podemos moest nemen.

Het neoliberale midden is zo op cynische wijze in staat haar levensduur te rekken. Voor gewone mensen biedt het echter nog steeds geen alternatief. Het afbraakbeleid van deze partijen in combinatie met zondebokpolitiek richting moslims en vluchtelingen is koren op de molen van extreem-rechts. Tel hierbij de mondiale economische crisis die – ondanks het wensdenken van Rutte – nog steeds niet op haar dieptepunt is en Europa gaat een periode tegemoet van een verdere radicalisering van extreem-rechts.

Mélenchon

Maar het grote verhaal van de eerste ronde in Frankrijk was niet de overwinning van Macron of Le Pen, maar het succes van de radicaal linkse Mélenchon. Hij voerde campagne voor het terugbrengen van de pensioenleeftijd naar 60, een verkorting van de werkweek van 35 naar 30 uur en het terugdraaien van de gehate arbeidswet. De bijeenkomsten door het land, via hologram te volgen in andere grote zalen, deden denken aan die van Bernie Sanders.

Zijn opkomst was dé grote electorale verschuiving. Waar Le Pen 1,1 miljoen stemmen won ten opzichte van de eerste ronde in 2012, won Mélenchon er 2,6 miljoen. Onder stemmers tussen 18 en 24 jaar was Mélenchon het populairst, terwijl de jeugdwerkloosheid op 24 procent staat. De basis voor deze verschuiving naar links werd gelegd met de pleinprotesten van Nuit Debout en de grote stakingsbeweging afgelopen jaar.

Het is deze opkomst die de linkse Labour-leider Corbyn vertrouwen moet geven. De voorbeelden van Sanders en Mélenchon laten zien dat er veel mogelijk is in een korte tijd. De vraag hierbij is niet of hij snel een meerderheid kan winnen, maar hoe hij het platform van de verkiezingen kan gebruiken om de partij op te bouwen met een uitgesproken links profiel en een oriëntatie op sociale bewegingen.

Perspectief

Om een alternatief op te bouwen voor zowel het neoliberale midden als extreem-rechts, zijn drie punten belangrijk.

1. Radicaal links moet niet toegeven aan de druk van het extreme midden om ‘realistisch’ te zijn.

In het Verenigd Koninkrijk voerde Corbyn onder druk van de neoliberalen binnen zijn partij een campagne voor Remain. Nu de meerderheid heeft besloten uit de neoliberale EU te stappen, staat Corbyn onder grote druk ook campagne te voeren voor een nieuw referendum. Blair roept zelfs openlijk op om een stem op de liberalen of conservatieven te overwegen. Als je neoliberalen een vinger geeft, nemen ze je hele hand.

2. Strijd staat centraal, maar stemmen is niet onbelangrijk.

Radicaal links moet op straat een antifascistische beweging bouwen en oproepen om tegen Le Pen te stemmen. Dat mes snijdt aan twee kanten. In de eerste plaats voorkomt radicaal links met deze felle oppositie dat Le Pen zich kan presenteren als anti-systeemkandidaat en wortel schiet in de arbeidersklasse. De oproep van Mélenchon om ‘geen stem aan Le Pen te geven’ – in plaats van campagne te voeren vóór Macron – is dus erg welkom.

Ten tweede creëert radicaal links hiermee de beste uitgangspositie om na de tweede ronde direct de strijd te kunnen aanbinden met Macrons bezuinigingsbeleid. Radicaal-links blijft hiermee een afzonderlijke kracht in het politieke landschap en schaart zich niet, zoals bijvoorbeeld wel de Socialistische Partij, kritiekloos achter Macron.

Maar dat betekent niet dat links maar thuis moet blijven. Macron is een harde neoliberaal, hij vertegenwoordigt het politieke cynisme dat de basis heeft gelegd voor de opkomst van het Front National. Maar Le Pen is een fascist en daarmee een veel groter gevaar. Voor links in Frankrijk zou het voorkomen van een presidentschap voor Le Pen de hoogste prioriteit moeten hebben.

De Russische revolutionair Trotski beschreef het als de keus tussen twee vijanden: één met een pistool en de ander met dagelijkse kleine hoeveelheden gif. Door eerst diegene met het pistool uit te schakelen, koop je de tijd om ook van de andere vijand af te komen. Links moet president Le Pen voorkomen om daarna de strijd met Macron te kunnen aanbinden.

Op eenzelfde manier speelde Die Linke in Duitsland een belangrijke rol in de mobilisatie tegen het partijcongres van Alternative für Deutschland in Keulen. De mobilisaties hebben de druk op de AfD opgevoerd en hebben het fascistische karakter van een gedeelte van de partij verder blootgelegd. In de aanloop naar de verkiezingen in het najaar kunnen de protesten tijdens de G20 in Hamburg ook een belangrijk moment zijn voor Die Linke om zich te manifesteren als een principieel geluid op links.

3. Radicaal linkse formaties alleen zijn niet genoeg.

Er zijn organisaties nodig die zich ten doel stellen de bewegingen te bouwen en hun parlementaire werk hieraan ondergeschikt maken. De door Mélenchon gestarte beweging La France Insoumise was namelijk onzichtbaar tijdens de strijd tegen de arbeidswet vorig jaar.

De Nouveau Parti Anticapitaliste was te klein om echt te kunnen interveniëren binnen deze strijd, maar het zijn dit soort organisaties die nu opgebouwd moeten worden. Zij kunnen een schakel gaan vormen die de strijdterreinen verbindt, de beste activisten samenbrengt en richting kan geven aan de strijd.