In memoriam Jamal Ftieh (1961-2016)

Afgelopen december overleed onze vriend en kameraad Jamal Ftieh. Meer dan drie decennia was hij een trouwe medestrijder tegen oorlog, racisme en ander onrecht. We zullen hem missen.
14 februari 2017

Door Mark Kilian

Jamal werd geboren op 8 maart 1961 in Casablanca. Al in Marokko was Jamal politiek actief. Hij was lid van een studentenorganisatie, waarbinnen ook radicale socialisten actief waren. In 1984 werd Jamal, samen met duizenden anderen, gearresteerd. Na zijn vrijlating, twee jaar later, vluchtte hij naar het Europese vasteland.

Toen Jamal in 1987 in Nederland aankwam, zocht hij andere Marokkaanse activisten op. Hij werd actief bij het Democratisch Platform Marokkaanse Jongeren in Amsterdam (DPMA) en het KMAN. Het KMAN had ‘als massaorganisatie meer mogelijkheden’, ‘Als KMAN actie voerde kwamen er duizenden mensen’, vertelde Jamal in een interview in 2010.

Jamal beperkte zijn engagement niet tot ‘Marokkaanse’ vraagstukken. Hij was marxist, en liet zich inspireren door denkers uiteenlopend van Marx tot Ché Guevara. En Jamal was dus een internationalist. Hij streed mee tegen de oorlogen tegen Iran, Irak en Afghanistan, en was altijd solidair met de Palestijnse zaak.

Ik leerde Jamal kennen in deze periode, de vroege jaren 90. Hij stelde zichzelf bescheiden op, de gezamenlijke zaak kwam vóór alles. Wie het gesprek aanging, zag een man met een helikoptervisie, die actie probeerde te plaatsen in een context van een veranderende wereld.

Kritiek

Hij had scherpe kritiek op linkse organisaties in Nederland. ‘Vroeger waren de organisaties veel radicaler. Nu zijn ze van ketjap en mayonaise’, zei Jamal in 2010. Die kritiek strekte zich uit tot de organisaties die hem het nauwst aan het hart lagen, zoals het KMAN.

Jamal was een idealist in de beste zin van het woord. In 2002 ging het KMAN failliet door malversaties en een dubieuze politieke banden. Het was op dat moment dat Jamal voorzitter werd. Als ‘kampioen van een verloren zaak’ slaagde hij er toch in de organisatie overeind te houden.

Maar zijn institutionele verantwoordelijkheden hielden Jamal niet van straat. In de jaren 2003-2006 bleef hij, ook als voorzitter van KMAN, een trouwe bondgenoot in campagnes: Samen Tegen Racisme, tegen de oorlogen tegen Irak en Afghanistan, en voor Palestina. Ook de protesten van de 20-Februaribeweging konden de afgelopen jaren rekenen op Jamals steun.

Zijn positie bracht hem enkele malen in conflict met de autoriteiten. In 2003 doodde een politiekogel de 33-jarige Driss Arbib in een eethuis aan het Mercatorplein. Een agent beweerde dat hij met een mes werd bedreigd. ‘Een goed getrainde politieagent weet dat hij niet moet schieten om te doden. Deze agent heeft geschoten op een hoogte van 1,70 meter, dan weet je wat de gevolgen kunnen zijn’, zei Jamal in de pers. Hij schrok er niet voor terug om stevig stelling te nemen waar dat nodig was.

Inspiratie

Ongetwijfeld heeft Jamal een generatie jongere activisten geïnspireerd. We zouden ook zeker moeten putten uit de inzichten die hij in zijn lange politieke ‘loopbaan’ heeft laten zien. Zo weerlegde hij de beschuldiging dat pro-Palestina activisten antisemieten zouden zijn: ‘We richten ons tegen de politiek van de staat Israël. We demonstreren voor de rechten van het Palestijnse volk. Niet tegen de joden. Ik ben geen antisemiet. Ik ben toch zélf ook een semiet?’

Ongeveer anderhalf jaar terug bleek Jamal ernstig ziek te zijn. Desondanks bleef hij zich inzetten op elke mogelijke manier. De laatste maanden was hij actief over de dood van Mohsin Fikri. Hij bezocht protesten in zijn rolstoel, en spoorde mensen aan tot solidariteit met de beweging in Marokko.

Zijn vrienden en kameraden organiseerden een tijdlang bijna wekelijks bijeenkomsten voor en met Jamal. Deze ontmoetingsbijeenkomsten gingen zelfs door toen Jamal in het hospice moest worden opgenomen. Zelf benadrukte hij bij die gelegenheden het belang van verbinden en samenwerken.

Dat ging bij Jamal niet ten koste van politieke inhoud. Zijn kameraad Mo vertelde dat in november 2015 de band Nass El Ghiwane optrad in Amsterdam. ‘Maar het hele programma was propaganda voor het koningshuis en de Groene Mars. Toen ik het niet meer volhield om die propaganda te horen, ging ik me bij de organisatoren beklagen dat ze de band gebruikten voor propaganda. Ik liep erheen, en daar trof ik Jamal met dezelfde klacht. We hebben samen de organisatoren op hun pek gezet. Daar hebben we nog vaak om gelachen.’

Jamal is veel te vroeg overleden. Wij wensen zijn familie en andere vrienden veel sterkte toe met het dragen van dit verlies. Maar Jamal had altijd hoop, en zou willen dat wij die hoop blijven vasthouden. We kunnen hem niet beter eer betonen dan te volharden en door te gaan met de strijd voor onze ‘verloren’ zaken.

Op 18 februari is een herdenkingsbijeenkomst voor Jamal Ftieh in Amsterdam.

Met dank aan Mo Achahbar voor zijn bijdragen aan dit artikel.