IFFR op zoek naar weerwoord op Trumpocracy

De verkiezingsoverwinning van Trump heeft de filmwereld aan het denken gezet over haar maatschappelijk verantwoordelijkheid. Ook tijdens het Internationaal Filmfestival in Rotterdam (IFFR) is deze verschuiving in het bewustzijn goed merkbaar. Dat maakt deze editie tot de meest verfrissende in lange tijd.
6 februari 2017

Door Chihiro Geuzebroek

Het IFFR opent met de lichte absurde film LEMON van een zwarte filmmaakster die in haar film white privilege bevraagt op subtiele en ongemakkelijke wijze. In zijn openingsspeech windt IFFR-directeur Bero Beyer er geen doekjes om: de wereld bevindt zich in een verschrikkelijke politieke situatie en er is een verantwoordelijkheid voor filmfestivals en films om mensen over grenzen mee te nemen en empathie te wekken, nu meer dan ooit. Het raakt en ontroert tot de spotlight wordt gericht op Aboutaleb. De burgemeester liet in november 2016 nog tweehonderd mensen opsluiten omdat zij wilden demonstreren tijdens de Sinterklaasoptocht in Rotterdam.

Deze tweestrijd tussen een progressief festival die de (politieke) grenzen verschuift en ondervraagt, maar ook een blinde vlek heeft voor hoeveel het al is ingebed in een vervreemd politiek klimaat, is voelbaar gedurende het hele festival. Wel is het indrukwekkend hoe het IFFR in programmering en in discussiepanels bijdraagt aan het zichtbaar maken van het onbekende, empathie voor de onderdrukten en discussie over een wereld die in brand staat. Temidden van de realiteit van vervreemding, draagt het bij aan een beter cultureel klimaat.

Politiek

De darling film van het jaar is Moonlight, genomineerd voor 8 Oscars, waaronder die voor beste montage – de eerste keer dat een zwarte editor genomineerd is voor een Oscar). Het is een feestje om de bescheiden regisseur Barry Jenkins, zelf afkomstig uit armoede, in zijn masterclass te horen praten over film als ‘engine for empathy’.

Ook is er aandacht voor Jenkins’ eerdere short My Josephine over een Arabische man en vrouw in een wasserette waar de Amerikaanse vlag gratis wordt gewassen in een post-9/11 USA. ‘I heard being Arabic is the new black’, zegt Jenkins die in negen minuten met tederheid een opgelegd nationalisme uitlicht. Ook in de zaal aanwezig is Charles Burnet die al in 1978 Killer of Sheep maakte en later The Glass Shield – beide opgenomen in de programmering van de categorie Black Rebel op het IFFR.

Het is een volwaardige sectie van de programmering met kunstzinnige projecten als Rebirth of a Nation evenals een ontroerende korte docu als Bayard & Me. Wie wist dat de mentor van Martin Luther King een uit-de-kast relatie had en zijn jongere witte man enkel een erfenis kon nalaten door hem te adopteren?

Ook zijn er uitgesproken politieke films. Bamseom Pirates Seoul Inferno, nummer 3 op de lijst publieksfavoriet van het festival, volgt een tweekoppige herrie grindcore band in Zuid-Korea. Een lachwekkend scherpe film die giechelende jeugd volgt die het optreden van hun eigen band uitbesteden, omdat dat efficiënter zou zijn. De twee jongens worden vervangen door vier. Het liedje schreeuwt ‘Let’s privatize the arms and legs to create a high efficiency body. Let’s outsource the lungs and make the legs non regular workers. Since we don’t use our penises why not change them to non regular workers too?’ Met interviews in het kantoor van de directeur van een bezette universiteit en optredens waarbij Noord- en Zuid-Korea worden vergeleken met een keuze tussen ‘stront’ en ‘pis’ (‘geef mij water’) is het een kwestie van tijd totdat de autoriteiten zich met hun vrijheid van meningsuiting gaan bemoeien.

Discussie

Ook organiseert het IFFR industrie panels achter de schermen met opvallend hete discussies: Hoe blijft een festival trouw in tijden van ‘polarisatie’ (ongelijkheid)? Wat zijn nu al de gevolgen voor Mexicaanse filmindustrie met Trump in het Witte Huis? En hoe ga je om met kapotte marktmodellen in een snel veranderende wereld?

Een ding is duidelijk: dit is niet een tijd om te zwijgen. Dit is het ‘fuck it’-moment waarin mensen taboes doorbreken, angsten overwinnen en dialogen voeren zoals ik dat nog niet eerder heb gezien. Een mix van radeloosheid en verfrissende moed om sociale meerwaarde te bieden maakt een einde aan abstract gepraat over ‘betrokkenheid bij de samenleving’. In tegenstelling tot voorgaande jaren voel ik nu dat pijn, emoties en ervaringen van uitsluitingspolitiek een plek aan de tafel heeft.

Een mooi voorbeeld van hoe IFFR de uitdaging aangaat om vervreemding te bestrijden is het initiatief in de publieke ruimte. De trein van Amsterdam naar Dordrecht is ingericht als bioscoop met presentator, filmpjes en gratis popcorn. De IFFR-treinervaring biedt een warm bad in donkere tijden. Een simpele videoclip wordt vertoond van een oma die in het zonnetje wordt gezet met de hele buurt die de straat op komt; jong en oud, Nederlander van alle huidskleuren, met verschillende afkomsten die samen dansen op het liedje ‘So happy together’. De punchline van het videoclipje is dat iedereen een gebreide trui van de oma in kwestie aanhad en haar waardeerde als volwaardige dame op leeftijd met meerwaarde voor de wijk. Prachtig. Je verlaat de trein met een collectieve glimlach.

Favoriet

Mijn favoriet? Sami Blood, een adembenemend subtiel drama over een meisje uit Lapland die de dagelijkse shaming van haar inheemse afkomst niet trekt. Na de kolonisatie van het land van de Sami volgde een tijd van assimilatie. Kinderen moesten naar een Zweedse school om Zweeds te leren en hun eigen taal te vergeten. De school is ingericht om ze van hun eigen cultuur los te rukken en tegelijkertijd toekomstloos perspectief te bieden in de Zweedse samenleving. Wat wordt er dan bijgebracht? Schaamte en gehoorzaamheid.

Elle-Marja verzet zich tegen deze minderwaardigheid en zoekt haar toevlucht in de witte Zweedse wereld die op haar verborgen afkomst neerkijkt. De enige manier om haar aangenomen rol als Christina op te houden is haar eigen familie te bespotten als vieze, leugenachtige Sami. Als veertienjarige staat ze er al helemaal alleen voor. Alles doen om een toekomstperspectief te verwerven is een hoge prijs.

Met tranen in mijn ogen loop ik de zaal uit. Het is weer tijd om de straat op te gaan en zelf politieke monsters te bestrijden. En ik ben niet de enige in de culturele sector die er zo over denkt.