John Berger: een marxist die de kunstgeschiedenis transformeerde

John Berger, deze maandag op 90-jarige leeftijd overleden, was de belangrijkste schrijver over kunst van de afgelopen 60 jaar of langer. Er zijn mensen in de kunstwereld en -academies die dit oordeel niet zullen ondersteunen, maar gezien zijn invloed op de bredere cultuur over de gehele wereld, is het absoluut zo.
6 januari 2017

Door John Molyneux

Dit is des te opmerkelijker aangezien hij een weerbarstige rebel en marxist was. Eén van zijn vroegste werken, een verzameling van essays die hij schreef als de kunstcriticus van de New Statesman, heette Permanent Red. Deze titel was een verklaring van zijn overtuiging: ‘Ik zal nooit mijn verzet tegen de bourgeoiscultuur en -maatschappij verzwakken.’ Hij hield zich aan zijn woord.

Berger was veel meer dan een kunstcriticus. Hij was schilder, dichter, romanschrijver, scenarioschrijver, toneelschrijver, filosoof, essayist over politieke en sociale thema’s, en meer. De onderwerpen waar hij zich mee bezighield waren buitengewoon gevarieerd. Van schrijven over het leven van boeren in de Franse Alpen, bij wie hij meer dan 30 jaar van zijn leven heeft gewoond, tot het bekijken en onderzoeken van dieren en zijn een dialoog met Subcomandante Marcos van de Zapatista’s.

Zijn reikwijdte van kennis en fijngevoeligheid gaf zijn werken over kunst een bijzondere kracht. Dat waren dan ook zijn grootste intellectuele bijdragen waarvoor hij met name herinnerd zal worden. Dit brengt ons bij zijn bekendste werk: de tv-serie Ways of Seeing en het gelijknamige boek uit 1972.

Revolutionair

Het is tegenwoordig moeilijk om ons te herinneren of om uit te drukken hoe revolutionair deze tv-productie was. Ways of Seeing verschilde, zowel in vorm als inhoud, volledig van het soort cultuurprogramma’s dat de BBC maakte. Het bracht namelijk zonder compromissen een serieus marxistisch betoog naar voren over de gehele Westerse kunstgeschiedenis sinds de Renaissance. Het boek deed hetzelfde en samen vormden zij een uitdaging voor de manier waarop kunst normaal gesproken werd begrepen en gepresenteerd. Kunstgeschiedenis zou nooit meer hetzelfde zijn.

Berger keek naar olieverfschilderijen vanaf de vijftiende tot en met de negentiende eeuw. Zijn stelling was dat het kenmerkend was voor deze kunsttraditie om objecten en mensen weer te geven als dingen die als privé-eigendom dienden. Met andere woorden, deze kunst was een uitdrukking van kapitalistische maatschappelijke verhoudingen. Zijn redenering bevatte de kritiek dat vrouwen op deze schilderijen systematisch worden gepresenteerd als objecten om naar te kijken en om te bezitten, en niet als actieve, handelende subjecten. Dit was revolutionair voor Bergers tijd.

Een ander belangrijk boek was Bergers Success and Failure of Picasso uit 1965. Hierin legde hij uit waarom Picasso zo’n grootheid was en waarom zijn enorme rijkdom en roem hem isoleerde en schadelijk was voor zijn kunst.

Bergers werk kenmerkt zich door het vermogen een marxistische kritiek te voltrekken zonder de intense, creatieve betrokkenheid van de mens bij het produceren van een kunstwerk uit het oog te verliezen. Deze intense betrokkenheid was iets wat Berger zelf ook toonde in alles wat hij produceerde.

Persoonlijk was ik het vaak met Bergers oordelen over kunst oneens. Maar je kon zijn werk niet lezen zonder een intieme relatie aan te gaan met een uitzonderlijk betrokken mens. Zijn toewijding aan de emancipatie van de mensheid stond gegrift in elk van zijn woorden en blikken.

Dit is een vertaling van Socialist Worker.