Meer actie nodig voor Nationaal ZorgFonds

Het door de SP gelanceerde Nationaal ZorgFonds kan op steeds meer steun rekenen. Al meer dan 170.000 mensen hebben zich erbij aangesloten. Maar wat is er nodig om de marktwerking in de zorg ook echt af te schaffen?
7 oktober 2016

Door Angela Ettema

Sinds tien jaar geleden het ziekenfonds werd afgeschaft, moeten zorgverzekeraars met elkaar concurreren. Inmiddels wordt 90 procent van de markt beheerst door de vier grootste verzekeraars. Terwijl tweederde van de mensen nog nooit van verzekeraar is veranderd, geven deze kolossen tijdens het jaarlijks overstapcircus 252 miljoen uit aan reclame en marketing. Topbestuurders van zorgverzekeraars incasseren voor tonnen aan salaris.

Dit is allemaal geld dat niet wordt besteed aan zorg. Daarnaast heeft dit stelsel ook geleid tot steeds meer administratieve rompslomp voor zorgverleners en steeds meer macht van de zorgverzekeraars.

Bij de invoering van de marktwerking werd ons voorgespiegeld dat de zorg goedkoper zou worden. Maar zowel de premies als het eigen risico zijn steeds verder opgelopen. Voor mensen met weinig geld wordt de zorg daarom steeds ontoegankelijker. Het afgelopen jaar heeft 10 procent van de Nederlanders zorg gemeden of uitgesteld omdat ze de kosten van het eigen risico te hoog vonden.

Voor chronisch zieken en gehandicapten zijn de zorgkosten de afgelopen vijf jaar zelfs verdubbeld, stelt belangenorganisatie Ieder(in). Een woordvoerder van het Nibud, dat in opdracht van Ieder(in) onderzoek deed, stelt: ‘We zien bij alle onderzochte groepen van chronisch zieken en gehandicapten dat ze er jaarlijks meer dan een maandsalaris op achteruit zijn gegaan.’

Het Nationaal ZorgFonds is bedoeld om af te rekenen met al deze gevolgen van marktwerking. Het plan houdt in dat er in plaats van de zorgverzekeraars één inkoper van zorg komt en één polis. Anders dan de huidige basispolis omvat die ook fysiotherapie, tandzorg en geestelijke gezondheidszorg. Het eigen risico komt te vervallen omdat er geen boete hoort te zijn op ziekte.

Steun

De steun voor het initiatief is groot: in een peiling geeft 76 procent van de ondervraagden aan voor het Nationaal ZorgFonds te zijn. Mensen ondertekenen massaal de steunverklaring en regionale bijeenkomsten worden druk bezocht.

SP-voorzitter Ron Meyer zei bij Pauw: ‘Wat wij willen is de marktwerking uit de zorg slopen, tot op de bodem.’ Daarvoor is het nodig om een brede beweging op te bouwen. Het potentieel hiervoor bestaat ook zeker. Tot nu wordt de campagne echter slechts ondersteund door de SP, de Partij voor de Dieren, FNV Zorg en Welzijn, 50Plus, omroep MAX en de KBO-Brabant. De SP is de drijvende kracht achter de campagne, terwijl andere organisaties amper actief betrokken lijken te zijn.

Ook is niet duidelijk wat al die mensen die hun steun uitspreken eigenlijk moeten gaan doen en hoe het verdere actietraject eruit gaat zien. De nadruk ligt op het ophalen van handtekeningen en het verspreiden van actiemateriaal. Hierbij wordt de indruk gewekt dat het ophalen van een half of zelfs een heel miljoen handtekeningen genoeg is om te zorgen dat de gevestigde politieke partijen gaan luisteren. Dit is een gevaarlijke illusie.

Echte strijd

Er zijn grote graaiers die door het huidige stelsel gigantische bedragen binnenharken. Denk aan directeurs van zorgverzekeraars, de farmaceutische industrie, maar ook types als Sander Spijker, de echtgenoot van minister Schippers, die zorginstellingen adviseert zo veel mogelijk te declareren. Deze lieden zullen niet stoppen met hun lucratieve praktijken omdat honderdduizenden mensen een handtekening hebben gezet. Om een daadwerkelijke omslag te bereiken, is echte strijd nodig, op straat en op de werkvloer. Met alleen petitielijsten en toespraken van SP-kopstukken komen we er niet.

De plaatselijke actiecomités die nu gevormd worden kunnen meer mensen en organisaties actief betrekken bij de campagne. Dan kunnen we in de loop naar de verkiezingen druk uitoefenen op de politieke partijen om het stelsel echt te veranderen. Vooral de vakbeweging zou meer moeten doen en moeten kiezen voor een benadering die de sectoren overstijgt. Tot nog toe heeft alleen FNV Zorg en Welzijn zich achter het Nationaal ZorgFonds geschaard. Bestuurders in andere sectoren houden zich op de vlakte of vrezen voor de werkgelegenheid bij de zorgverzekeraars.

Het Ledenparlement zou als sectoroverstijgend orgaan het Nationaal ZorgFonds op de agenda moeten zetten. Niet alleen zorgwerkers, maar ook brandweermensen, docenten en metaalwerkers hebben immers belang bij goede en toegankelijke zorg.