Algehele staking op Curaçao leidt tot klinkende overwinning

Afgelopen donderdag vond op Curaçao een algehele staking plaats uit solidariteit met contractarbeiders in de olie-industrie en tegen repressief beleid vanuit de regering. Dezelfde avond haalden de stakers al hun eisen binnen en lieten daarmee zien dat strijd en onderlinge solidariteit loont.
20 september 2016

Door Jeroen van der Starre

Na drie weken staken hebben contactarbeiders die onderhoud plegen aan de raffinaderij Isla en de Curaçao Oil Terminal een glansrijke overwinning geboekt. Al hun eisen werden ingewilligd. Het personeel bij aannemersbedrijven die onder contract staan bij de olie-indrustrie werkten al sinds 2012 niet meer onder een cao. Naast een loonsverhoging van 8 procent dit jaar, 5 procent in 2017 en 4 procent in 2018, eisten zij daarom een eenmalige compensatie van 3000 gulden (zo’n 1.500 euro) voor de jaren dat zij geen cao hadden.

De staking escaleerde afgelopen week als reactie op een repressieve opstelling van de regering. Rechters verboden blokkades van de stakers, verschillende van hen werden gearresteerd. Minister van Justitie Nelson Navarro vaardigde een decreet uit dat blokkades en samenscholing verbood. Op die manier werd geprobeerd om de staking te criminaliseren. Ook riep de regering de hulp in van de Koninklijke Marine om ‘harde bijstand’ te verlenen tegen de stakers.

De stakingsbeweging viel samen met vakbondsverzet tegen de Landsverordening Optimalisatie Overheidsgelieerde Entiteiten. Deze wet, die in augustus werd aangenomen, maar nog niet in werking is getreden, legt allerlei regels op aan bedrijven waarvan het Land Curaçao meer dan 50% eigenaar is. Deze regels gaan niet alleen over hoeveel dividend deze bedrijven moeten uitkeren, maar leggen ook wettelijke beperkingen op aan de lonen van al het personeel bij deze bedrijven. Vakbonden dreigden dus volledig buiten spel te worden gezet.

Geïnspireerd door het felle en aanhoudende verzet van de stakers riepen 23 vakbonden vorige week woensdag een algehele staking af. Uit solidariteit met de stakers in de olie-industrie, maar ook tegen het decreet van de Minister van Justitie en Landsverordening. Donderdag lag Curaçao grotendeels plat door de staking. Vanaf de ochtend zat een groot deel van het eiland zonder stroom.

Overwinning

Dezelfde avond nog kwamen de werkgevers en de regering over de brug: vanwege de grote druk op de hele economie van het eiland trokken andere werkgevers de portemonnee om de benodigde 1,8 miljoen gulden (900.000 euro) bij elkaar te krijgen voor de eenmalige uitkering voor de ‘Isla-stakers’. Het openbare orde decreet werd ingetrokken. Ook zei de regering toe dat de gewraakte Landsverordening niet in werking zal treden voordat erover met de vakbonden onderhandeld is.

Dit is dus een belangrijke overwinning voor de stakers en een voorlopige overwinning voor de Curaçaose vakbeweging als geheel. Dat de eisen van de stakers zo snel werden ingewilligd laat niet alleen zien dat er ruimte is voor looneisen, maar ook hoe bang de werkgevers zijn voor een escalatie van de strijd. Deze stakingsacties hebben veel gedaan voor het zelfvertrouwen van vakbondsleden op Curaçao en politici en de werkgevers hebben dit heel goed door.

Het vertrouwen in de politiek is onder Curaçaoënaars extreem laag – slechts 4 procent heeft vertrouwen in de regering en het parlement en slechts 2 procent in politieke partijen. In die context vertegenwoordigt de opkomende arbeidersbeweging nieuwe hoop. Dit zou aanleiding moeten zijn voor een zelfverzekerde en strijdbare opstelling van de vakbonden. In de eerste plaats om te vechten voor een beter leven voor bredere groepen arbeiders op Curaçao – waar een kwart van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Maar ten tweede om de Landsverordening straks volledig van tafel te krijgen. Met een opkomende arbeidersbeweging en nieuwe parlementsverkiezingen over slechts twee weken lijkt Curaçao een stormachtige periode in te gaan.