Revolutionair socialisten in het Ierse parlement: ‘De echte macht ligt op straat’

In februari werden zes leden van het Ierse Anti Austerity Alliance/People Before Profit in het parlement gekozen. Janneke Prins sprak met Brid Smith en Richard Boyd Barrett van People Before Profit over de redenen van hun succes. Brid is nieuw gekozen, voor Richard is het zijn tweede termijn als parlementariër.

RyanAir CEO Michael O’Leary noemde jullie de ‘freaks of politics’, wat vinden jullie daarvan?
15 juli 2016

Brid: Dat is een groot compliment van iemand die heel erg tegen vakbonden is en helemaal aan de kant staat van het Europese project en de heersende elite in Ierland. Het is een compliment, omdat hij ons ziet als stemmen van gewone werkende en werkloze mensen. Wij zijn tegen de agenda die hem rijker maakt en de grote meerderheid van ons verarmt, daarom denkt hij dat wij freaks zijn.

Richard: Hieruit blijkt dat de baas van een van de rijkste bedrijven van Europa zich bedreigd voelt door onze agenda, want die bestaat uit het idee om een deel van zijn rijkdom af te pakken en het terug te geven aan de rest van de maatschappij. Hij betaalt nauwelijks belasting, dus als hij bang voor ons is, zijn we goed bezig.

We vieren nu de honderdste verjaardag van de Ierse Revolutie en we vieren ook de Brexit. Wat voor invloed heeft de Brexit op jullie agenda en de speciale relatie die Ierland met Engeland heeft?

Richard: Ik denk dat het een positieve stem is, omdat het het Europese imperium verzwakt. De EU zet zichzelf graag neer als een progressief instituut, maar in werkelijkheid is het een vehikel voor de multinationals om privatiseringen door te drukken, om brute bezuinigingen door te voeren in Ierland, Griekenland, Portugal en Spanje en om de belangen van financiële elites te verdedigen. Dus dat deze elite een dreun krijgt in Engeland is een overwinning voor iedereen die strijdt voor een socialer en menselijker Europa.

Jullie zien de Brexit dus niet als een stem tegen Oost-Europese migranten?

Brid: Absoluut niet. Ik denk dat we moeten opkomen voor migranten en vluchtelingen en dit geen excuus laten zijn voor racisten en extreem-rechtse figuren om te zeggen dat je terug moet naar waar je vandaan komt. Dat werpt de vraag op waar je dan naar terug moet. Migratie hoort bij de menselijke geschiedenis. We moedigen het dus niet aan om de vluchtelingen aan te wijzen als schuldigen aan het gebrek aan goede huisvesting of aan werkloosheid. We spreken ons daar sterk tegen uit en ik geloof dat er voldoende middelen in de wereld zijn om eerlijk te delen zodat iedereen wordt voorzien van een huis, een opleiding, een baan en goede zorg.

Het probleem is dat de grote meerderheid van de rijkdom in handen is van een kleine elite. Dat moeten we omgooien, zodat de grote meerderheid van de rijkdom in handen komt van de meerderheid. Het wordt tijd dat de rijken slechts een deel van de taart krijgen en niet de hele bakkerij.

Er wordt gezegd dat de economie weer aantrekt. Wat doen jullie om daar gebruik van te maken?

Richard: Ik denk dat het punt is dat de crisis van de afgelopen acht jaar door de elite gebruikt is als excuus om een aanval in te zetten op onze salarissen en om publieke diensten uit te kleden. Nu zegt de elite dat de economie weer succesvol is. Nou, dan willen wij graag alle dingen die ze van ons heeft afgenomen terug. En misschien zelfs een beetje meer. Dus we zetten onze eigen propaganda in om de economische onzin van neoliberalisme te ontmaskeren.

Ik bedoel, het is gewoon niet waar dat als bedrijven winst maken, dat dat goed voor ons allemaal is. Het succes van een economie zou moeten worden gemeten aan het feit dat iedereen een dak boven het hoofd heeft, een fijne baan heeft en zijn er fatsoenlijke publieke diensten – in plaats van een aantal bankiers en bedrijven die superwinsten maken en geen belasting betalen.


Wat was de impact van de crisis op het leven van gewone Ieren?

Brid: Die was verschrikkelijk voor de armste vijftig, misschien zestig procent van de samenleving. De minister die de Trojka-bezuinigingen invoerde, had het over het plukken van het laaghangende fruit. Daarmee doelde hij op het aanpakken van de zwaksten in de samenleving: mensen met een beperking, gepensioneerden, travellers (dat zijn Roma in Ierland, red.), fondsen voor blijf-van-mijn-lijfhuizen voor slachtoffers van huiselijk geweld, studiefinanciering… you name it, he did it.

En zoals Richard daarnet al zei, het is nu tijd voor het laaghangend fruit om terug te schreeuwen naar hem. Daarom moeten we nu gebruik maken van de aantrekkende economie en niet wachten op nog meer pijn en ellende in de volgende crisis. Want wie weet wanneer het weer misgaat in Ierland, Europa, Amerika, China…

Een voorbeeld van het plukken van laaghangend fruit was het plan om een waterheffing in te voeren. Wat gebeurde er, hoe hebben jullie teruggevochten en waarom wil de EU jullie aanklagen voor de overwinning?

Richard: Een van de Trojka-eisen was het invoeren watermeters in de huizen, waarvan wij het idee hadden dat het zou leiden tot privatiseren van water. Dus we hebben een belangrijke rol gespeeld in het opzetten van acties hiertegen die uitmondden in een massaprotest van burgerlijke ongehoorzaamheid. Er was een enorme boycot en er we zagen de grootste demonstraties in de moderne Ierse geschiedenis. Dat heeft geleid tot de verkiezing van een aantal radicale activisten in het parlement tijdens de verkiezingen in februari.

Het heeft er ook toe geleid dat de regering de privatisering van water heeft uitgesteld. Uitgesteld, maar niet afgeblazen… ze zijn wel erg bang om ermee door te gaan. Dus dat is een overwinning. Maar de EU pikt dit niet, Brussel heeft onmiddellijk te kennen gegeven dat het niets geeft om een democratische stemming tijdens verkiezingen of de massabeweging die gevochten heeft tegen de waterprivatisering. We zijn dus in directe confrontatie met de EU.

Hoe zien jullie de verhouding tussen jullie rol in het parlement en de beweging op straat?

Richard: Het belangrijkste doel om revolutionairen in het parlement te hebben, is om het als een platform te gebruiken om de beweging op straat te voeden. Of het gaat om arbeidersrechten, vrouwenrechten, de strijd tegen racisme: de echte macht om dit te veranderen ligt op straat. We hebben dat platform al op deze manier kunnen gebruiken tijdens de watercrisis. We maken altijd wel heel duidelijk dat parlementariërs niet degenen zijn die verandering brengen. Ze moeten zich niet als groter of meer voordoen dan ze zijn, ze hebben geen grotere stem in de organisatie dan de activisten aan de basis.

Brid: Ik wil daar nog aan toevoegen dat Richard dat al op een goede manier heeft gedaan toen hij nog als enige revolutionair in het parlement zat. Het was belangrijk voor het eenheidsfront om iemand in het parlement te hebben die met de vakbonden en de verschillende gemeenschappen praat over de gezamenlijke aanpak. Mensen aanbaden hem niet, maar namen zijn politieke punten wel heel serieus daardoor. Het helpt dus echt.