Brazilië: protest tegen parlementaire staatsgreep

Tienduizenden betogers gingen de straat op na de controversiële afzetting van president Dilma Rousseff. Haar Partido dos Trabalhadores (Arbeiderspartij) was al maanden in opspraak wegens vermeende betrokkenheid bij een corruptieschandaal bij het staatsoliebedrijf Petrobras. De neoliberale Michel Temer is sinds april interim-president.
10 juni 2016

Door Nick Kröger

De afgelopen weken gingen betogers de straat op om te protesteren tegen de ‘parlementaire staatsgreep’ tegen Rousseff. Op 12 mei demonstreerden 20.000 Brazilianen in São Paulo, een dag later riepen ambtenaren van het ministerie van Cultuur in de hoofdstad Brasilia ‘Cultuur Ja! Coup Nee’. Ondertussen bezetten scholieren 33 scholen in de staat Ceara en tientallen scholen in Rio de Janeiro, São Paulo en Rio Grande do Sul.

De Movimento dos Trabalhadores Rurais Sem Terra (MST, de landloze arbeidersbeweging), speelt een belangrijke rol in de protesten. João Pedro Stedile, leider van de MSTbeweging, roept op tot mobilisatie tegen wat hij beschrijft als een coup d’état: ‘Een coup zonder tanks, maar daarom niet minder destabiliserend.’ Stedile benadrukt het belang van de acties op straat omdat ‘een periode van strijd en politieke, sociale en ecologische crises op handen is’.


Rechts

De gevestigde politiek in Brazilië ligt al langer onder vuur. In de laatste jaren is het duidelijk geworden dat een schrikbarend hoog aantal vooraanstaande Braziliaanse politici betrokken is bij grote corruptieschandalen, onder wie ook leden van Rousseffs Arbeiderspartij. Met de aanval op Rousseff probeert rechts de aandacht ervan af te leiden dat rechtse politici een sterkere traditie hebben met corruptieschandalen.

De afgelopen maanden is een rechtse wind gaan waaien in Latijns-Amerika. De coup in Brazilië is een belangrijke stap terug. Het land is de grootste economische, demografische en militaire speler van Latijns-Amerika. Ook traditioneel linkse bolwerken als Venezuela en Uruguay ondervinden steeds meer tegenstand vanuit rechtse hoek. ‘Progressieve’ regeringen geven steeds meer toe aan de druk vanuit Washington om hun economieën te ‘hervormen’.

De Braziliaanse economie stagneert sinds 2011 en bezuinigingen door Rousseffs regering op sociale voorzieningen en pensioenen veroorzaken dat de levensstandaard van de armere delen van de bevolking keldert. Rousseff is daardoor minder populair dan haar voorganger Lula, de vakbondsman die president was tussen 2003 en 2011. Het parlement, althans een deel ervan, heeft de afzettingsprocedure geïnitieerd op basis van de beschuldiging dat er gesjoemeld zou zijn met de begroting, een vergrijp dat een dergelijke procedure grondwettelijk mogelijk maakt.

De protesten van de afgelopen weken hebben echter laten zien dat de bevolking zich niet zomaar bij deze staatsgreep neerlegt en de bereidheid toont om langdurig actie te voeren. Eerdere protesten rondom het WK voetbal in 2014 en de verhoging van prijzen van het openbaar vervoer in 2013 hebben daarvoor de basis gelegd.

Noot redactie. Inmiddels heeft de hoofdaanklager van Brazilië gevraagd om een aantal arrestaties, waaronder van voormalig parlementsvoorzitter Eduardo Cunha, Senaatsvoorzitter Renan Calheiros en leider van de regerende PMDB-partij Romero Jucá.