De kwestie Böhmermann – over slechte satire en een knuffelende bondskanselier

Waarom Böhmermanns smaadschrift over de Turkse president Erdogan satire is, maar niet bijzonder goede satire. En waarom Merkel wel knuffelt, maar daarmee nog geen marionet is. Een kritische beschouwing door Martin Haller.
5 mei 2016

Toegegeven, we zijn te laat met onze opmerkingen over de kwestie van Jan Böhmermann. De reden is simpel: We dachten dat het niks voorstelde. Een vergissing?

Dat een gedicht, dat laat in de avond in een satirisch programma op een themakanaal werd voorgedragen, tot een kleine staatsaffaire kon uitgroeien is in de eerste plaats de schuld van de bondsregering. Omdat Angela Merkel haar onmenselijke deal met de regering Erdogan niet in gevaar wilde brengen heeft ze een strafrechtelijke vervolging van Böhmermann goedgekeurd wegens het beledigen van een buitenlands staatshoofd.

Verrassend was die beslissing overigens niet, omdat er voor de federale overheid veel op het spel staat. Met de EU-Turkije-deal moet het breekbare Fort Europa hersteld worden. Merkel is daarvoor blijkbaar zelfs bereid zich kwetsbaar te maken voor de beschuldiging van onderdanigheid aan de Turkse president.

Martelaren van de onafhankelijke satire?

In plaats van een discussie over gesloten grenzen voor de vluchtelingen is er nu een escalerende discussie over de grenzen van de satire. Terwijl de ene kant de vrijheid van kunst en meningsuiting bedreigd ziet en Böhmermann tot een martelaar van onafhankelijke satire stileert, spreekt de andere kant van een stijlloze actie die niets met satire te maken heeft en vervolgd moeten worden. Beiden zitten verkeerd.

Iedereen die de satirische bedoeling van Böhmermanns gedicht ontkent heeft zijn bijdrage niet begrepen of wil die niet begrijpen. Böhmermann bespot Erdogans verontwaardiging naar aanleiding van een eerdere, relatief onschuldige, satirische video in het programma Extra 3. Maar hij had net zo goed, in plaats van suffe beschimpingen, voor een treffende scherpe aanval op Erdogan kunnen kiezen waarmee hij heel goed had kunnen aantonen dat satire elk onderwerp aankan.

Böhmermann ging echter een stap verder. Door te blijven herhalen dat hij iets illegaals ging doen, maakte hij duidelijk dat hij buiten het kader van satire stapte. Hij ging over op grove beledigingen. Satire moet overdrijven en wanneer het zichzelf en zijn grenzen tot onderwerp maakt, zoals Böhmermann dat deed, dan moet het ook zijn eigen perspectief overstijgen.

Racisme is niet grappig

Het probleem met Böhmermanns bijdrage is niet dat het gedicht zelf een platte en kinderachtige belediging was – dat was namelijk precies de bedoeling. Het probleem is dat een witte Duitse komiek in zijn gedicht racistische en homofobe motieven verwerkt en dat op de televisie voordraagt. Böhmermann is geen racist – hij heeft zich in de afgelopen maanden herhaaldelijk tegen Pegida en de Alternative Für Deutschland (AfD) uitgesproken. Maar hij moet niet verbaasd zijn als, in een land waar mensen dagelijks met racistische vooroordelen geconfronteerd worden, veel van zijn verzen terecht gezien worden als misplaatst en beledigend.

Dat het in de gepolariseerde en racistisch geladen sfeer in Duitsland de islamofoben, vreemdelingenhaters en extreem-rechts zijn die het gedicht vieren en opgetogen verspreiden zonder zijn bijdrage echt begrepen te hebben, laat zien hoe gevaarlijk het is om met racistische clichés te spelen. Vorm en inhoud staan niet los van elkaar, ook niet in satire. Voor de AfD, die later deze maand [april – red.] op hun nationale partijdag zal beslissen of ze zich zal concentreren op haar anti-islam-koers, is Böhmermanns actie natuurlijk een geschenk uit de hemel.

Satire is goed als het naar de bovenkant schopt, niet naar de onderkant van de maatschappij. Het is goed als het clichés en vooroordelen onthult en ontmaskert, niet als het die aanmoedigt. Böhmermann heeft niet naar beneden geschopt, maar hij heeft geschopt zonder zich af te vragen welke voet hij gebruikt. Waarom hij zijn boodschap in een louter racistische motieven heeft verpakt, weet hij alleen, want Erdogan ‘geitenneuker’ noemen is net zo ongepast als bijvoorbeeld Netanyahu voor ‘joods varken’ uitmaken. Böhmermann had het racisme en de homofobie uit zijn gedicht moeten weglaten. Nu heeft zijn actie, op zijn zachtst gezegd, een zeer slechte bijsmaak. Alsof je moslims alles mag aandoen – als je het maar kunstvrijheid noemt.

Is kanselier Merkel aan het knuffelen?

Dat de bondsregering aan de Duitse justitie de opdracht gaf om te bepalen of het hier om het beledigen van een buitenlands staatshoofd ging, is – zeker met de redenering dat alleen de rechter daarover gaat – belachelijk. De Duitse justitie had al op een of andere manier laten blijken dat Erdogan zelf al een aanklacht had ingediend. Het betreffende wetsartikel zou al afgeschaft worden, dus waarom het dan toch nog een laatste keer gebruiken?

Het is onjuist om in de kwestie Böhmermann het bewijs te zien dat de Duitse regering zich als een marionet van Erdogan gedraagt. Het is onjuist dat Merkel naar de pijpen van Erdogan zou dansen. Integendeel, de deal met Turkije is in de eerste plaats in het belang van de bondsregering die hiermee een einde maakt aan de vluchtelingenstroom richting Europa zonder daaraan zelf de handen vuil te maken. Ondanks de schijn van onderdanigheid aan Erdogan in de kwestie Böhmermann, is Merkel er niet alleen in geslaagd om haar leidende positie in de EU te behouden, maar ook om Turkije in dit vluchtelingenprobleem tot lakei van Europa te maken. Natuurlijk vraagt Erdogan daar een prijs voor, maar het is duidelijk wie hier de werkelijke opdrachtgever is en wie de lakei.

Drie wensen om mee te eindigen

Ten eerste hoop ik dat Böhmermann weer uit zijn schuilplaats tevoorschijn komt en van de toegenomen aandacht voor zijn persoon gebruik maakt door scherpe satire zonder racisme te maken – misschien voor de verandering ook eens satire tegen onze eigen heersers en hun vuile trucs, in plaats van alleen tegen de heersers in Turkije.

Ten tweede, laat deze kwestie eindelijk naar de achterpagina van de roddelbladen verdwijnen, waar het hoort, zodat het publieke debat zich weer op belangrijkere zaken kan richten, zoals de vluchtelingenbeleid en Turkije-politiek van de Duitse regering en de EU.

Als laatste, bewaar domme thema’s in de toekomst alsjeblieft voor de zomermaanden.

Dit is een vertaling van een artikel dat eerder verscheen in Marx21.