Antikapitalistische kunst in Amsterdam
De avond begint met een lied. ‘Shine on black diamonds, who want to be free’, zingt zanger en rapper Gery Mendes: Het klinkt als een hartenkreet. Daarna is het woord aan Bell om samen met Emory Douglas de tentoonstelling BELL invites te openen. De vele bezoekers vullen de hele ruimte. De meerderheid van de aanwezigen is jong en gekleurd.
De kunstenaars zitten op twee standstoelen onder een parasol op een stukje kunstgras. Boven hen hangt een bord ‘Aboriginal Ambassade’. ‘Nu bezit 1% schandalige rijken 90 procent van de wereld’, zegt Bell. Als kunstenaars willen zij daar iets aan doen. ‘We willen kunst die reflecteert op sociale zaken’, valt Douglas hem bij. Hij krijgt bijval uit de zaal. ‘Dit soort tentoonstellingen zie je nooit in het Stedelijk Museum’, wordt er geroepen.
Bell is een bekende Australische kunstenaar. Hij is politiek activist en onderdeel van een Aboriginal kunst collectief. Hij werkt al langere tijd samen met Emory Douglas, voormalig Minister van Cultuur van de Black Panther Party. Samen hebben zij de muurschilderingen gemaakt.
De politieke lading spat ervan af. ‘Eigenlijk is dit antikapitalistische kunst. Het maakt niet uit hoeveel geld je hebt. Je kan deze schilderijen niet kopen’, zegt Bell. Daarnaast is er ook werk van lokale kunstenaars Brian Elstak, Farida Sedoc en Quinsy Gario. Zo is het eerste shirt te zien dat Gario maakte voor het project ‘Zwarte piet is racisme’.
Naast deze artiesten werkt ook de University of Colour mee aan dit project. Deze groep is ontstaan tijdens de Maagdenhuisbezetting en spreken zich uit tegen racisme en voor dekolonisatie. Zij hebben geholpen met het opbouwen van de tentoonstelling. ‘Zij zijn de toekomst. Zij kunnen hun menselijkheid en de waarde van het collectief weer herontdekken.’
De curator van de tentoonstelling, Vivian Ziherl, heeft ook bredere samenwerking opgezocht met het HipHopHuis in Rotterdam, dansers Ritzah Statia en 020 Crew, een Hiphop danscollectief. Met hen is er op de laatste dag van de tentoonstelling, 19 maart, een Jam.
De sfeer is levendig en bruisend door de aanwezigheid van al deze verschillende mensen. Jong, gekleurd, wit, oud, man en vrouw. Iedereen is gekomen om zich te vergapen aan de werken en een stukje verzet en zwarte cultuur in de Amsterdamse binnenstad te zien. Emory Douglas geeft ze een boodschap mee: ‘Zeg tegen al je vrienden, familieleden en kennissen dat ze hierheen moeten komen om verlicht te worden.’
BELL invites, t/m 19 maart in het Stedelijk Museum Bureau van Amsterdam, Rozenstraat 59