Bericht uit bezet Palestina: landroof en protest

Sinds een maand wordt er gesproken over de Derde Intifada. Deze opleving van de Palestijnse vrijheidsstrijd wordt aangevoerd door een nieuwe generatie Palestijnen die maar één doel heeft: Palestina bevrijden van de Israëlische bezetting. De komende twee weken zit ik in Palestina om te leren over de bezetting, het verzet van de Palestijnen en manieren waarop wij, buiten Palestina, deze strijd kunnen helpen versterken.
3 november 2015

Door Thomas Hofland

Mijn reis door Palestina begint op Ben Gurion Airport in Tel Aviv/Jaffa. In het shuttlebusje naar Jeruzalem zit ik toevallig naast twee Nederlanders: een man die in Israël woont en een vrouw die bij hem op bezoek komt. De man vertelt dat er vorige week een Israeliër is neergestoken in een bus in Jeruzalem. ‘Op elke bus rijdt nu een gewapende militair mee, dat hadden ze van mij best eerder mogen doen. Als iemand een mes trekt, schieten ze meteen. Dat geeft me een veilig gevoel!’

Voor deze mensen staat het Israëlische leger gelijk aan veiligheid. Maar wat ze niet in willen zien is dat hetzelfde leger de oorzaak is van de steekpartijen. Zolang het Israëlische leger Palestijns land bezet, zullen de Palestijnen terugvechten – op elk mogelijke manier.

Roof

In Jeruzalem aangekomen, wacht ik bij een tramhalte om met de auto opgehaald te worden door de mensen bij wie ik de nacht zal verblijven. Onderweg naar huis vertelt het gezin waar ik slaap dat de trambaan is aangelegd om twee (illegale) Israëlische nederzettingen met elkaar te verbinden. ‘Israël beweert dat de tram voor zowel Israëli’s als Palestijnen is, maar zodra een arabier instapt wordt hij/zij aangevallen.’ Ook loopt de trambaan, net als een autoweg-in-aanleg, door Palestijns gebied (het dorp Shuffat) zonder toestemming van de Palestijnse bevolking. Dit zijn twee voorbeelden van Israëlische landroof.

Thuis word ik door het gezin warm ontvangen met een uitgebreide maaltijd en verhalen over de bezetting en het verzet. Israël houdt de vader al een paar jaar gevangen en hun huis is ‘illegaal’: het is gebouwd zonder bouwvergunning. Bouwvergunningen worden vrijwel nooit toegekend aan Palestijnen en de procedure kost veel tijd en geld (tienduizenden euro’s).

De volgende ochtend ga ik samen met andere leden van Studenten voor Rechtvaardigheid in Palestina naar Universiteit van Birzeit, vlakbij Ramallah. We hebben een afspraak met Hanada, een docente die lid is van de personeelsraad die verantwoordelijk is voor de academische boycot van Israël.

Ze vertelt over de manieren waarop de academische vrijheid van de Palestijnen wordt geschonden in zowel Palestina als in Israël. Palestijnse onderwijsinstellingen worden grofweg vernietigd en studenten komen Israëlische checkpoints niet door, waardoor ze niet bij de universiteit kunnen komen. Israëlische universiteiten geven Palestijnen een beperkte studiekeuze (bijvoorbeeld geen chemie).

Protest

De Boycot, Desinvesteren en Sancties (BDS) (http://www.bdsmovement.net) campagne wordt door de hele universiteit gesteund. Maar het verzet van veel studenten gaat verder dan deze geweldloze campagne. Op donderdag is er een protest, georganiseerd door de gehele (!) studentenraad. De studentenraad bestaat uit 51 zetels die als volgt zijn verdeeld: Hamas (26), Fatah (13), Progressive Democratic Pole (5) en Left Unity (1). Zo’n 500 studenten verzamelen zich om twaalf uur op de campus. Volgens een student zijn het er normaal ‘tien keer zoveel’, maar de regen houdt hen weg.

Na een aantal speeches stappen we met vijftig studenten in een bus, op weg naar Beit II. Dit is een Israëlische nederzetting, vlakbij Ramallah. Als we de bus uitstappen worden veel gezichten bedekt, een paar flessen water gekocht en ‘slingshots’ in orde gemaakt. Zo’n 500 meter verderop staat het Israëlische leger ons op te wachten. De weg* wordt geblokkeerd met een vangrail, brandende autobanden, stenen en metalen afvalcontainers.

Vrijwel meteen schiet het Israëlische leger met traangas, geluidskogels en rubberkogels. Na een tijdje komen er metalen kogels bij. Het wapenarsenaal van de Palestijnen bestaat uit stenen, veel lef en een onuitputtelijke strijd- en levenslust. Ik durf niet dichtbij te komen, al zit er hoogstens honderd meter tussen mij en de voorste linie. Overal is de grond bezaaid met allerlei soorten kogels en granaten (voornamelijk traangas).

Als ik twee Palestijnen in een uniform zie, vraag ik een student of dat de Palestijnse politie is. ‘Nee, zij mogen hier nu niet zijn. Onze leiders hebben met Israël afgesproken dat de Palestijnse politie van de straat af moet zijn als het Israëlische leger in de buurt komt of een stad/dorp/kamp binnenvalt. Fuck onze leiders.’

Als ik hem vraag waarom hij meedoet met de protesten, zegt hij: ‘Onze leiders konden wel iets kiezen en besloten om samen te werken met de bezetting. Daardoor hebben wij, de jongeren, geen andere keus dan te vechten. We kunnen ons hier niet bewegen’. Een andere student sluit zich bij hem aan, de Palestijnse leiders zijn ‘motherfuckers’.

De Palestijnse president Mahmoud Abbas bevestigde deze opvatting door vorige week tegen de Israël-lobbyclub CIDI te zeggen dat hij ‘tegen een boycot van Israël’ is. Abbas zei dat al eerder, in 2013.

Aan het eind van de dag zijn er in totaal enkele tientallen gewonden gevallen, vrijwel uitsluitend aan Palestijnse zijde. Hierdoor denken veel mensen dat zulke protesten zinloos zijn. Maar wat zou er gebeuren als er geen gewapend verzet zou zijn tegen de bezettingsmacht? Volgens Israël was Palestina ‘een land zonder volk’. Zonder gewapend verzet kan Israël van die leugen een realiteit maken. De Palestijnen zullen dit echter voorkomen – by any means necessary.

Volg deze site voor meer updates en de Facebookpagina van Studenten voor Rechtvaardigheid in Palestina.

Op deze en omringende wegen zijn vaak protesten, waaronder die in onderstaande clip. Israëlische undercovermilitairen voegen zich tussen de Palestijnen, hitsen de demonstranten op en helpen mee, om vervolgens hun pistool te trekken en twee jongeren neer te schieten.