Docent economiefaculteit: ‘Als we actie voeren kan de vakbond zijn netwerk mobiliseren’

De protesten in het Bungehuis en Maagdenhuis resoneren onder vele werknemers en studenten. Brian Droop werkt aan de Faculteit voor Economie en Bedrijfskunde en is lid van het Vakbondsactiecomité. Hij gaat in op de strijd van het personeel.

Hoe organiseren docenten en medewerkers aan de UvA zich?
10 april 2015

Op drie manieren. Ten eerste vanuit de faculteit. Met name de Faculteit Geesteswetenschappen wordt met een fikse reorganisatie bedreigd. Humanities Rally, een actiegroep van docenten en studenten, is opgestaan tegen deze acute facultaire bezuinigingen.

Ten tweede, in het Maagdenhuis dat bezet wordt door studenten, zit ReThink UvA, een flinke groep van docenten en onderzoekers die zes algemenere eisen hebben opgesteld waaronder meer democratie, minder rendementsdenken en financiële transparantie. Ze schrijven scherpe artikelen met tegenargumenten.

Ten derde, de vakbondsleden die door de hele universiteit zitten, ook onder administratief en facilitair personeel. Zij snappen dat de vakbond beschermend kan werken en dat je organisatie nodig hebt om krachten te bundelen. Ze hebben de eisen van Re-Think UvA meteen ondersteund.

Waarom is het belangrijk dat de vakbond onderdeel is van het protest?

Als we actie gaan voeren, denk aan stiptheidsacties of een werkonderbreking, dan kan de vakbond zijn netwerk mobiliseren, ons juridische dekking geven en zelfs een stakingskas openen. Voor het zover is moeten we wel een aantal formele procedures door, maar het geeft medewerkers met onzekere contracten de dekking en het zelfvertrouwen om mee te doen. Acties worden dan veel groter en breder.

Bovendien probeert het Ledenparlement van de vakbond de strijd van verschillende sectoren met elkaar te verbinden. Ledenparlementariërs vroegen een arbeider van de gemeente Amsterdam om te spreken op de universitaire vakbondsbijeenkomst. Een geweldig inspirerende toespraak tegen neoliberalisme en arrogantie van de macht, wat door de universitaire medewerkers werd herkend.

1 Mei was vorig jaar nog een vrije dag op de UvA. De FNV gaat actievoeren in Amsterdam om de traditie in ere te herstellen. Wij gaan proberen om collega’s te mobiliseren voor een actie op deze werkdag. We willen onze vrije dag terug.

Hoe is de aansluiting tussen ReThink UvA en het Vakbondsactiecomité?

De bezetting van het Maagdenhuis door honderden studenten bracht de discussie over de hele universiteit naar een hoogtepunt. De leuzen van hun protest, zoals ‘docenten, ga staken, en het CvB zal kraken’ waren een open uitnodiging voor docenten om mee te doen. Honderden kwamen bijeen om te discussiëren over de toestand op de universiteit en welke acties ze konden ondernemen om het CvB onder druk te zetten. Daar ontstond de kritische docentengroep ReThink UvA.

Inmiddels zijn we een paar weken verder. De groep heeft discussiebijeenkomsten gehouden en gebruikt het Maagdenhuis als basis. Daar zit echter wel een nadeel aan. De overgrote meerderheid van onze collega’s werkt niet in dit bestuursgebouw, maar op vier verschillende campussen verspreid in Amsterdam. Het gevaar is nu dat de protestbeweging geen aansluiting vindt bij de rest van de universiteit – ook al is er sympathie. Het Vakbondsactiecomité probeert wel die collega’s te organiseren, rond klachten als werkdruk, flexcontracten en medezeggenschap in de universitaire BV’s. We realiseren ons dat we naast tegenargumenten ook tegenmacht moeten opbouwen.

Aan de andere kant is er ook argwaan jegens vakbonden en ondernemingsraden waarin ook vakbondsleden zitten. Dat begrijp ik best. We weten hoe desastreus het poldermodel is geweest en hoe traag de ondernemingsraden bewegen. Kritische OR-leden winnen niet altijd van OR-leden die lang niet zo kritisch zijn. Er is namelijk een neiging om de banden met het management vriendschappelijk te houden, omdat ze vaak samen aan de onderhandelingstafel zitten. Tegelijk zijn OR-leden zo druk dat ze de ervaringen van de werkvloer mislopen.

Maar nu is er een groep van kritische vakbondsleden die het gevecht met de regenten aangaat. Deze vakbondsleden proberen tegelijkertijd het wapen dat we daarbij gebruiken, de vakbond, scherper te maken. Ze kunnen kritische OR-leden ondersteunen waar dat nodig is, op koers houden waar ze dreigen af te dwalen, en zelf actie ondernemen om veranderingen af te dwingen. De motor achter veranderingen is de beweging op de werkvloer.