1 mei: nieuw leven voor een strijdbare traditie?

De FNV heeft 1 mei opgepakt als actiedag, en roept landelijk op om deel te nemen aan de viering in Amsterdam. Wat is de Dag van de Arbeid, en hoe kunnen we die traditie verder laten herleven?
29 april 2015

Door Mark Kilian

De afgelopen jaren waren de 1-meivieringen versplinterd, georganiseerd door losse afdelingen van FNV-bonden, SP, PvdA en migrantenorganisaties. Dat de landelijke FNV-koepel nu oproept voor de viering in Amsterdam, is goed nieuws. Dresscode rood, opstapplaatsen voor bussen in het hele land. Op andere plekken in de wereld zijn traditioneel massale manifestaties. In veel landen is 1 mei een doorbetaalde vrije dag, maar niet in Nederland.

Traditie

De Dag van de Arbeid is voortgekomen uit de strijd om de acht-urige werkdag in de negentiende eeuw. Op 3 mei 1883 staakten arbeiders van de McCormick-fabrieken in Chicago voor deze eis en was er een arbeidersmanifestatie ter ondersteuning hiervan. Hoewel deze vreedzaam was, schoot de politie twee demonstranten dood. Toen, een dag later, bij een nieuwe demonstratie de politie chargeerde, werd een bom gegooid en ontstonden rellen en een schietpartij, de Haymarket riots. Later werden hiervoor met rammelend bewijs vier anarchisten opgehangen, en volgde een heksenjacht tegen de vakbonden.

In 1889 nam de sociaal-democratische Tweede Internationale het besluit over van de Amerikaanse vakbond AFL dat ze voortaan elk jaar op 1 mei zou demonstreren voor de acht-urige werkdag. Sindsdien is het uitgegroeid tot een internationale dag van solidariteit en strijdbaarheid.

In Nederland werkten arbeiders regelmatig langer dan een etmaal achter elkaar. De vooroorlogse sociaal-democraten (SDAP en de vakbond NVV) vonden echter toch dat er een ‘tussenstap’ gemaakt moest worden naar een tien-urige werkdag. Maar hoewel acht uur nu de officiële norm is, zijn ook (onbetaald) overwerk en tempo-opdrijving aan de orde van de dag. De eis van 1 mei staat recht overeind.

Nieuw leven

In 2010 werd de nieuwe basis gelegd voor de huidige 1-meiviering, toen het Amsterdamse Comité voor Sociale Strijd op het Beursplein de actievoerende schoonmakers samenbracht met GVB’ers, universiteitspersoneel en anderen. Deze groepen voerden ‘losse’ gevechten op hun eigen werkplek. De strijdbaarheid werd vergroot door het bewustzijn dat de problemen (personeelstekort en werkdruk, neoliberalisering) onderling vergelijkbaar waren, en dat gezamenlijk optrekken iedereen inspireerde en sterkte.

Als de traditie van 1 mei ons iets leert, is dat we een vakbond nodig hebben die de confrontatie durft aan te gaan. De wederopstanding van 1 mei is in die zin nog wankel. En voor die vrijdag heeft het FNV vooralsnog geen stakingen gepland. Ook blijft de uitstraling beperkt. Eerst was een demonstratieroute gepland van pakweg 500 meter (Van Baerlestraat naar Vondelpark). Maar we hadden dan dus wel ‘Haal het geld waar het zit!’ kunnen roepen in de elitaire PC Hooftstraat.

Nu gaat de route van de RAI naar het Marten Luther Kingpark. Dat is geen betere lokatie, en met de overdaad aan muziek is de vraag wat er van een strijdbaar programma zal worden gerealiseerd. Maar goed, het is en blijft een begin.