Hoe verder met de strijd van studenten en docenten in Amsterdam?

De afgelopen weken brachten studenten en docenten een aardverschuiving teweeg. Ze lieten zien dat er een alternatief is voor de neoliberale logica die publieke instellingen koloniseert. Het studentenprotest is overgelopen in de organisatie van even woedende docenten. Maar na meer dan twee weken Maagdenhuis rijst de vraag: hoe verder?
13 maart 2015

Door Ewout van den Berg

Met steun van de vakbond werden vorige week eisen gesteld aan het CvB voor democratisering, financiële transparantie en een einde aan de flexcontracten. Onder druk van onderaf kwam het CvB deze week met een erg vriendelijke brief met tien voorstellen voor verandering. De punten waren slecht geformuleerd en erg vaag. De onvrede zou volgens het CvB voortkomen uit ‘het gevoel gaandeweg het hart van de universiteit kwijt te raken’. Maar het is het CvB zelf, en Gunning voorop, dat hiervoor hoofdverantwoordelijke is. Deze week bleek bijvoorbeeld dat de UvA kritische docenten registreert. Dit is precies de angstcultuur waartegen docenten in opstand komen.

Momentum

De docenten hebben een nieuwe impuls gegeven aan het studentenprotest in Amsterdam. Op het moment dat steeds meer mensen zich begonnen af te vragen of er ook nog actie werd gevoerd, namen studenten en docenten begin deze week een door het CvB-georganiseerd debat over. (filmpje) De wekelijkse vrijblijvende bijeenkomst was de eerste toezegging van het CvB. Na afloop blokkeerden studenten die niet bij de bijeenkomst naar binnen konden de auto’s van de bestuurders.

Het is ook erg goed om te zien hoe de antiracistische beweging van de afgelopen jaren zich vertaalt naar De Nieuwe Universiteit. Naast verschillende bijeenkomsten die werden georganiseerd rond antiracisme, is er de afgelopen week ook de University of Colour opgericht. Een nieuw netwerk van studenten dat zich richt op diversiteit binnen de universiteit en van curricula van de universiteit. Samen mobiliseren ze ook voor de demonstratie op de Internationale Dag tegen racisme.

De steun voor de strijd in Amsterdam is overweldigend. Een peiling van Maurice de Hond op verzoek van de Amsterdamse studentenbond ASVA liet zien dat de meerderheid in Nederland het verzet van de studenten steunt. Door het hele land vonden er de afgelopen weken bijeenkomsten plaats over het gebrek aan democratie en de neoliberale universiteit. In Maastricht was de zaal te klein en moest een gedeelte van de meer dan 100 bezoekers de bijeenkomst volgen via de livestream.

Maar dit is geen garantie voor organisatie en verzet. Overal waren studenten uit de ‘medezeggenschap’ en bestuurders aanwezig om het vuurtje te blussen. Terwijl Louise Gunning naar Den Haag wijst als oorzaak van de problemen wijzen hun mede-regenten door het land steevast naar het Amsterdamse CvB. Een student uit Nijmegen verklaarde tijdens de landelijke vergadering in het Maagdenhuis ‘op basis van vertrouwen’ met het CvB te werken.

Repressieve tolerantie

Voorlopig blijft het verzet dus grotendeels beperkt tot Amsterdam. Actievoerende studenten gebruiken hier het toegeëigende bestuursgebouw als trefpunt voor activisten en voor kritische ideeën. De internationaal bekende anarchist David Graeber werd vanuit Londen ingetreind voor een bijeenkomst over schuld en verzet. Hiernaast verplaatsten sommige docenten hun colleges naar het Maagdenhuis – waaronder een college over ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ – en traden tal van muzikanten op waaronder Typhoon.

Steeds meer van de aandacht van actievoerende studenten gaat naar het Maagdenhuis zelf. Dit komt voort uit de dynamiek van bezettingen zelf en de repressieve tolerantie van het CvB. Eerder escaleerde het studentenprotest door het autoritaire optreden van het CvB. Het bestuur lijkt dit te beseffen. Door zich op de vlakte te houden en de bezetters hun gang te laten gaan, rekenen ze erop dat het protest langzaam in elkaar stort. Iedereen die het Maagdenhuis de afgelopen week bezocht, weet dat ze hier in ieder geval deels in geslaagd zijn.

Bezettingen worden al snel een doel op zich, in plaats van een middel om een politiek doel te bereiken. Het Maagdenhuis is hierop geen uitzondering. Met veel toewijding en gebrek aan slaap zijn mensen bezig met het organiseren van een dagprogramma, het bereiden van eten of het bewaken van het gebouw. Allemaal tijd die niet gaat zitten in het bouwen van netwerken van verzet vanaf de faculteiten.

Hoe verder?

Zo groot mogelijke eenheid is nodig
Het CvB heeft met haar vage voorstel geprobeerd het gemeenschappelijke front tussen De Nieuwe Universiteit, Rethink UvA en de FNV te breken. Conservatieve kaderleden aan de UvA proberen dit aan te grijpen om de steun aan acties op te zeggen en richting onderhandelingen te bewegen. Dit verzwakt de positie van alle docenten en studenten. Het betekent dat docenten niet naar het stakingswapen kunnen grijpen, terwijl de vakbond zich hiermee afsnijdt van twee generaties toekomstige vakbondsleden.

Er is meer structuur nodig
Het studentenverzet is opgekomen door de bezetting van het Bungehuis en verdiepte zich met het openbreken van het Maagdenhuis. Maar radicale actie alleen kan het momentum niet in stand houden. Daarvoor zijn structuren nodig waarmee zoveel mogelijk mensen onderdeel kunnen worden van de discussies en het besluitvormingsproces.
Nu worden juist veel mensen uitgesloten van vergaderingen door de lengte, de verschuivende tijden en onvoorbereide agenda’s. Het belang van democratische structuren is een van de lessen van de studentenbeweging van Quebec die een verhoging van het collegegeld wisten tegen te houden.

Strategie staat hierbij centraal
Het initiatief verschuift nu meer en meer naar het CvB. De kostbare tijd die we besteden aan overleg moeten we zo efficiënt mogelijk besteden. Dit betekent dat we elke General Assembly in het teken zetten van onze doelen en hoe die te bereiken. Vragen als ‘Hoe zorgen we dat andere faculteiten betrokken raken?’, ‘Wat is er nodig om de druk op het CvB op te voeren?’ en ‘Hoe moeten we ons organiseren om onze doelen te bereiken?’ staan hierin centraal.
Nu dreigen we onderhandelingen ingezogen te worden. Juist het vergroten van de organisatiegraad is de belangrijkste taak. Dit zou ons in staat moeten stellen de druk verder op te voeren, ook wanneer het Maagdenhuis (tijdelijk) weer bezet wordt door bestuurders.

Alle macht aan studenten, docenten en ondersteunend personeel!

Lees verder: Where do they find these idiots? Louise Gunning als typische onderwijsmanager

………………………………………………………………………………………………

Lees ook: Wie rijk is mag slim zijn door Jeroen van der Starre.

In Wie rijk is mag slim zijn – neoliberalisme en verzet in het hoger onderwijs analyseert studentenactivist Jeroen van der Starre de achtergronden van de onderwijsafbraak sinds de opkomst van het neoliberalisme in de jaren zeventig.

Hij laat zien dat de liberale visie het hoger onderwijs ondergeschikt heeft gemaakt aan de wensen van de vrije markt en het grote bedrijfsleven, met alle gevolgen van dien.

Bestel de brochure hier >>>