De DSB en de VVD: een liberaal liefdesverhaal

Tussen 1 en 12 oktober haalden verontruste klanten 664 miljoen euro aan spaargeld weg bij de DSB, waardoor de bank failliet ging. Topman Scheringa krijgt terecht de volle lading, maar de vier prominente VVD-ers die in de afgelopen jaren de DSB hebben geleid en het marktfundamentalisme in Den Haag hebben bevorderd zijn partners in crime.
14 oktober 2009
Joe, Jack, William en Averell: vooralsnog op vrije voeten


Door Peyman Jafari

Dirk Scheringa is de verpersoonlijking van de liberale mythe ‘als iedereen maar hard genoeg werkt, kan hij rijk worden.’ Scheringa begon zijn carrière als politieman en verdiende later als wachtmeester bij door anderen financiële adviezen te geven. Het zakenimperium dat hij vanaf de jaren negentig opbouwde, was niet gebouwd op zweet maar op zwendel. Onder de DSB-vlag adverteerden merken als Becam, Frisia, Postkrediet en Lenen.nl voor leningen. Mensen kregen ‘woekerpolissen’ aangesmeerd – verzekeringen die samen met leningen op slinkse wijze verkocht werden. De winstmarges van deze verzekeringen bedroegen tussen de 60 en 80 procent. De DSB gebruikte de term ‘optoppen’ voor het opzadelen van klanten met steeds meer leningen en steeds meer polissen, tot de grens bereikt is.

Scheringa verrijkte zich en kreeg vanaf 1999 een vermelding in de Quote 500. Vorig jaar stond hij met een geschat vermogen van 285 miljoen euro op nummer 97. Om zich te vermaken kocht hij de AZ-voetbalclub en –stadion, een privévliegtuig en begon aan de bouw van een museum.

Scheringa kon zijn gang gaan toen VVD-er Gerrit Zalm tussen 1994 en 2007 vrijwel onafgebroken Minister van Financiën was. Dit waren de jaren van het neoliberale triomfalisme. De vrije markt werd heilig verklaard en moest ruim baan krijgen. Een van de manier waarop dit gebeurde was deregulering – minder regels voor de rijke elite. Zalm was in 2005 medeverantwoordelijk voor de toekenning van een bankvergunning aan de DSB, terwijl de aanvraag aan alle kanten rammelde.

Zalm ging na zijn vertrek uit de regering in 2007 bij de DSB aan de slag als financieel directeur, terwijl deze bank toen al regelmatig in het nieuws kwam wegens dubieuze praktijken. In de jaren daarvoor legitimeerde hij de sociale afbraak van het kabinet met verwijzing naar de EU-regel die bepaalt dat het begrotingstekort niet groter dan 3 procent van het nationale inkomen mag zijn. De striktheid waarmee hij die regel toepaste om op de sociale voorzieningen te bezuinigen gold niet voor de handel en wandel van miljonairs als Scheringa.

Eind 2008 werd Zalm door Wouter Bos tot topman bij ABN Amro/Fortis gemaakt. Zijn plek in de DSB werd tussen maart en mei 2009 door een andere VVD-er opgevuld – Frank de Grave. Na zijn vertrek nam VVD-er Robin Linschoten het stokje over nadat hij al een aantal jaar commissaris was geweest. Hij noemde de DSB de ‘beste bank’ van Nederland. Met zijn enorme arrogantie en minachting voor gewone mensen moet deze liberale fundamentalist zich als een vis in het water hebben gevoeld in het imperium van Scheringa.

Als staatssecretaris was Linschoten midden jaren negentig verantwoordelijk voor de privatisering van de Ziektewet. Een proces dat is voortgezet onder het ministerschap van VVD’er Hans Hoogervorst. Deze voormalige collega van Gerrit Zalm is nu voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten, die toezicht hoort te houden op ‘het gedrag van participanten in de financiële markten’.

Made in Holland

De VVD beweert nu dat de betrokken personen ‘los van de partij’ staan en dat de VVD ‘niets maar dan ook helemaal niets’ met het DSB-debacle te maken heeft. Het punt is natuurlijk dat het verband juist veel verder gaat dan alleen de personen. Het beleid van de DSB is exemplarisch voor het algehele neoliberale beleid dat de afgelopen decennia in Nederland is gevoerd. In het uitstekende artikel ‘Koninkrijk der Woekerpolissen’ schreef de journalist Jan-Hein Strop in de Pers: ‘als er één land is waar de Amerikaanse meesteroplichter Bernard Madoff zich ook thuis had gevoeld dan is het Nederland; een paradijs voor aanbieders van beleggingen met onwaarschijnlijke rendementen.’

Vorig jaar schreef het NRC dat Nederland ‘het mondiale centra van de financiële verpakkingsindustrie’ is. Er bleek zo weinig controle door De Nederlandsche Bank dat Nederland als snel werd gezien als de ideale vestigingsplaats voor ontelbare financieringsbedrijven. Gerrit Zalm en de voorzitter van de Nederlandsche Bank Wellink maakten het allemaal mogelijk.

Dezelfde Wellink heeft het nu gepresteerd om in te stemmen met de benoeming van VVD’er Ed Nijpels tot voorzitter van het pensioenfonds ABP. Nijpels was tot twee weken terug commissaris bij de DSB en dus mede verantwoordelijk voor het debacle van 400.000 gedupeerden en 1600 banen die op de tocht staan. Nu gaat deze man leiding geven aan een van de drie grootste pensioenfondsen ter wereld, met een belegd vermogen van ruim 180 miljard euro. En Wellink vindt het goed.

Politici als Wouter Bos roepen hard dat het failliet van de DSB niets te maken heeft met de kredietcrisis, alsof dat iets is dat van buitenaf komt aanwaaien. Het faillissement van de DSB is de kredietcrisis. Helemaal van Hollandse makelij, aangejaagd door onze eigen graaiers die de logica van winst boven alles plaatsen. En dit zijn de mensen die tot op de dag van vandaag dit land besturen.