Het verzet van de Belgische stakingsbeweging

België schudt op zijn grondvesten door massale stakingen. Socialisme.nu sprak met Thomas Weyts van de Belgische SAP over de achtergronden en het perspectief.

België heeft een nieuwe regering, die nu al veel verzet oproept. Hoe komt dat?
5 december 2014

Voor het eerst sinds 1988 hebben we zowel in Vlaanderen als federaal rechtse regeringen, met de Vlaamsnationalistische N-VA, de liberale VLD en MR (die met Charles Michel de premier levert) en de christendemocratische CD&V, zonder de sociaal-democraten van PS en sp.a.

In Wallonië en Brussel regeren de sociaal-democraten nog wel mee. Zij willen een ‘Thatcheriaans’ beleid voeren, en de confrontatie opzoeken met de sterke vakbeweging (3,5 miljoen leden in drie bonden): verlenging van de pensioenleeftijd tot 67, dwingende loonnorm, maatregelen tegen werklozen, hard asielbeleid, enzovoorts.

Tegelijk wordt van de banken, bedrijven en grote vermogens een schijntje gevraagd. De paar maatregelen in het regeerakkoord die hen iets lieten bijdragen (bijvoorbeeld een belasting op de banken goed voor honderd miljoen euro) worden uitgesteld of afgesteld.

Welke factoren waren belangrijk in het succes van de betoging op 6 november?

De woede over dat beleid bracht niet alleen militanten van de bonden op straat, maar ook veel gewone leden, ‘bezorgde (werkende) burgers’, jongeren. Ook helpt het dat acties in gemeenschappelijk vakbondsfront plaatsvinden van ACV (grootse in Vlaanderen, christelijk), ABVV (sterkste in Wallonië, ‘socialistisch’) en ACLVB (kleinste, liberale bond), en deel zijn van een breder actieplan, dat enthousiast werd onthaald aan de basis.

Hart boven Hart is een front uit de sociaal-culturele sector dat eigen acties organiseert (van vrouwen-, migranten- en jeugdorganisaties tot de federatie van bibliotheken en musea). Ook hun steun voor de vakbondsmobilisaties was belangrijk. Met 120.000 betogers hoort de betoging tot de tien grootste in de Belgische geschiedenis.

De ongeregeldheden kregen veel media-aandacht. Rechts stelde de betoging ermee in een kwaad daglicht. Later werd gesproken van extreem-rechtse infiltranten of agent-provocateurs. Wat is jouw visie?

Ik denk dat ze een combinatie waren van terechte woede bij de betogers, echte provocateurs, en provocaties, gebrekkige coördinatie en geknoei van de politie. Zelden gaan na een betoging in België 11 auto’s in de fik.

De rellen hielpen natuurlijk niet om te mobiliseren, al viel het uiteindelijk mee, vooral omdat de regering elke dag wel een nieuwe maatregel aankondigt tegen de werkende klasse. Ze gaven rechts vooral de kans haar veiligheidsarsenaal naar voren te halen tijdens de eerste provinciale staking.

Er was afgelopen jaar veel ophef over de banden van Vlaams Belang en N-VA met fascistische straatbendes. Tegelijkertijd neemt de N-VA deel aan de regering. Hoe staat extreem-rechts ervoor en hoe wordt ertegen gemobiliseerd?< br>

De N-VA is er afgelopen jaren in geslaagd het VB electoraal in grote mate leeg te zuigen. Ook stapten heel wat mandatarissen en kaders van die partij over naar N-VA. Van banden met fascistische bendes is geen sprake bij N-VA, wel blijft het hele rechtse Vlaams-nationalisme het moeilijk hebben met het collaboratieverleden.

Er was een schandaal bij de start van de regering toen Theo Francken en Jan Jambon, beide kersverse ministers, een feest bijwoonden ter ere van Bob Maes, oud-collaborateur en oprichter van de eerste VMO (toen de knokploeg van de Volksunie). Helaas is al een paar jaar geen sprake meer van antiracistische en antifascistische mobilisatie.

Hoe staat het met de samenwerking tussen vakbonden, partijen en organisaties?

Cruciaal is het gemeenschappelijk vakbondsfront. De geschiedenis leert dat één bond alleen moeilijk overwinningen boekt. Ook dat groenen en sociaal-democraten nu Vlaams en federaal in de oppositie zitten, maakt mobiliseren makkelijker. Al blijven de banden van de bondsleidingen met de regeringspartijen problematisch.

Ter linkerzijde blijft de PVDA, na haar verkiezingssucces dat acht parlementsleden opleverde helaas nog steeds huiverig voor verbreding naar andere radicaal-linkse krachten. Maar in acties lukt samenwerken wel.

De bonden hebben een actieplan uitgewerkt, met de betoging als eerste stap. Er komen drie provinciale 24-uursstakingen in telkens 4 of 3 provincies, waarvan de eerste al achter de rug is. Op 15 december komt er een landelijke 24-uursstaking.

Aanvankelijk was het idee dan na de eindejaarsfeesten het actieplan indien nodig op te voeren, maar het lijkt erop dat de regering spoedig na 15 december haar maatregelen door het parlement wil jagen. Het is dus nodig de acties sneller op te voeren.

Hoe denken de organisatoren meer mensen achter de staking te krijgen en welke valkuilen zijn er?

Het actieplan gaat gepaard met goed bijgewoonde infovergaderingen van de bonden op de werkvloer, dikwijls met werkonderbrekingen. Er is een campagne met brochures, flyers, enzovoorts. Een zwakte blijft het eigen alternatief, de campagne blijft zeer defensief. En het andere heikele punt: welk alternatief voor deze regering? Veel mensen zijn niet vergeten dat ook de sociaal-democraten al flink meebezuinigden, en dat nog steeds doen in Wallonië en Brussel. Het is belangrijk dat zo breed mogelijk democratisch beslist kan worden in de bonden, op leden- en militantenvergaderingen. Geen compromissen met regering en bazen achter de rug van de leden om.

Ten tweede moet er gewerkt worden aan een actieperspectief na 15 december. Naar 48-uursstakingen? Staking van onbeperkte duur? We moeten een beweging opbouwen die het desnoods een hele tijd kan uithouden, en het vakbondsfront in stand houden. Tegelijk moet werk gemaakt worden van het eigen alternatief van de bonden: een vermogensbelasting, arbeidstijdverkorting zonder loonverlies om banen te creëren, enzovoorts. En de cruciale kwestie van het politieke alternatief moet beantwoord worden.