This Changes Everything : kapitalisme versus het klimaat

‘Ik ben er van overtuigd dat klimaatverandering een historische gelegenheid biedt om beleid te promoten dat een dramatische verbetering inhoudt van het leven van mensen, de kloof tussen rijk en arm kan dichten, enorme aantallen goede banen kan creëren en democratie van de grond af aan nieuw leven kan inblazen.’ Dit stelt Naomi Klein in haar laatste boek, This Changes Everything.
25 november 2014

Door Alan Gibson

In een dringende oproep tot actie legt Klein uit wat er op het spel staat. De niet-bindende overeenkomst om de verhoging van de gemiddelde temperatuur op aarde te beperken tot 2 graden Celsius die door alle belangrijke economische mogendheden tijdens de Klimaattop in Kopenhagen in 2009 werd ondertekend, is hard op weg om te veranderen in een ‘utopische droom’.

De wereldwijde kooldioxide-uitstoot in 2013 was 61 procent hoger dan in 1990. Vooraanstaande wetenschappers gaan nu ervan uit dat, als de grote bedrijven die de energiesector vormen mogen doorgaan met hun plan om nog meer fossiele brandstoffen te winnen en gebruiken, ze dan eindigen met vijf keer zoveel uitstoot te produceren dan de atmosfeer kan absorberen en we door de grens van 2 ⁰C breken, richting de 6 ⁰C.

In de drie decennia sinds de jaren 1970, vijfvoudigde het aantal natuurrampen dat kan worden toegeschreven aan klimaatverandering – zoals droogten, overstromingen, extreme temperatuur-events, bosbranden en stormen. Klein claimt dat de klimaatbeweging ‘het onderwerp van talkshows en politieke toespraken’ werd, na een belangrijke getuigenis bij een hoorzitting van het Amerikaanse congres in 1988 door James Hansen, toen een belangrijke directeur bij de NASA. Hij had 99 procent vertrouwen in een ‘reële trend van opwarming’ die verbonden was met menselijke activiteit.

Helaas viel deze onthulling samen met de snelle politieke verschuiving naar neoliberaal kapitalisme die tot op de dag van vandaag voortduurt. Klein beargumenteert dat ‘we nog niet de dingen gedaan hebben die nodig zijn om de uitstoot te verminderen omdat deze dingen fundamenteel in strijd zijn met gedereguleerd kapitalisme, de heersende ideologie voor de hele periode die we aan het worstelen zijn om uit deze crisis te raken.’

In een boek vol interviews, reportages en goed onderbouwd feitenmateriaal, stelt Klein dat de ‘mantra [van de meerderheid van de milieubeweging] dat klimaat niet over links en rechts gaat, maar over “goed of fout” ons nergens heeft gebracht.’ Niet alleen heeft dit ertoe geleid dat een flink deel van de milieubeweging oplossingen steunt gebaseerd op het marktmechanisme, zoals emissiehandel, LPG en kernenergie. Het heeft ook geleid tot het marginaliseren van het soort collectieve actie dat een einde kan maken aan de fossiele-brandstoffenwaanzin.

Klein gebruikt geen zachte woorden als het gaat om haar haat tegen de energie-industrie, ontkenners van klimaatverandering en de politici over wie zij zoveel invloed hebben gekregen. Ze haalt uit naar ondernemers als Richard Branson, die hun bedrijf van een groen vernis proberen te voorzien, en fileert wetenschappers die claimen dat geo-engineering de planeet kan redden.

Zoals de openingsalinea duidelijk maakt, is Klein optimistisch dat de kracht om klimaatverandering te stoppen bestaat. Ze bepleit dat alle energie die we nodig hebben kan worden verkregen door een combinatie van duurzame energiebronnen en grote investeringen in energiezuinige transportsystemen, huizen, industrie enzovoorts. Beide zullen grote aantallen banen creëren en gemeenschappen over de hele wereld vooruit helpen.

Dus waar is die kracht? Klein verwelkomt de manier waarop steden in Duitsland en elders de controle overnemen over geprivatiseerde elektriciteitsbedrijven om de energievoorziening te vergroenen. Ze verwelkomt de groeiende beweging om geld niet langer te investeren in grote energie- en mijnbouwbedrijven.

Maar de ruggengraat van de beweging wordt gevormd door iets wat ze ‘Blockadia’ noemt. Terwijl de energiegiganten technologie ontwikkelen en toepassen die ooit ontoegankelijke fossiele brandstoffen kunnen winnen, zoals ‘fracking’ en bronnen in de diepzee, komen ze steeds meer verzet tegen – zoals de anti-fracking campagne in Balcombe in Groot-Brittannië.

Kleins reportages van verschillende van zulke campagnes, vooral die uit haar thuisland Canada, zijn inspirerend. Maar haar optimisme gaat verder dan dat. Ze ziet de klimaatbeweging veranderen in ‘de kracht, de grote push, die alle andere sociale bewegingen kan samenbrengen’ en de mogelijkheid kan bieden om ‘al dat etterende onrecht te verhelpen’.

Tegelijkertijd maakt Klein echter duidelijk dat ‘het halen van wetenschappelijk vastgestelde targets zal betekenen dat sommige van de meest winstgevende bedrijven op aarde worden gedwongen om miljarden dollars aan toekomstige winst op te moeten geven. Het zal ook miljarden dollars meer kosten om te betalen voor emissieloze, rampbestendige maatschappelijke veranderingen.’

Ze ‘neemt als vanzelfsprekend aan dat we deze dingen democratisch en zonder bloedvergieten willen doen.’ En het zou geweldig zijn om dat met haar eens te zijn. Maar hoewel ze een eerbetoon brengt aan historische voorbeelden van arbeidersstrijd, ontbreekt de enige bron van macht die het beste garandeert dat verandering ook democratisch wordt uitgevoerd – de arbeidersklasse – volledig in haar beweging om datgene te vernietigen wat niet alleen een bijzonder nare industrie is, met haar vlaggendragers en ideologische schaamlap, maar het kapitalisme, met wortel en al.

Naomi Klein
This Changes Everything
Simon and Schuster / 576 pagina’s / € 25,99

Naomi Klein spreekt vanavond op het IDFA in Amsterdam (Tuschinsky 1). Kaarten zijn helaas uitverkocht.

Dit artikel is een vertaling van Socialist Review.