De broers Karamazov: de materialist, de monnik, de ‘marxist’ en de missing link

Vier zoons koesteren een diepe haat tegenover hun vader, de wrede en slechtgehumeurde uitbater van een hoerenkast. Dat bordeel heet Het Paradijs en bestaat uit bonte Russische sofa’s en kussens, een keuken voor de huiselijke sfeer en een jacuzzi waarin de actrices regelmatig naakt baden. Rondom deze broers – de materialist, de monnik, de ‘marxist’ en de missing link – vertelt de toneelgroep Maastricht een verhaal over haat en liefde, over armoede en rijkdom.
21 oktober 2014

Door Janneke Prins

Tijdens de openingsscène verklaart de middelste zoon Ivan, de ‘marxist’ (Freek den Hartogh) zijn eeuwige liefde aan dienstmeid Catharina. Hij gelooft niet in bezit, alleen in liefde. Daarmee etaleert Ivan zijn ongerustheid over het gebrek aan geweten in deze wereld. Hij schuwt zinsneden als ‘geld is de god die deze wereld regeert’ niet. Dat is de basis van zijn haat jegens zijn vader. De kenner zal hem overigens halverwege de voorstelling ook betrappen op een parafrase van Marx: ‘het gaat er niet alleen om de wereld te begrijpen, maar haar te veranderen’.

Terwijl de personages zich voortdurend laven aan de alcohol als vlucht uit hun werkelijkheid, krijgt het publiek langzaam inzicht in de verhoudingen tussen de personages. Zo heeft de oudste broer Mitja – de materialist- net zijn hart verpand aan het hoertje Groesjenka, een uitermate vermakelijke rol van Lore Dijkman. Er speelt zich een ingewikkelde driehoeksverhouding af tussen haar, de vader en de zoon, maar ook tussen haar, de vader en de jaloerse oudere dienstmeid Márja. Ook Mitja en de vader zijn jaloers op elkaar en proberen elk het lichaam van Groesjenka te behagen door haar geld te geven.

De broers Karamazov is het laatste werk van de Russische auteur Fjodor Dostojevski (1821-1881). De titel gaat ook de annalen in als het laatste toneelstuk dat Arie de Mol regisseert bij Toneelgroep Maastricht. De Mol begint volgend jaar bij Toneelgroep De Appel in Den Haag.
Dostojevski was een Russische schrijver die in de tweede helft van de negentiende eeuw zeer nauwkeurig het leven in al zijn facetten probeerde vast te leggen. Hij behoort dan ook tot de Realistische School. Zijn grote bijdrage aan de wereldliteratuur is de introductie van psychologische dimensie aan de roman.

In de vuistdikke roman De broers Karamazov behandelt Dostojevski geld en liefde als centrale thema’s. In de toneelvoorstelling ziet het ene personage deze thema’s als tegenstelling, het andere als prettige aanvullingen op elkaar. Liefde betreft niet alleen menselijke relaties onderling, maar ook in relatie tot god. Daarin zien we de ontwikkeling terug van Dostojevski, als atheïst die besloot gelovig te worden om juist hoop te houden. Dat sentiment wordt in het toneelstuk vertolkt door de jongste zoon Aljosja, die de ruimte vult met zijn filosofische monologen. Deze overpeinzingen geven de worsteling met levensvragen weer (waartoe zijn we hier op aarde), maar in het toneelstuk komen ze af en toe wat uit de lucht vallen.

Ook Catharina verruilt haar geliefde Ivan voor een hogere liefde. Haar liefde voor Ivan strandt omdat ze wil wachten op haar loon, voordat ze met hem zal wegvluchten. Dit is een van de referenties aan het thema ‘armoede en rijkdom’: Catharina komt uit een arm gezin. Het personage wordt gespeeld door de Vlaamse Jessie Wilms. Met haar mimiek draagt ze de voorstelling en weet deze zelfs te redden van saaiheid, want zelfs voor de ervaren toneelbezoeker voltrekt het plot zich vrij traag. De keuze om acteurs die niet op het toneel hoeven te zijn, zichtbaar aan de zijkant op stoelen te laten zitten is ongelukkig. Het draagt bij aan het langdradige karakter van het stuk.
De broers raken evenwel steeds verder met elkaar in conflict over hoe om te gaan met de angst die hun vader zaait. Ze krijgen nog geld van hem, de vader houdt een erfenis achter. De spanning bouwt op, de personages maken voortdurend plannen het huis te ontvluchten. Maar de enige die echt vertrekt is Aljosja om monnik te worden.

De vader gaat ook uitermate wreed om met de bediende Smerdjakov. Hij schopt en slaat de bediende en maakt hem uit voor stinkende hond. Smerdjakov lijkt de grote loser te zijn van het geheel, hij lijdt aan epilepsie en roept op een gegeven moment dat ‘liefde fictie is’. Het is uiteindelijk de bediende die de vader vermoordt. Smerdjakov blijkt de vierde zoon te zijn, de missing link. Maar hij wast zijn handen in onschuld, hij heeft iedereen gered van de wrede pooier. Hij laat de andere broers achter met de gewetensvraag wie de verantwoordelijkheid voor de moord op zich gaat nemen. En daarin zit ook de boodschap voor vandaag, iets wat regisseur De Mol meestal in zijn keuze voor een toneelvoorstelling laat meewegen. Wie durft het kwaad te bestrijden, en wie durft zijn verantwoordelijkheid daarvoor op te eisen?

Toneelgroep Maastricht speelt De broers Karamazov vanaf deze week in de grote steden.