Hoe kan Palestina vrij zijn?

Met het bestand tussen Israël en Hamas is een einde gekomen aan één van de bloedigste Israëlische aanvallen op de Palestijnse bevolking. Tegelijkertijd maakt het bestand geen einde aan de onderdrukking van de Palestijnen. Max van Lingen gaat in op de vraag hoe Palestina vrij kan zijn.
2 september 2014

Door de Israëlische aanval op Gaza zijn in 51 dagen meer dan 2100 Palestijnen omgekomen, 11.000 gewond geraakt, 10.000 huizen volledig en 30.000 huizen gedeeltelijk verwoest. De geschatte kosten van wederopbouw van alleen al de woningen zijn meer dan 3,8 miljard euro.

Ali Abunimah van Electronic Intifada schreef dan ook: ‘Als “overwinning” is gebaseerd op het aantal burgers dat een leger vermoordt en verwondt, of op het aantal huizen, ziekenhuizen, moskeeën en scholen die het vernietigt, is Israël opnieuw de duidelijke winnaar. Maar wanneer we kijken naar de politieke en strategische balans die bepalend is voor de verhouding tussen Israël en de Palestijnen in de toekomst, heeft Israël een duidelijke nederlaag geleden op het slagveld en internationaal.’

Doelen

Israël wilde met de aanval een aantal doelen bereiken. Het eerste doel was het breken van de prille Palestijnse eenheid. Israël onderdrukt de Palestijnen al decennialang door een geraffineerd spel van verdeel-en-heers. In de jaren tachtig steunde Israël bijvoorbeeld Hamas als tegenwicht voor Fatah.

Op 23 april dit jaar sloten Hamas en Fatah echter een akkoord. Dit omvatte onder andere de vorming van een nationale eenheidsregering en nieuwe verkiezingen. De reactie van president Netanyahu diezelfde dag typeert Israëls houding. Hij stelde de leider van de Palestijnse Autoriteit, die wordt gecontroleerd door Fatah, voor een keuze: ‘Wil Mahmoud Abbas vrede met Hamas of vrede met Israël?’ De Israëlische aanval zette deze vraag kracht bij. Maar hoewel Abbas de raketbeschietingen van Hamas veroordeelde, bleef het akkoord overeind.

Het tweede doel was het verzwakken van Hamas. De afgelopen jaren is Hamas geïsoleerder geraakt. De Syrische revolutie heeft geleid tot een breuk met het Assad-regime en de bekoeling van de relatie met Iran, terwijl de contrarevolutie in Egypte een einde maakte aan de heerschappij van de bevriende Moslimbroederschap. In Gaza zelf was de populariteit van Hamas bovendien tot een dieptepunt gedaald. Maar de aanval op Gaza benadrukte juist de rol van Hamas als verzetsorganisatie.

Isreël wilde met het verzwakken van Hamas ook een derde doel bereiken: het herstel van de Israëlische militaire suprematie in het Midden-Oosten. Israël heeft het machtigste leger in de regio en wordt gesteund door het machtigste leger ter wereld.

Maar in 2006 legde het Israëlische leger het in Libanon af tegen Hezbollah. Door deze nederlaag werd de capaciteit van Israël om de regio tot onderdanigheid te terroriseren ondermijnd. Dit werd uitvergroot door de verzwakking van het Amerikaanse imperialisme in het Midden-Oosten door de Arabische revoluties.

De Arabische revolutie betekende echter niet het einde van het Amerikaans imperialisme. Met behulp van Saudie-Arabië, het Egyptische leger en steun aan jihadistische groeperingen wisten de Verenigde Staten de revolutie in het defensief te drukken. De aanval op Gaza was een poging om voort te bouwen op de successen van de contrarevolutie in de gehele Arabische wereld.

Nederlaag

In plaats daarvan leed Israël een militaire nederlaag. Israël heeft geen enkele van de strategische en militaire doelen – vernietiging van de tunnels en uitschakeling van de raketten – bereikt. In plaats daarvan leed het Israëlische leger hevige verliezen.

Het ‘permanente’ bestand dat werd getekend is een reflectie van deze machtsverhoudingen. Ali Abunimah schreef hierover: ‘Op het basale niveau heeft Israël concessies gedaan aan de Palestijnen waar het voor de escalatie en bombardementen niet eens bereid was om over te praten.’

De aanval op Gaza heeft juist twee centrale langetermijnproblemen voor Israël versterkt. Dat zijn de tanende steun voor Israël onder de westerse bevolking en de verzwakking van de dominantie van Israël en het Amerikaanse imperialisme in het Midden-Oosten.

Dit betekent echter niet dat we rustig achterover kunnen leunen tot het apartheidsregime in Israël vanzelf ineenstort. De verzwakking van het Amerikaanse imperialisme heeft namelijk als bijeffect dat het relatieve belang van Israël voor de VS alleen maar toeneemt.

Apartheid

De ogenschijnlijke wrijving tussen de Amerikaanse en Israëlische regeringen is geen teken dat de VS afstand neemt van Israël als strategische partner. Het is vooral een discussie over de vraag hoe deze problemen moeten worden aangepakt. Zolang het Israël niet onmogelijk wordt gemaakt om op dezelfde voet verder te gaan, zal de onderdrukking van de Palestijnen voortduren.

Het grote probleem in de strijd tegen de Israëlische onderdrukking is de marginale positie van Palestijnen binnen de Israëlische economie. In Zuid-Afrika namen zwarte Afrikanen het voortouw in de strijd. Vanwege hun centrale rol binnen economie hadden ze de macht om het apartheidsregime op de knieën te dwingen.

De Palestijnen hebben met hun decennialange verzet het zionistische project in Palestina gefrustreerd, maar ze hebben niet de macht om een einde te maken aan hun eigen onderdrukking. Tegelijkertijd betekent de economische en ideologische band van Israëlische arbeiders met het zionisme dat we van hen weinig te verwachten hebben.

BDS

Daarom moet de druk van buitenaf worden opgevoerd. Israël is daar enorm gevoelig voor omdat het economisch en militair zeer afhankelijk is van het Westen. De BDS-beweging, die westerse economische en militaire banden met Israël aanpakt, heeft op dit terrein de afgelopen jaren belangrijke successen geboekt.

De Israëlische minister van Financiën, Yair Lapid, uitte in januari nog zijn bezorgdheid: ‘De Israëlische economie zal krimpen, elke Israëlische burger zal direct in de portemonnee geraakt worden, de kosten voor het levensonderhoud zullen stijgen, er zal worden bezuinigd op onderwijs, zorg en veiligheid en vele internationale markten zullen voor ons gesloten worden. 33 procent van de Israëlische handel is met de Europese Unie. Als er geen politieke oplossing komt en we in een situatie komen waarin de export naar de EU met 20 procent daalt, zal dat een impact hebben op het bruto binnenlands product van 11 miljard shekel jaarlijks en zullen 9.800 werkers direct worden ontslagen.’

Deze woorden laten de angst zien voor de boycot, maar ook langs welke weg sommige Israëlische (en Amerikaanse) politici dit probleem willen oplossen. Een ‘politieke oplossing’ betekent in de Israëlische politiek niet meer dan dat sommige Palestijnen moeten worden omgekocht met kleine concessies om het apartheidsregime overeind te houden. Het gevaar is dat ze hiermee wegkomen wanneer de Palestijnen geen perspectief hebben op een alternatief.

Het is niet genoeg dat Israël niet op dezelfde voet verder kan gaan. Er is ook een alternatief nodig voor Israëls apartheidspolitiek. Dat alternatief wordt belichaamd door de Arabische revolutie en haar belofte van democratie en gelijke rechten voor iedereen. De Arabische regimes en de sektarische jihadisten van de Islamitische Staat zijn vooral een obstakel voor de vrijheid van Palestina.

In 2011 liet de Egyptische bevolking zien welke krachten er worden ontketend wanneer de Arabische massa’s in beweging komen. Het zijn deze krachten die een einde kunnen maken aan de onderdrukking van de Palestijnen.

Op dit moment is het initiatief in de Arabische wereld weer in handen van het Amerikaans imperialisme en zijn bondgenoten. Maar de tegenstellingen die ten grondslag lagen aan de revolutie zijn niet verdwenen. Het is slechts een kwestie van tijd tot de volgende uitbarsting. Wellicht dat Israëls nederlaag een nieuwe impuls geeft aan de revolutie. In ieder geval is het lot van de Palestijnen verbonden met het lot van de Arabische massa’s.