Moord op zwarte tiener legt racisme in de VS bloot
In Ferguson is 70 procent van de mensen zwart, en die meerderheid in de stad heeft veel last van racisme en geweld van het bijna compleet witte politiekorps. De moord op de 18-jarige Michael Brown door een witte politieagent is hiervan een symbool geworden.
Volgens de politie had een winkelbediende een overval doorgegeven en een beschrijving van de overvaller. Tien minuten later kwam een agent Brown tegen, en schoot hem dood. Veel details zijn nog onduidelijk, maar er was geen overval. De politie beweerde dat hij ‘iets gebruikt’ zou hebben en de agent agressief benaderde, maar getuigen spreken ook dat tegen.
Alle zwarte Amerikanen weten dat politie levensgevaarlijk voor hen is. Brown, die niets misdaan had, was ongewapend en rende weg van de agent. Deze bleef schieten toen Brown met zijn handen omhoog gewond op de grond viel. Hij werd gedood door zes politiekogels. Dat is een executie en in alle opzichten buitenproportioneel.
Net als bij de dood van Trayvon Martin gingen boze mensen de straat op. In minstens 90 Amerikaanse steden waren wakes en demonstraties. Deze verbonden dit met ‘hun eigen’ zwarte doden door politiegeweld. Na vier dagen was Obama gedwongen tot commentaar. Hij sprak van een ‘hartbrekende en tragische’ toestand, maar zweeg over de raciale dimensies: ‘Laten we ons herinneren dat we allemaal deel zijn van één American family.’
Er moet uiteraard een onafhankelijk onderzoek komen. Maar racisme compleet uit de politie wegwerken is bij voorbaat kansloos. De druk die ontstaan is door de onrust dwingt de heersers de onderdrukten erkennen. Door middel van georganiseerd massaprotest kan dit zich ontwikkelen in de richting van een nieuwe golf van strijd tegen racisme.
Zie (en like) de Facebook-pagina Justice for Mike Brown.