Turkije altijd nummer één

De Turkse presidentsverkiezingen zijn afgelopen weekend gewonnen door Recep Tayyip Erdogan. Als premier heeft hij zich enkele keren uitgesproken voor de rechten van Palestijnen. Maar Melisa Ersoy en Burak Yildiz plaatsen in dit opinie-artikel vraagtekens bij de omgang van Turkije met de eigen minderheden.
11 augustus 2014

Door Melisa Ersoy en Burak Yildiz

Afgelopen weken gingen mensen massaal de straat op voor Gaza. De oorlog in Gaza heeft voor meer dan duizend doden gezorgd en vele Palestijnen zijn gewond geraakt. Terwijl de gehele Arabische wereld zwijgt en toekijkt naar de slachting in Gaza, geeft de Turkse premier Erdogan steeds meer signalen af van protest richting Israël. Maar toch heeft ook Turkije een geschiedenis van schendingen van mensenrechten.

Bloedbad in Uludere

Zouden Turkse-Nederlanders net zo snel de barricades opgaan voor Koerdische kinderen die werden gebombardeerd door het Turkse leger in Uludere, als ze dat deden voor Palestijnse kinderen die werden gedood door Israëlisch bommen in Gaza? Uludere is een klein bergachtig dorpje dat op de grens met Irak ligt. Op 28 december 2011 werden 34 jonge Koerdische smokkelaars vermoord ten gevolge van bombardementen door F-16 vliegtuigen van het Turkse leger. Negentien van de doden zijn jonger dan achttien jaar, zesentwintig komen uit één en dezelfde familie. De Turkse legerposten wisten van de activiteiten van de smokkelaars en zouden de dorpelingen altijd waarschuwen als er acties tegen de PKK gepland stonden.

In Uludere is er haast geen werk. Om het gezin te onderhouden, nemen jonge mannen de gevaarlijke route naar Irak. Ze proberen aan spullen te komen zodat ze die kunnen doorverkopen in de omliggende steden. De Turkse legerposten wisten van deze manier van broodwinning en hebben dit jarenlang gedoogd. Het onderzoek van het Turks parlement werd uitgevoerd door een meerderheid van AKP-leden in een commissie. Het onderzoek duurde veertien maanden en op 20 maart 2013 werd het onderzoeksrapport openbaar gemaakt. Volgens de betreffende commissie is de haperende communicatie tussen de militaire en civiele autoriteiten de oorzaak van het bombardement. Een tweede oorzaak was dat het ongeluk gebeurde in de context van de terroristische dreiging vanuit Noord-Irak. Het onderzoek moest geheim blijven. Vooralsnog wordt het Turkse leger niet verantwoordelijk gesteld voor de moord op 34 jonge Koerdische smokkelaars.

De bombardementen op de jonge smokkelaars is het gevolg van jarenlange onderdrukking van minderheden zoals de Koerden. Uludere blijft flink achter qua ontwikkeling in vergelijking tot steden zoals Izmir en Istanbul. De Turkse regering heeft jarenlang het oostelijke gedeelte van Turkije bewust laten verpauperen. Koerden werden behandeld als tweederangsburgers en hun rechten werden ontnomen. Koerden mochten niet in hun eigen taal praten. Volgens de Turkse regering bestonden Koerden niet. Zij werden ‘Bergturken’ genoemd. De Turks-Koerdische zanger Ahmet Kaya waagde het om een Koerdisch liedje uit te brengen en werd vervolgens met de dood bedreigd door Turkse ultranationalisten.

Nationalisme en onderdrukking

Er bestaat geen goede Koerd. Een goede Koerd ben je pas als je afstand doet van je eigen identiteit. Een goede Koerd is iemand die Ataturk vereert en zijn eigen bestaan ontkent. In het Verdrag van Laussanne, dat vlak na de Eerste Wereldoorlog werd ondertekent door Turkije, kwam het woord Koerd niet voor. Niet-Islamitische minderheden werden wel genoemd zoals Joden, Armeniërs en Grieken. Minderheden die wel moslim waren, zoals Koerden, maar ook Arabieren en Alevieten, kregen geen erkenning en daarmee ook geen culturele en religieuze rechten. Turkije beroept zich nog steeds op deze clausule van het Verdrag van Laussanne als zij een verdrag ondertekent waarin de rechten van etnische en linguïstische groepen worden beschermd.

Ironisch zeiden Turkse nationalisten dat het woord Koerd komt van het geluid dat hun schoeisel in de winter maakte op bevroren sneeuw in de bergen. De Koerdische identiteit werd ontkend. Een Koerd moet eerst zijn eigen identiteit ontkennen, dan pas heeft die rechten. Op de basisschool moesten alle kinderen het volkslied zingen en Ataturk vereren. Dit moesten Koerdische kinderen ook doen voordat zij naar hun les mochten gaan. Pure vernedering met het oog op de rechten van minderheden. Dit aspect van het Turks onderwijs duidt naar onze mening in de richting van nationalisme. Toen een aardbeving de stad Van trof, waar een overweldigend meerderheid van Koerden wonen, kregen ultranationalisten de kans om zich te profileren. In de media en op sociale media was er openlijk sprake van racisme. Zo zei TV-presentactrice Muge Anli dat ‘stenen gooiende Koerden’ nu wel hulp willen van het Turkse leger. En nieuwslezeres Duygu Canbas zei dat het nieuws van de aardbeving verdrietig was, ook al kwam het uit het oosten.

Alevieten: minderheid in de Islam

In Turkije wonen er ongeveer 15 tot 20 miljoen alevieten. De alevieten interpreteren de Islam op een andere manier dan de soennieten die de meerderheid van de Turkse bevolking vormen. De meeste alevitische kinderen gaan naar school zoals hun soennitische leeftijdsgenoten. Maar alevitische kinderen krijgen soennitische religieuze lessen in plaats van lessen over het alevitisme. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft beslist dat de Turkse staat alevitische kinderen niet mag verplichten om soennitische religieuze lessen te volgen. Desondanks is er nog geen verbetering gekomen in de positie van alevitische leerlingen op basisscholen. De regerende AK-partij heeft haar mond vol van mensenrechten als het om Israël gaat. Maar het bieden van religieus onderwijs over het alevitisme gaat voor hen een stapje te ver. Alle moskeeën worden financieel onderhouden door de Diyanet, de ministerie voor Godsdienstzaken.

Maar de gebedshuizen van de alevieten worden niet financieel ondersteund. Het feit dat er een moskee-cemhuis project is gestart in Turkije betekent nog niet dat alevieten hun cemhuis krijgen. Het lijkt erop dat de Turkse staat haar invloed op minderheden niet wil verliezen.

Journalisten en persvrijheid

Samen met Iran en China, is Turkije het land waar de meeste kritische journalisten vastzitten. Volgens Reporters Without Borders is Turkije de grootste gevangenis voor journalisten. Het aantal journalisten dat vastzit in Turkije wordt betwist, maar het gaat om een getal tussen de 70 en 100. Velen van hen wachten op een proces. Sommigen van hen al maanden. Fusun Erdogan, Turks-Nederlandse journaliste, heeft zeven jaar in gevangenis gezeten zonder proces. Het zijn niet alleen journalisten die kritiek leveren op de Turkse staat, maar ook advocaten, mensenrechtenverdedigers, politieke activisten en vele anderen moeten voor de rechtbank verschijnen. De grootste kritiek wordt geleverd op de Koerdische kwestie, wat de overheid niet zint. Temel Demirer, een mensenrechtenverdediger, werd vervolgd nadat hij had geschreven over de Armeense kwestie en had gezegd dat de staat verantwoordelijk was voor de dood van de vermoorde journalist Hrant Drink.

Direct na de tragedie in Uludere werd de media gecensureerd door de Turkse staat. Niet één grote televisiezender berichtte over de slachtoffers van getroffen bombardementen door het Turkse leger. De redacties van grote televisiekanalen kregen geen toestemming om hierover te berichten. Pas uren later na het bombardement werd er bericht door de grote televisiekanalen.

’Ik ben Armeniër genoemd’

Terwijl de presidentskandidaat Selahattin Demirtas alle minderheden in Turkije omarmt, doet de Turkse premier Erdogan juist het tegenovergestelde. In aanloop naar de presidentsverkiezingen heeft Erdogan herhaaldelijk gewezen op de etniciteit van zijn opponenten. Zo benoemde hij de alevitische afkomst van oppositieleider Kemal Kilicdaroglu, de Zaza-koerdische origine van Selahattin Demirtas en de geboorteplaats (Egypte) van de andere presidentskandidaat Ekmeleddin Ihsanoglu. Erdogan profileert zichzelf graag als een ras echte soennitische Turk. Alles daarbuiten is in zijn ogen verkeerd. Deze uitspraak van Erdogan wakkert alleen maar racisme en haat jegens minderheden aan.

Gezipark-protesten

Wat begon als een sit-in voor het behoud van een milieu park in Istanbul, groeide uit tot massale protesten over heel Turkije. Demonstranten eisten onder andere het vertrek van Erdogan en meer democratische rechten zoals vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. Politieagenten die tijdens de Gezipark-protesten activisten hebben vermoord of mishandeld gaan vrijuit. Er werden duizende klachten ingediend na de Gezipark-protesten. Amnesty International meldde dat slechts twee daarvan geleid heeft tot vervolging van agenten. Degelijk onderzoek wordt niet gedaan en de daders worden beschermd door de Turkse staat. Net zoals met het bloedbad in Uludere worden de verantwoordelijken niet terecht gesteld. De moordenaar van de vijftienjarige Berkin Elvan loopt nog vrij rond.

Wanneer de Koerden zich verzetten tegen het geweld van de Turkse staat, worden zij terroristen genoemd. Maar wanneer de Palestijnen zich verzetten tegen de Israëlisch bezetter, worden zij helden genoemd. Koerden werden uit hun dorpen verdreven, geassimileerd en onderdrukt in Turkije. Net zoals de Palestijnen. Deze hypocrisie is te verklaren door het feit dat de Turkse staat nationalisme jarenlang in stand heeft weten te houden. Men valt gauw in een ‘wij zijn beter, zij zijn slecht’ retoriek waardoor het geweld jegens de Koerden werd gerechtvaardigd. Net als de Palestijnen. Ook zij worden ‘dehumanized’, wat het vervolgens mogelijk maakt elke schending van mensenrechten te legitimeren. Israël ‘verdedigt’ zich met een van de meest geavanceerde militaire apparaten tegenover een praktisch weerloze Palestina die geen leger heeft.

Israël kan dit doen, omdat de Palestijnen op structurele wijze worden neergezet als terroristen. Hetzelfde gebeurt met de Koerden in het oostelijke deel in Turkije. Turkse nationalisten vinden dat Koerden het land Turkije verdelen. Maar wie is er eigenlijk uit op verdeling van het land? Is het land niet verdeeld juist door het stelselmatig ondergeschikt stellen van minderheden aan de Turkse ‘übermensch’? Waarom is het erkennen van de eigen etniciteit, geloof en taal een bedreiging voor de staat? Blijkbaar is er geen ruimte voor pluriformiteit. Dit is natuurlijk niets nieuws voor een ieder die ook maar iets weet over de geschiedenis van Turkije en de behandeling van minderheden van Armenen tot alevieten. De enige manier om hieraan te kunnen ontsnappen lijkt de volledige ontkenning van het ‘anders’ zijn. Alevieten moeten zich gedragen als soennieten, Koerden als Turken en Armenen moeten de hele genocide vergeten.

Turkije is net als Israël een voorloper op het schenden van mensenrechten van minderheden, niet op het beschermen ervan.

En nee. Turkije is niet altijd nummer één.

Melisa Ersoy en Burak Yildiz zijn beide student Rechtsgeleerdheid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam