Nogmaals: zes mythes over miljonairs

De vermogenspositie van de allerrijksten verbeterde vóór, tijdens en nu ook na het voorlopig dieptepunt van de crisis. Alleen al daarom is de voortdurende bezuinigingsdrift van Rutte-II op de mensen aan de onderkant een schandaal.
16 april 2014

De afgelopen week werd deze trend opnieuw bevestigd. ‘Tijdens de crisis is de ongelijkheid groter geworden’, noteerde De Volkskrant. De krant schreef op basis van CBS-cijfers dat in 2012 de rijkste 1 procent van Nederland (74 duizend huishoudens) 273 miljard euro vermogen bezaten. Dat is gemiddeld 3,7 miljoen euro per huishouden, en 23,4 procent van het totale binnenlands vermogen. In 2012 hadden de rijkste zevenduizend huishoudens 102 miljard euro, gemiddeld 13,9 miljoen euro per huishouden.

De tegenstelling met de positie van werkende mensen groeit volgens cijfers van datzelfde CBS. Het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens is in 2013 met 1,1 procent gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Dit schrijft het vooral toe aan ‘het achterblijven van de lonen bij de inflatie, de afname van de werkgelegenheid en een toename van de belastingen en sociale premies.’

Deze verschuiving van vermogen van arm naar rijk wordt direct veroorzaakt door de financiële politiek van de bedrijven. Ondanks de daling van de winsten keerden Nederlandse ondernemingen namelijk wel meer dividend uit aan hun aandeelhouders.

Hierbij herhaalt Socialisme.nu een aantal argumenten waarom dee miljonairs uitsluitend zichzelf helpen.

1. ‘Maar miljonairs werken toch hard voor hun geld?’

Volgens een onderzoek van Van Lanschot zit 67% van de miljonairs zonder werk. Dat komt omdat ze hun rijkdom niet vergroten door zelf te werken, maar door te beleggen of speculeren. Een voorzichtig beleggingsfonds geeft rond de 5% rendement. Een miljoen levert zo 50.000 euro per jaar op voor iemand die daar helemaal niet voor heeft gewerkt.

Miljonairs die wel werken zijn ongetwijfeld druk: ze bellen veel, hebben lunchafspraken die uitlopen en staan vaak op de golfbaan. Maar dit wil nog niet zeggen dat zij hun geld ‘verdienen’. De welvaart die ze verzamelen, wordt afgeroomd van het werk dat andere mensen doen. De topinkomens nemen toe doordat de werkdruk voor gewone mensen steeds meer toeneemt en zij steeds vaker genoegen moeten nemen met flutcontracten. Kortom, het overgrote deel van de miljonairs worden niet rijk door hun eigen arbeid, maar door die van anderen. In economische termen heet dat ‘uitbuiting’.

2. ‘Maar miljonairs creëren toch banen?’

In een interview op Radio 1 zei organisator van de Miljonair Fair, Yves Gijrath: ‘We creëren juist werk voor alle mensen die hier nu al weken mee bezig zijn.’ Dat is het eeuwenoude argument waar ook de ideologisch geladen term ‘werkgever’ vandaan komt. Maar ten eerste nemen ze geen mensen aan uit liefdadigheid, maar om daar winst op te maken. Ten tweede is het hele punt van de actie juist dat de rijkdom die vergaard is door uitbuiting niet moeten worden besteed aan het luxueuze levensgenot van de allerrijksten, maar dat het moet worden ingezet voor maatschappelijk welzijn.

Als miljonairs werkelijk iets zouden geven om de werkgelegenheid in Nederland, dan stemmen ze in met de eis van het actiecomité om een vermogensbelasting van 5% in te voeren. Hiermee zou jaarlijks 16 miljard euro worden opgehaald. Genoeg om bijvoorbeeld de bezuinigingen op de thuiszorg (100.000 banen) en sociale werkvoorziening (70.000 banen) te stoppen. De koopkracht die hiermee gecreëerd wordt, levert bovendien veel meer werk op dan die kleine groep mensen die een paar weken per jaar in de RAI werkt.

3. ‘Er is wel werk, maar mensen willen niet’

Rechts slaagt er met dit argument in om een maatschappelijk probleem te reduceren tot een individueel probleem. Sinds het begin van de crisis in 2008 is de Nederlandse werkloosheid toegenomen met 200.000 mensen. Er zijn in Nederland veel meer mensen op zoek naar werk dan er vacatures zijn. Tegenover elke vacature staan nu 5 werklozen.

Dat minder mensen werken, komt doordat de overheid bezuinigt en bedrijven weigeren te investeren. Zo berichtte het NRC vorig jaar dat bedrijven 210 miljard euro in kas hebben en keren Nederlandse multinationals dit jaar een recordbedrag aan dividend uit aan aandeelhouders. Wanneer we het vermogen van miljonairs belasten kunnen we juist banen behouden (thuiszorg) en creëren door bijvoorbeeld te investeren in duurzame energie.

4. ‘In Nederland kennen we geen armoede’

Vandaag publiceerde De Volkskrant de cijfers van het laatste Armoedesignalement op de voorpagina. 1,1 miljoen mensen in Nederland leven in armoede. Volgens Rutte is er in Nederland geen sprake van armoede. Maar het sociaal minimum heet sociaal minimum met een reden. In armoede kunnen mensen minder deelnemen aan het openbare leven. Kinderen kunnen niet op de sportclub of er is geen geld voor vakantie.

Dat de SP de PvdA gisteren heeft gedwongen om te erkennen dat armoede bestaat, is een stap vooruit, maar armoede is niet alleen erg voor kinderen. Het grootste gedeelte van de minima-huishoudens is alleenstaand. Zij raken vaak sociaal geïsoleerd terwijl ze bijvoorbeeld steeds moeilijker hun verwarmingskosten kunnen betalen. Eenvandaag maakte jaren geleden deze documentaire over armoede in Nederland. Met de crisis, groeiende werkloosheid en BTW-verhogingen zijn de problemen van deze groep alleen maar groter geworden.

5. ‘Nederland is toch een ontzettend gelijk land?’

Vergeleken met andere Europese landen zijn de inkomens in Nederland niet uitzonderlijk gelijk. Landen zoals Duitsland en Oostenrijk hebben een meer gelijke inkomensverdeling terwijl de inkomens in België en Frankrijk ongelijker zijn verdeeld. Het verschil tussen de rijkste 10% en de armste 10% is de afgelopen twintig jaar toegenomen.

Maar werkelijke ongelijkheid zit in Nederland vooral in de vermogens. Uit recent onderzoek van Van Lanschot blijkt dat maar 1,3% van de huishoudens miljonair is, maar dat zij samen 39% van het totale vermogen bezitten. Ter vergelijking: 60% van de Nederlanders bezit slechts 1% van het totale vermogen.

6. ‘Miljonairs betalen toch al meer belasting?’

Nee, miljonairs betalen relatief gezien ongeveer evenveel belasting als andere inkomensgroepen. Er is in feite sprake van een vlak-taks, concludeerde NRC Next begin dit jaar. De inkomstenbelasting is hoger voor miljonairs, maar andere belastingen zijn voor hen juist lager. Doordat armere mensen een groter gedeelte van hun inkomen besteden aan consumptie, worden ze bovendien harder geraakt door de BTW-verhoging die de Kunduz-coalitie afsloot en de PvdA liet staan.

Hiernaast huren miljonairs fiscalisten in, die voor hen de mazen van de belastingwet opzoeken terwijl gewone mensen gedwongen worden vrije dagen op te offeren om niet te veel te hoeven betalen. Dit neemt niet weg dat inkomen slechts een klein gedeelte is van de rijkdom van miljonairs.

Haal het geld waar het zit!

We leven in een systeem waarin uitbuiting leidt tot extreme rijkdom voor een dunne bovenlaag en toenemende armoede voor een grote onderlaag. Dit is geen natuurverschijnsel, maar een uiting van krachtsverhoudingen tussen die sociale klassen. Die liggen echter niet vast. Strijd kan dat veranderen, net zo goed als maatschappelijke druk politieke besluitvorming kan veranderen. Wees daar onderdeel van – kom vanavond naar het protest bij de Miljonair Fair of naar andere acties in de nabije toekomst. Een andere wereld is mogelijk – maar die zullen we moeten veroveren.

  • Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
  • Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.

Dit artikel is een herpublicatie.