Verkiezingsuitslag is een motie van wantrouwen tegen Rutte en Samsom

De verkiezingsuitslag van afgelopen woensdag laat zien dat de Nederlandse bevolking dit kabinet zat is. De PvdA kreeg de rekening gepresenteerd voor de gebroken verkiezingsbeloften. In veel grote steden verloor de partij bijna de helft van de zetels. Ook coalitiepartner VVD heeft over de gehele linie terrein prijs moeten geven.
21 maart 2014

Door Max van Lingen

Het paradoxale is dat juist D66 – een partij waarop dit kabinet rekent bij het doorvoeren van de bezuinigingen – hiervan het meest heeft geprofiteerd. D66 wordt niet geïdentificeerd met de gebroken beloftes van Rutte en Samsom en vormt daardoor voor een deel van de gedesillusioneerde achterban van de andere middenpartijen. Dit werd treffend geïllustreerd met het stemadvies van Paul de Leeuw, voor wie de PvdA ook helemaal had afgedaan. Hij zei ‘rood te blijven kiezen: de SP of D66’.

Dit geldt ook voor migrantengroepen die voorheen grotendeels PvdA stemden. Daarbij telt ook dat Alexander Pechtold in de Tweede Kamer steevast de meest uitgesproken criticus van de racistische PVV is. Het is een uitdaging voor links om de komende tijd duidelijk te maken dat Pechtold net zo goed verantwoordelijk is voor het bezuinigingsbeleid van dit kabinet als Rutte en Samsom. In Amsterdam wil D66 het aantal sociale huurwoningen met 10.000 inkrimpen.

Daar staat tegenover dat de SP eveneens een stevige overwinning wist te boeken. De partij profiteert vooral van de implosie van de PvdA en GroenLinks in de grote steden en van het feit dat de partij de enige is die ook buiten verkiezingstijd de straat op gaat en lokale acties ondersteunt. De overwinning betekent dat in veel gemeenteraden het linkse geluid versterkt wordt. Dat is goed nieuws voor links als geheel.

Maar er zijn ook enkele kanttekeningen te plaatsen bij de verdubbeling van de partij. Allereerst kwam de SP wat betreft de gemeenteraden uit een diep dal. De verkiezingen van 2010 vormden een electoraal dieptepunt en dwongen toenmalig fractievoorzitter Agnes Kant tot aftreden. De overwinning van nu bestaat voor een gedeelte uit het rechttrekken van de nederlaag van toen.

De winst van de SP is in de context van het verlies van de PvdA en GroenLinks niet gek. Het zou pas opzienbarend zijn als dit geen winst op zou leveren. Het potentieel voor een linkse protestpartij is echter veel groter. Bijna de helft van de kiesgerechtigden heeft niet gestemd en een kleine 30 procent van de stemmen is naar lokale partijen gegaan.

Dat de SP hiervan niet weet te profiteren komt door de strategische spagaat waarin de partij zich bevindt. Terwijl de SP terrein verovert ten koste van de andere linkse partijen, is de strategie van de SP erop gericht om samen met deze partijen – en mogelijk met andere partijen – coalities te vormen. Hierdoor zien veel mensen die het helemaal gehad hebben met Rutte en Samsom de SP niet als een alternatief.

Meebesturen op lokaal niveau betekent de komende periode vooral het uitvoeren van de bezuinigingen van Rutte en Samsom. Dat is een weinig inspirerend perspectief voor mensen die willen afrekenen met diezelfde bezuinigingen. Om deze groep te bereiken is een heroriëntatie van het parlement naar de straat nodig. Met honderden nieuwe raadszetels loopt de SP echter het gevaar verder te bureaucratiseren.

De SP mag het zichzelf bovendien aanrekenen dat het er niet in geslaagd is de voormalige ‘allochtone’ achterban van de PvdA voor zich te winnen. Hoewel deze groep bijzonder hard wordt geraakt door de bezuinigingen, hebben veel allochtonen die gedesillusioneerd zijn geraakt in de PvdA op D66 gestemd. Dat dit te maken zou hebben met de ‘emancipatie’ van allochtonen is onzin.

Het komt vooral doordat de SP niet als alternatief wordt gezien vanwege het imago van witte arbeiderspartij. Dat imago hebben ze vooral te danken aan hun zwakke opstelling in het racismedebat. In de Tweede Kamer laten ze de oppositie tegen Wilders over aan Pechtold en op straat geven ze bij antiracisme acties niet thuis. De strategie om racisme enkel met sociaaleconomische argumenten het Nederlandse racismeprobleem aan te pakken stuit bij veel allochtonen terecht op onbegrip. Het is te hopen dat met de groei in de grote steden de SP meer gevoel ontwikkelt voor dit thema.

Op de verkiezingsavond liet Geert Wilders weer horen waarom dat nodig is. De storm van kritiek die hij over zich heen kreeg laat zien dat er mogelijkheden liggen om Wilders te bestrijden. Zijn uitspraken overschaduwden bovendien het feit dat de PVV heeft verloren in zowel Almere (-1 procentpunt) als in Den Haag (-2,6 procentpunt). In Rotterdam wist de pseudo-PVV in de vorm van Leefbaar Rotterdam bovendien niet verder te groeien. Het is hoopgevend dat juist in de stad van Pim Fortuyn de SP meer voet aan de grond begint te krijgen en dat ook moslimpartij NIDA met twee zetels in de raad is gekomen.

Het verlies van de PVV en de winst van de SP zijn positieve ontwikkelingen. Maar het betreft vooralsnog geen grote verschuivingen. Dat vooral D66 heeft geprofiteerd van de implosie van de PvdA en GroenLinks is geen goed teken. Het laat zien dat er voor socialisten de komende tijd veel werk aan de winkel is. Maar ook dat er een diepgaande discussie nodig is over de strategie waarmee links zichzelf weer als alternatief op de kaart gaat zetten voor de verrechtsing van nu.