Wat vinden socialisten van kernenergie?

Voorstanders van kernenergie stellen dat deze vorm van energieopwekking schoon en klimaatneutraal is. Na de ramp bij de Japanse kerncentrale Fukushima maken veel mensen zich zorgen over de gevaren van kernenergie. Is kernenergie een gevaar of een noodzakelijk kwaad? En bestaan er alternatieven voor?
17 september 2014

Door Angela Ettema

Onder invloed van berichten over klimaatverandering en dreigende energietekorten was de steun voor kernenergie de afgelopen jaren gestegen. In juni 2010 was volgens een peiling van EenVandaag in Nederland 54 procent voorstander van kernenergie. Maar in maart 2011, na de kernramp in het Japanse Fukushima, was dit aantal gedaald tot 45 procent en sprak 47 procent zich uit tegen kernenergie.

Misleiding

Lobbyclubs als het Nuclear Energy Institute presenteren kernenergie het liefst als een schone oplossing voor het energievraagstuk. Met plaatjes van blauwe luchten en groene weiden prijzen ze kernenergie aan als een schoon alternatief voor vervuilende kolencentrales. De sector stelt dat kernenergie, in tegenstelling tot fossiele brandstoffen, CO2-neutraal is. Daarom zouden kerncentrales kunnen helpen de klimaatverandering te beperken. Deze beweringen van de sector berusten echter op misleiding.

De productie van kernenergie vindt plaats in een lang en ingewikkeld proces, de nucleaire keten. Elke stap in deze keten, van de winning van uranium tot het bouwen van reactors en het opslaan van kernafval, gaat gepaard met een hoge uitstoot van CO2. Voorstanders van kernenergie rekenen deze emissies niet mee.

Bovendien is kernenergie op geen enkele manier duurzaam te noemen omdat de hoeveelheid uranium op aarde eindig is. Als het huidige verbruik van kernenergie op de wereld zou worden verdubbeld, zou de uraniumvoorraad over 25 jaar op zijn. Kernenergie biedt dus hoe dan ook geen perspectief voor de langere termijn.

Daarnaast is de productie van kernenergie enorm vervuilend en riskant. Al aan het begin van de keten, bij de winning van uranium, komt radioactief materiaal vrij. Dit gaat ten koste van de gezondheid van omwonenden en mijnwerkers en vervuilt het milieu. In Canada en Australië worden leefgebieden van inheemse volkeren door deze mijnbouw onbewoonbaar gemaakt.

Een van de grootste problemen van kernenergie is kernafval. Bij elke stap in de nucleaire keten komt radioactief en giftig afval vrij. Kernafval kan tot 240.000 jaar radioactief blijven.

Om schade aan mensen en dieren te voorkomen, moet het totaal geïsoleerd blijven. Het grote probleem is dat niemand een manier weet om afval 240.000 jaar veilig op te slaan, omdat er geen kennis is over hoe de wereld er tegen die tijd uitziet. Doorgaan met kernenergie brengt daarom onaanvaardbare risico’s met zich mee voor de toekomst van het leven op deze planeet.

De geschiedenis van kernenergie is er een van incidenten en ongelukken. De ernstigste daarvan zijn de explosie van de kerncentrale in Tsjernobyl, in de voormalige Sovjet-Unie, in 1986 en de ramp bij de kerncentrale Fukushima in Japan in 2011. In Tsjernobyl kwam 400 keer zoveel radioactief materiaal vrij als bij de atoombom op Hiroshima. Honderden mensen, voornamelijk hulpverleners, kregen last van stralingsziekte. Bij kinderen steeg het aantal gevallen van schildklierkanker en misvorming.

In Fukushima zijn de gevolgen van de ramp drie jaar na dato nog steeds merkbaar. Zo lekt er nog steeds radioactief water in zee en zal het decennia duren om alle radioactieve materialen op te ruimen.

Alternatieven

In tegenstelling tot wat de voorstanders zeggen, is kernenergie niet schoon of duurzaam, maar juist vervuilend en gevaarlijk voor mens en milieu. Maar hoe moet het dan met de energievoorziening?

Ten eerste valt er veel verbetering te behalen door de energieverspilling aan te pakken. Daarnaast is het nodig om over te stappen op echt duurzame, dus hernieuwbare, vormen van energie. Dat zijn bijvoorbeeld zonne-energie, windenergie en waterkracht. Regeringen stoppen enorme bedragen aan subsidie in kernenergie en in fossiele brandstoffen. Door dat geld te steken in hernieuwbare energiebronnen, kunnen de technologieën hiervoor verder ontwikkeld worden en zullen de kosten dalen.

Het probleem hiermee is dat in het huidige kapitalistisch systeem oliebedrijven zoals Shell en BP een centrale plaats innemen. Zij oefenen een grote invloed uit op de politiek, waardoor doeltreffende maatregelen op het gebied van klimaat en duurzame energie uitblijven.

Als we kernenergie willen vervangen door duurzame energie, moeten we daar zelf voor in actie komen. De nadruk moet daarbij liggen op het mobiliseren van grote aantallen mensen om daadwerkelijk druk uit te oefenen. We kunnen de atoomlobby en de oliemultinationals niet overtuigen, we moeten ze verslaan. Alleen dan kunnen we de basis leggen voor een maatschappij waarin mens en milieu boven de winst van een minderheid gaan.