Doetank: ‘Officieel wordt niet erkend dat etnisch profileren plaatsvindt’

Eind oktober maakte de Doetank een filmpje over etnisch profileren. Een witte en een zwarte vriendengroep hangen rond in een buurt. Alle repressieve aandacht van de politie gaat uit naar de zwarte groep. Dit filmpje werd in november getoond tijdens een debat over etnisch profileren in de Melkweg. Socialisme.nu laat Jair Schalkwijk van de Doetank aan het woord.

11 maart 2014

Waar komt de Doetank vandaan?

De Doetank is voortgekomen uit een groep van ongeveer tien mensen die vier jaar geleden een onderzoek hebben gedaan in de Indische buurt in Amsterdam. We gebruikten een onderzoeksmethode van vooral heel lang in een buurt te verblijven en deze zo van binnenuit, en van onderop, te leren kennen. Van hangen op banken tot mensen naar je toe komen, tot mensen interviewen en het meelopen met professionals in de buurt. Om zo vanuit verschillende hoeken te kijken hoe een buurt werkt, en hoe mensen zich voelen over de buurt waarin ze wonen.

Die methode leverde goede resultaten op. Methodologisch zijn we antropologisch en qua inhoud richten we ons op het blootleggen van expliciete en verborgen vormen van uitsluiting.

Er is veel aandacht geweest voor jullie onderzoek. Het viel samen met het onderzoek van Amnesty over etnisch profileren en een breder debat over racisme in Nederland. Hoe zien jullie je eigen onderzoek als onderdeel hiervan?

Met Controle Alt Delete hebben we zelf actief een coalitie gebouwd. Het resultaat daarvan werd zichtbaar tijdens de avond die we organiseerden, eind november in de Melkweg, over discriminatie bij de politie. Voordat we begonnen met filmen hebben we ons uitgebreid ingelezen en gesproken met wetenschappers en politiemensen.

Etnisch profileren door de politie is een uiting van discriminatie. Het is niet alleen een kwestie van racisme: het kan juist ook je kleding zijn die te ‘straat’ is. Onze film is onderdeel van deze discussie: in dit geval is wat de twee groepen onderscheidt niet hun kleding, maar hun huidskleur.

We leven in Nederland met heel veel vooroordelen. Dit komt terug in de media, hoe we praten en hoe we grapjes maken. De politieagent is net zo schuldig als alle andere mensen in Nederland die bijdragen aan dat negatieve beeld van de ander. Maar doordat de politie het machtsmonopolie heeft, heeft dit bij hen veel grotere gevolgen.

Tijdens jullie bijeenkomst in de Melkweg waren er ook een aantal politiemensen. Wat denk je wat hun indruk was van de discussie?

De politie schrok natuurlijk van de verhalen die ze hoorden, maar ze gaven vervolgens niet aan dat ze zich echt gingen inzetten om iets tegen etnisch profileren te doen. Ik denk dat de zaal dat een bizarre gewaarwording vond. Zo van: ‘Als jij het dan toch echt zo erg vindt, waarom zeg je dan niet dat je heel hard gaat vechten om dat te veranderen?’

Ze zeiden dat niet, omdat officieel niet erkend wordt dat etnisch profileren plaatsvindt. De officiële lijn van de politie is dat etnisch profileren afgekeurd wordt, dat het niet effectief is en dat het niet gebeurt. Dus de politie zal moeten erkennen dat het wel gebeurt, structureel ook, voordat er wat kan veranderen.

Wordt dit onvermogen ook niet geïllustreerd door de dood van rishi en het racistisch gemotiveerde geweld in de Haagse Schilderswijk waar geen verder onderzoek naar komt?

Er waren tijdens de zitting van Rishi drie politiedeskundigen die alle drie zeiden dat de politie veel te weinig training krijgt in handelen in dit soort situaties. Deze agent wordt nu wel vervolgd (hij is inmiddels vrijgesproken), maar er wordt niet iets structureels aan het probleem gedaan. Een commissaris uit Amsterdam zei het tijdens de bijeenkomst in de Melkweg: ‘als ik heel veel te maken krijg met criminelen van een Marokkaanse komaf dan ga ik criminaliteit en komaf aan elkaar koppelen’.

En dat is precies waar het probleem ligt. De denkfout dat culturele achtergrond bepaalt of iemand crimineel is, en niet sociale omstandigheden, ligt ten grondslag aan etnisch profileren. De politie zal hard moeten werken om deze redenering aan te pakken, om vooroordelen onder agenten tegen te gaan.

Hier besteden ze tijdens de politie academie geen tijd aan, bleek ook uit de bijeenkomst. De coördinator ‘multicultureel vakmanschap’ gaf aan dat de mate waarin er hieraan aandacht wordt besteedt afhangt van de docent. Dat er sowieso meer ‘vakmanschap’ dan ‘multicultureel vakmanschap’ gegeven wordt. En bovendien dat het vak binnen een jaar helemaal zal stoppen. Het hele landelijke expertisecentrum diversiteit wordt in 2015 opgeheven. Hoe gaat de politie dan structureel dit soort problemen aanpakken?

Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?

We gaan workshops straatrecht geven, en willen nog een keer een film maken. Voor het filmpje dat we nu hebben, zijn we vier keer de straat op gegaan en kwamen we twee keer de politie tegen. Dat is echt enorm vaak. De volgende keer willen we twintig dagen testen, zodat we meer situaties kunnen onderzoeken.

Ik denk de filmpjes heel goed werken omdat mensen zich heel goed kunnen verplaatsen in elkaar. Witte mensen die denken: ‘hé, dat maak ik nooit mee’ terwijl zwarte mensen waarschijnlijk zullen zeggen: ‘dat maak ik ook altijd mee’. Dat maakt de film zo sterk. Het brengt in beeld hoe discriminatie eruit ziet. Dat zie je maar heel weinig.

Bij Jeffrey Koorndijk, de jongen die is afgewezen bij een elektronicawinkel, zie je opeens hoe expliciet dat eigenlijk is. Vaak zijn racisme en discriminatie juist erg verborgen of sluimerend. Het filmpje is in twee maanden meer dan 40.000 keer bekeken op youtube. Dat is enorm veel.

)