Wat betekent solidariteit?

Het lijkt een overbodige vraag. Rechts gelooft in 'ieder voor zich, God voor ons allen.' En voor links geldt de leus van de drie musketiers: 'een voor allen, allen voor een!' Toch is dit principe minder eenvoudig dan het lijkt. Wie zijn 'allen' en wat drijft mensen om solidair te zijn?
1 april 2004

Door Peyman Jafari

Het meest gehoorde antwoord is dat solidariteit ‘opkomen voor de zwakkeren’ betekent. En mensen zouden zich solidair moeten gedragen vanuit een morele plicht. In deze betekenis is solidariteit een eenzijdige relatie: ‘de zwakkeren’ zijn afhankelijk van ‘de sterken’. Solidariteit is voor socialisten echter geen medelijden of filantropie vanuit abstracte morele waarden. Deze verwarring is niet nieuw. De Fransman Fourier introduceerde begin negentiende eeuw het woord ‘solidariteit’ in de socialistische beweging. Als een van de utopisten bekritiseerde hij de gruwelen van het opkomende kapitalisme. Hij schetste een blauwdruk van kleine gemeenschappen waarin solidariteit de norm zou zijn. Om dit uit te voeren deed Fourier een beroep op de machthebbers. Hij stuurde zijn plannen naar de tsaar van Rusland en de president van de VS. Hij dacht dat zij zich moreel verplicht zouden voelen om geld te geven voor zijn utopisch experiment.

Klasse

Maar al gauw bleek dat de machthebbers hun lot niet wilden verbinden met ‘de zwakkeren’ – ze hadden het zelf al goed. In 1848 ging een golf van opstanden en revoluties door Europa. Overal koos de nieuwe klasse van kapitalisten de kant van de oude monarchen tegenover de opkomende arbeidersbeweging, die democratische en sociale rechten opeiste. Vanaf dat moment raakte het woord solidariteit verbonden met de arbeidersbeweging, maar het behield de betekenis van ‘broederschap’, een van de leuzen van de Franse Revolutie. Toen Marx actief werd in de Bond der Rechtvaardigen, een van de eerste socialistische organisaties, had deze als credo ‘alle mensen zijn broeders’. Marx zette zich in om dit te veranderen in ‘arbeiders aller landen, verenigt u!’ Hij zei dat er mensen in de wereld rondliepen met wie hij nooit broers zou willen zijn. Becker, een van zijn medestanders, formuleerde het preciezer. Solidariteit is ‘broederschap van de daad’ en moet niet verward worden met de burgerlijke ‘broederschap van de frasen’. In feite is de maatschappij verdeeld in klassen met tegengestelde belangen.

‘Broederschap van de frasen’ dient om deze realiteit te verdoezelen. Regeringsleiders en bazen beroepen zich vaak op abstracte ideeën als nationaliteit, religie of het algemeen belang om ons achter hun karretje te spannen.

Noodzaak

De belofte van ‘broederschap’ wordt keer op keer gebroken door hen die voor winst lonen verlagen, arbeiders ontslaan en zelfs oorlogen beginnen. Voor mensen die werken komt solidariteit met collega’s niet voort uit een abstract ideaal dat socialisten propageren. Ze is een pure noodzaak, ‘solidariteit van de daad’. Bazen kunnen arbeiders ontslaan omdat zij de productiemiddelen in handen hebben.

Om hun belangen te verdedigen hebben arbeiders geen andere keuze dan zich te organiseren. Daarvoor zijn ze van elkaar afhankelijk.

Solidariteit is dus iets dat al bestaat. Maar daarmee houdt het niet op. De macht van de heersende klasse is niet alleen voelbaar op de werkvloer, ook al ligt daar de bron. De kapitalistische staat oefent die macht uit over alle arbeiders, ongeacht beroep en sector. Daarom moet solidariteit op een werkvloer uitgebouwd worden tot solidariteit met andere arbeiders die strijd voeren.

Een obstakel voor deze klassensolidariteit is dat de arbeidersklasse verdeeld is langs lijnen van beroep, nationaliteit en sekse. De bron van deze verdeeldheid is het kapitalisme zelf. Het kapitalisme brengt arbeiders bij elkaar en zet ze tegelijk tegen elkaar op als concurrenten. Daarom kan solidariteit niet alleen door socialistische propaganda bereikt worden. Samen knokken voor de belangen van onze klasse over de hele wereld is de enige manier om de verdeeldheid te overwinnen. Alles wat ons verdeelt, zoals racisme en seksisme is een zwakte. Daarom is solidariteit in de breedste zin een universele waarde voor de arbeidersklasse omdat ze strijdt voor de bevrijding van de hele mensheid.