ʻWij zijn niet bangʼ – Egyptische socialist spreekt zich uit tegen staatsrepressie

De Egyptische revolutie is van de voorpaginaʼs verdwenen maar de strijd zet zich voort. De legertop probeert een verdere verdieping te voorkomen, maar wordt geconfronteerd met protesten. Mahie El-Massry van de Egyptische Revolutionair Socialisten schetst de methoden van het leger en haar hoop op verandering.
23 december 2013

We demonstreerden voor de rechtbank afgelopen maand, toen de politieagenten die veroordeeld zijn voor de moord op Khaled Said, in Alexandrië in 2010, opnieuw werden berecht. Dit is een belangrijke rechtszaak in de Egyptische revolutie.

De moord op Khaled liet de meedogenloosheid zien van het regime en de politie ten opzichte van het volk. Het liet de martelpraktijken zien die deel zijn van het dagelijkse leven. Het was deel van de reden waarom mensen de straat opgingen in 2011.

Hoe ze met ons laatste protest omgingen, laat zien dat de politie nog steeds hetzelfde is. En we weten dat ze nog steeds mensen martelen in de politiebureaus.

Na 3 juli, toen Mohamed Morsi werd afgezet als president, werd er gepraat over ʻverzoeningʼ met het leger en de politie. Mensen zeiden dat de politie is veranderd. Maar dat zijn ze niet. De nieuwe demonstratiewet wordt nu tegen ons gebruikt in Alexandrië. We kwamen samen op de stoep voor de rechtbank en scandeerden: ʻWe zullen de beestachtigheid van de politie niet vergeten! We zullen Khaled Said niet vergeten!ʼ

Illegaal

De tweede gezagvoerder van de veiligheidstroepen in Alexandrië pakte een megafoon en zei dat we op een illegaal protest waren. Hij kondigde aan dat ze ons na tien minuten uit elkaar zouden drijven.

Ogenblikkelijk namen ze ons onder vuur met waterkanonnen. Toen sloegen ze op de demonstranten in. Eén van onze kameraden van de Revolutionair Socialisten, een arts, werd geslagen met een illegaal wapen – een Amerikaanse wapenstok – gemaakt van metaal. We werden besproeid met zijn bloed.

We gingen naar de andere kant van de weg. Toen begonnen ze ons met pepperspray en traangas te besproeien. Pepperspray kwam in de grote wond van de kameraad. Ze arresteerden mensen. Een daarvan was een jongeman, die toevallig voorbij kwam op weg naar de campus en begon te rennen om weg te komen van het traangas.

Ze zitten nog steeds vast. We gingen naar het politiebureau om te vragen wanneer ze werden vrijgelaten. De politie zei dat hun arrest verlengd was, iets dat illegaal is. Activisten worden op veel plekken in Egypte gearresteerd. Arrestatiebevelen zijn uitgegeven voor mij en andere activisten.

Gestopt

Toen ik dit hoorde stopte ik voor twee dagen met activisme, maar toen dacht ik, ʻDit klopt niet. Wij zijn geen criminelen.ʼ Ik ben naar het directoraat voor veiligheid gegaan om voedsel en kleding te brengen voor kameraden die vastzitten.

Als ze ons willen hebben, weten ze waar we zijn. De demonstratiewet is ervoor om onze beweging tegen te houden, zodat mensen bang worden en stoppen om actief te zijn. Het gaat er niet om de Broederschap aan te vallen – zij zijn al illegaal gemaakt. Het gaat niet om het stoppen van terrorisme, zoals ze beweren. Het gaat om het stoppen van de arbeidersbeweging.

We hebben in de laatste weken een golf van stakingen gehad. We zien veel bewegen in werkplaatsen en fabrieken en demonstraties op universiteiten.
We hebben het probleem dat veel mensen nog steeds illusies hebben in dat de politie en het leger stabiliteit zullen brengen. Dat hebben we eerder gezien, maar mensen beginnen nu wakker te worden en door deze leugens heen te prikken.

In Alexandrië ligt onze prioriteit nu bij het stoppen van de demonstratiewet en ons andere doelwit is de grondwet. Dus ik ben optimistisch. Het leger kan onze strijd niet tegenhouden. We zullen laten zien dat we niet bang zijn.

Dit artikel is een vertaling van de Socialist Worker.

Update: Op 22 december heeft het gerechtshof drie activisten van de 6-aprilbeweging, Ahmed Maher, Ahmed Douma en Mohammed Adel, onder de nieuwe protestwet veroordeeld tot drie jaar cel. Hun advocaat, Alaa Abdel-Tawab, heeft gezegd in hoger beroep te zullen gaan.