Nederlandse troepen steunen Frans imperialisme

Het kabinet wil 400 Nederlandse soldaten naar Mali sturen. Ze moeten onderdeel worden van Minusma. De missie van de VN is in het leven geroepen om een deel van de Franse troepen te vervangen die eerder dit jaar islamistische rebellen uit de grote steden van Noord-Mali verdreven.
20 november 2013

Dat Frankrijk als eerste intervenieerde in het West-Afrikaanse land is geen toeval. De voormalige kolonisator beschouwt nog altijd grote delen van Afrika als zijn eigen achtertuin. Voorafgaand aan de interventie had Frankrijk 4610 soldaten in West-Afrika en 2180 soldaten in Centraal-Afrika.

Door middel van deze troepen en gebruikmakend van financiële en economische middelen bemoeit Frankrijk zich met de binnenlandse politiek van tal van Afrikaanse landen. In 2011 werd met behulp van Franse steun een staatsgreep gepleegd in Ivoorkust. Hetzelfde gebeurde in maart van dit jaar in de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Afgelopen jaar vond er eveneens een staatsgreep plaats in Mali. Malinese militairen grepen de macht omdat ze vonden dat de democratisch gekozen president niet hard genoeg optrad tegen de rebellen. Hoewel er geen bewijs is dat Frankrijk betrokken was bij de staatsgreep, stelde het de Fransen wel in staat om hun militaire aanwezigheid in Mali te vergroten.

Uranium

Dat is belangrijk voor de Franse economie omdat 3 procent van de Franse export naar West-Afrika gaat. Nog belangrijker is dat 76 procent van de Franse energie wordt geproduceerd door kerncentrales. Daarvoor zijn grote hoeveelheden uranium nodig. Niger, een van de buurlanden van Mali, beschikt over die voorraden. Daarnaast heeft Mali zelf in het noorden eveneens grote hoeveelheden minerale grondstoffen. Vermoed wordt dat ook daar uranium gewonnen kan worden.

Probleem is echter dat de Malinese regering er sinds de onafhankelijkheid in 1960 niet in geslaagd is het noorden onder controle te krijgen. Frankrijk gebruikte de toenemende macht van islamistische groeperingen als aanleiding om zelf orde op zaken te stellen.

PvdA

De Franse troepen slaagden er in korte tijd in om met militaire steun van Tsjaad en Niger de grote steden in Noord-Mali te heroveren. Om de controle over het noorden permanent te vestigen is de VN de Fransen te hulp gekomen. Het is de bedoeling dat Minusma in totaal 12.640 manschappen levert, waarvan 11.200 militairen en 1440 politie. De missie staat onder leiding van oud-minister Bert Koenders van de PvdA.

De Nederlandse regering wil bijdragen aan de missie door een kleine 400 militairen naar Mali te sturen. De plannen liggen ‘een beetje in het verlengde van Uruzgan’ stelt defensiespecialist Christ Klep. Deze keer wordt er echter niet gesproken van wederopbouw. Het gaat om een vechtmissie ‘in het hoogste geweldsspectrum, met commando’s achter de vijandelijke linies en gevechtshelikopters’.

Dat de PvdA de drijvende kracht is achter de nieuwe missie komt doordat het een oude wens van de PvdA is om een militair en humanitair actieve bijdrage in Afrika te leveren. Blijkbaar denkt de PvdA tegenwoordig dat het sturen van militairen ontwikkelingshulp is. Dit ondanks de slechte ervaringen in het recente verleden met Afghanistan en Irak.

De voormalige anti-oorlogspartij GroenLinks heeft nog geen steun toegezegd. Fractievoorzitter Bram van Ojik heeft echter geen principiële bezwaren tegen een vechtmissie. Hij pleit enkel voor een ‘evenwichtige benadering’, waarbij de militaire missie wordt gecombineerd met ontwikkelingshulp.
De enige partij die zich onomwonden heeft uitgesproken tegen de missie is de SP. Volgens SP-Kamerlid Jasper van Dijk bevat de missie ‘grote risico’s’ en is het nog maar de vraag of de VN-missie werkelijk bijdraagt aan vrede en veiligheid in de regio en in de wereld.