Een bezetting die vrede heet: Palestina twintig jaar na Oslo

Het ‘vredesproces’ tussen Israël en de Palestijnen begon met het tekenen van de Oslo-akkoorden, deze maand twintig jaar geleden. Destijds werd dit breed gezien als een belangrijke stap op weg naar een Palestijnse staat. Maar in de periode daarna is de Palestijnse economie verder afgebroken, heeft Israël zijn nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever uitgebreid en Gaza belegerd en militair aangevallen.
29 november 2013

De omstandigheden voor Palestijnen zijn verslechterd en Israëls koloniale overheersing is versterkt. Hoe kon dit gebeuren? Ali Abunimah, mede-oprichter van ElectronicIntifada.net, geeft zijn visie op het ‘vredesproces’.

Twintig jaar na de ondertekening van de Oslo-akkoorden lijkt het dat we verder weg zijn dan ooit van zelfbeschikking voor Palestina. Wat is er gebeurd?

Het is belangrijk te begrijpen dat het Oslo-proces nooit bedoeld was voor de zelfbeschikking en de bevrijding van de Palestijnen. Het werd een constructie voor permanente Israëlische controle en overheersing, bedekt met het vijgenblad van het zogenaamde ‘vredesproces’. Maar dat zat er vanaf het begin ingebouwd.

De premier van Israël, Yitzhak Rabin, was destijds erg duidelijk dat hij nooit de intentie had om dit te laten eindigen in een Palestijnse staat. Tegelijkertijd gingen de Oslo-akkoorden gepaard met een serie economische afspraken, die de dominantie van Israël over de Palestijnse economie – de gedwongen afhankelijkheid van de Palestijnen van Israël – in een legitieme overeenkomst veranderden.

Dus heb je de afgelopen twintig jaar niet alleen dat de Palestijnen moeten leven onder verergerde Israëlische kolonisatie en nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, en onder een verschrikkelijke blokkade en belegering van Gaza, maar ook dat Israëlische bedrijven en een kleine Palestijnse kapitalistische elite profiteren van deze overeenkomst, en hun best doen om deze situatie te laten voortduren.

Dat is de echte erfenis van Oslo. Het Oslo-proces gaat nooit tot iets anders leiden. Als we het echt willen hebben over zelfbeschikking en bevrijding van de Palestijnen, dan komt dat van buiten Oslo. Het zal tegen Oslo moeten zijn.

Kun je zeggen dat er vanaf het begin een soort diplomatiek machiavellisme was, van Israëlische officials? Het publiek een ‘levensvatbare Palestijnse staat’ beloven, maar ondertussen altijd proberen zo’n uitkomst tegen te houden?

Ik moet de Israëli’s hier tegemoetkomen, want ze hebben nooit gezegd dat het zou eindigen met een Palestijnse staat. De Israëli’s waren de enigen die duidelijk waren in wat ze niet gingen doen – en ze hielden hun woord. Ze bleven nederzettingen bouwen, ze bleven grond innemen, en het waren alle anderen die, of zichzelf in de maling namen, of anderen misleidden door te suggereren dat het ‘vredesproces’ soevereiniteit of onafhankelijkheid kon brengen. De Israëli’s hebben dat nooit gezegd.

Waar de Israëli’s op gebrand waren was dat het politieke proces de druk wegnam van hen, en dit bij de Palestijnen legde. Laten we teruggaan naar het begin, namelijk de briefwisseling van twintig jaar geleden die het proces startte en oorzaak was van het beroemde handje schudden op 13 september 1993, op het gazon van het Witte Huis tussen Yitzhak Rabin en Yasser Arafat van de PLO, met Bill Clinton glimlachend achter hen.

Arafat schreef in een uitgebreide brief naar Rabin, waarin hij het recht op een vredig en veilig bestaan voor Israël erkende, dat de Palestijnen alle vormen van ‘geweld’ en ‘terrorisme’ afzwoeren. Ook beloofde hij de Palestijnen in het gareel te houden en elke vorm van verzet tegen Israël te voorkomen. Dat stond in zijn brief.

Rabins antwoord bestond uit één zin: ‘Als antwoord op uw brief van 9 september 1993, wil ik bevestigen dat, in het licht van de toezeggingen van de PLO in uw brief, Israël heeft besloten de PLO te erkennen als vertegenwoordiger van het Palestijnse volk en onderhandelingen te beginnen met de PLO, binnen het kader van het vredesproces in het Midden-Oosten’.

Dat is alles waarmee hij akkoord ging. Hij zwoer geen geweld af. Hij zwoer de nederzettingen niet af. Hij erkende geen enkel Palestijns recht. Hij erkende het recht op een veilig en vreedzaam bestaan voor de Palestijnen niet. Dus vanaf het allereerste begin werd de dynamiek gecreëerd waarin Israël niets opgeeft, en alleen maar meer neemt, terwijl de Palestijnen optreden als de uitvoerders van de bezetting en de handschoen aan Israëls hand.

De gevolgen voor de Palestijnse strijd waren desastreus, omdat plotseling Palestijnen de bezetting handhaafden en het verzet onmogelijk maakten. Israël was dus zeer succesvol met Oslo, met het plaatsen van een buffer tussen henzelf en hun slachtoffers. Die buffer was de Palestijnse Autoriteit.
Dit was wat Israël al jaren wilde: Palestijnen konden een soort formele autonomie krijgen, een soort zelfmanagement, zodat Israël de kosten en de lasten niet hoefde te dragen, laat staan de internationale diplomatieke schaamte dragen van een bezetter. Echter, fundamenteel was er niets veranderd.

Bovenop het uitbesteden van het onderdrukken van het Palestijnse verzet aan de PLO, sleepte Israël nog een overwinning binnen na de verkiezingen van 2006 voor de Palestijnse Autoriteit. Hamas won die verkiezingen, en dat verdeelt de Palestijnse nationale beweging tot op heden. Hoe kwam dit tot stand?

De verdeeldheid tussen Hamas en Fatah bestond al voor de verkiezingen van 2006. Die vond haar oorsprong al voor Oslo, in de jaren negentig, toen Arafat en de Palestijnse Autoriteit bruut optraden tegen Hamas en anderen, in opdracht van Israël en de VS.

Dit was altijd de voorwaarde: je krijgt geen hulp, je krijgt niet een beetje meer land onder controle, je krijgt niet het belastinggeld dat Israël int namens jou, als je niet achter die Palestijnse organisaties aan gaat en de zogenaamde ‘terroristische infrastructuur’ ontmantelt. Dus dat was allemaal vanaf het begin ingebouwd.

Tijdens de verkiezingen van 1996 hielp de zogenaamde internationale gemeenschap de stemming een handje, zodat Fatah zou winnen. Enorme bedragen werden in Fatah gestoken. Bij de verkiezingen van 2006 wilden ze datzelfde spelletje weer spelen. De verrassing van de overwinning van Hamas gooide zand in de motor, maar Israël haalde er voordeel uit door Gaza te belegeren, en die verdeeldheid is een permanent kenmerk geworden. Twintig jaar na Oslo hebben de Palestijnen niet alleen geen staat aan de Westelijke Jordaanoever en in Gaza, maar zijn ze zelfs fysiek verdeeld – hoewel in de Oslo-akkoorden staat dat de Westelijke Jordaanoever en Gaza als één territoriaal gebied moeten worden beschouwd.

Als je de Electronic Intifada-blog van Rana Baker leest, een jonge schrijver in Gaza, schrijft zij een paar prachtige essays over haar eerste bezoek aan de Westelijke Jordaanoever – op 22-jarige leeftijd! Voor haar was het bereiken van de Westelijke Jordaanoever een onmogelijke droom. Dat is de realiteit van de twintig jaar na Oslo. De Palestijnen zijn fysiek meer verdeeld dan ooit tevoren, en Israël vindt dat prima.


Hoe past Palestina in de golf van opstanden in de Arabische wereld sinds 2011?

Als de opstanden tot nu toe een blauwdruk zijn, hoop ik dat ze niet naar Palestina komen. Ondanks de hoop en de heroïsche opoffering van de mensen, is Egypte weer terug bij af, zijn er problemen in Tunesië, staan Libië en Syrië op instorten, en zijn de resultaten dus niet erg goed.

Natuurlijk zijn dit, zoals veel mensen zeggen, voortgaande processen. Wat we geleerd hebben van 2011 is dat revolutie onmogelijk is, of op zijn minst heel erg moeilijk, als de overweldigende macht van de VS en hun regionale vazallen vastberaden is om elke vorm van democratische soevereiniteit van de Arabische landen tegen te houden. Dus al deze revoluties hebben rekening moeten houden met wrede en krachtige contrarevoluties.

Maar wat Palestina betreft, zou ik zeggen dat de basisstructuur van het conflict daar, zionistische nederzettingenkolonisatie en Palestijns verzet, niet veranderd is en dat ook niet zal doen. De dynamiek in Palestina is tamelijk rotsvast, en dat gaat niet veranderen totdat er een effectief einde wordt gemaakt aan deze vorm van kolonialisme. Maar Israël wordt ondersteund door een regionale orde, waarin de VS en hun marionettenregimes dominant zijn. Zolang dat het geval is, heeft Israël een voorsprong. Als dat verandert, dan zou de balans in Palestina ook kunnen veranderen.

Amerikaanse diplomaten praten voortdurend over het nieuw leven inblazen van het ‘vredesproces’. Dit heeft geleid tot de ene na de andere terugslag voor de Palestijnen. Word je daar hopeloos van, of denk je dat de beweging uit deze dwangbuis van het ‘vredesproces’ kan breken?

Ik ben nuchter en realistisch over de schaal van de catastrofes die de Palestijnen hebben moeten ondergaan, niet alleen in de twintig jaar sinds Oslo, maar in de afgelopen 65 jaar. Dat is er allemaal – en moeten we niet negeren – maar ik ben nooit wanhopig. Ik denk dat je wanhopig bent als je in Oslo gelooft – als je gelooft dat dit de weg naar verlossing was. Ik zou wanhopig zijn als ik zou geloven in het zogenaamde ‘vredesproces’ van Bill Clinton of Barack Obama of George Bush. Maar dat heb ik nooit gedaan. Wat me hoop geeft is dat, ondanks de enorme inspanningen om de Palestijnse strijd te onderdrukken, om de Palestijnen hun rechten te doen vergeten, om de Palestijnse leiders tegen wil en dank te dwingen hun basisrechten op te geven, dat niet gelukt is.

De Palestijnen hebben niet gewonnen, maar ze zijn ook niet verslagen, en dat is erg belangrijk. Ik denk wel dat Oslo op een bepaalde manier de Palestijnse nationale beweging heeft gebroken en dat wat ervan over is in Ramallah geen toekomst heeft. De vraag voor de nieuwe generatie is nu wat te doen, hoe die te vervangen, en ik denk dat er nieuwe bewegingen in opkomst zijn. Dat wordt beschreven in een recent artikel door twee jonge vrouwen in Palestina – Lina Alsaafin en Budour Youssef – dat ingaat op de rol van jonge mensen in Palestina en het mobiliseren van de grassroots. Dit werk is niet altijd indrukwekkend, het is niet altijd opvallend in de media, maar ze zijn zichzelf aan het organiseren.

Ik denk dat de wereldwijde solidariteit waarin de Palestijnen van de diaspora een grote rol spelen, zoals de BDS-beweging (Boycott, Divestment and Sanctions), ook een belangrijk onderdeel is. Laten we niet vergeten dat de erfenis van Oslo, in feite het herdefiniëren van het Palestijnse volk was als inwoners van de Westelijke Jordaanoever en Gaza – om de Palestijnen te reduceren tot diegenen die in de in 1967 bezette gebieden woonden.

Degenen die uit het script van Oslo zijn geschreven, zijn de Palestijnen van de diaspora, die in de vluchtelingenkampen wonen of elders buiten Palestina en de Palestijnen in de gebieden die in 1948 Israël werden. Die werden uit de formule van Oslo geschrapt, waardoor er een demoralisatie in deze gemeenschappen plaatsvond. Ik denk dat ze nu weer aan het mobiliseren zijn – vooral de jonge Palestijnen van de diaspora, en in de gebieden van 1948.

Dus ik heb veel hoop, en ik denk dat ideologisch – en dat is heel belangrijk – het idee van zionisme ontmaskerd is. Het kan in een democratisch en liberaal kader niet verdedigd worden, en ik denk dat dat heel krachtig is. Ja, Israël heeft militaire macht, heeft economische macht, wordt ondersteund door de Verenigde Staten. Maar zionisme is in de 21ste eeuw ideologisch niet te verdedigen, en ik denk dat dat ons een niet te stoppen momentum geeft.

Dit is een vertaling uit de Socialist Worker (US). Zie hier voor een hoge-resolutie versie van de kaart van 2007.