Brood en Spelen: is sport politiek?

Met de komende Olympische Winterspelen in Rusland is de discussie over politiek en sport weer opgelaaid. Moet je de Spelen boycotten vanwege de anti-homowetgeving en andere mensenrechtenschendingen, of moeten we daar anders mee omgaan? Een nieuwe bundel, Capitalism and Sport, kijkt naar de verschillende kanten van sport in onze maatschappij.
30 oktober 2013


Door Dominic Koster

Als socialisten horen we vaak: ‘Jullie hebben ook overal een mening over, of het nu gaat over religie, seksualiteit of kunst en cultuur.’ Zo ook sport, en dat is bij uitstek een onderwerp waarover de meningen binnen links enorm uiteen lopen.

Sport heeft verschillende functies in het kapitalisme. Om te beginnen is het big business. Er zijn sporters die wanstaltig rijk worden, maar hun clubs en sponsors nog meer. Door het competitieve karakter van de meeste sport heeft het, net als onderwijs en media, ook een ideologische rol. Maar toch kijkt menig arbeider de hele werkweek juist uit naar het weekend, waarin weer sport beoefend kan worden, en vooral bekeken.

Tegenstrijdig

Capitalism and Sport is een verzameling van artikelen die ingaan op de vele facetten van sport. Het is een prachtig onderwerp om de tegenstrijdige, soms ook duistere kanten van het kapitalisme te laten zien. Aan de ene kant zijn China en de Verenigde Staten elke keer weer de grote winnaars van medailles bij Olympische Spelen. Maar tegelijkertijd is het met de volksgezondheid in China niet goed gesteld – denk aan het melkpoederschandaal en de vervuiling – en kampt de Amerikaanse bevolking stelselmatig met overgewicht. Het is dan ook op zijn minst ironisch dat Coca-Cola en McDonald’s officiële sponsors zijn van de Olympische Spelen.

Veel sporten hebben een lange geschiedenis. Liefhebbers hebben vaak een encyclopedische kennis van uitslagen en prestaties, die anderen volkomen triviaal vinden. In dit boek gaat het vooral over de ontwikkeling van sport tijdens het opkomende kapitalisme. Met het ontstaan van nationale wet- en regelgeving werden ook verschillende sporten steeds meer in regels vastgelegd. Het vrije karakter van spel ging daardoor verloren. Mensen raakten zo ook in hun vrije tijd steeds meer gewend aan het volgen van regels. Vervolgens werd sport geglobaliseerd door het ontstaan van internationale federaties zoals de FIFA en IOC.

Aan bod komt ook het kapitalistische karakter van sport als bedrijf. Clubs en sporters functioneren op de markt, met media- en marketinginkomsten. Wielrennen is een goed voorbeeld hiervan. Fietsfabrikanten en dagbladen organiseerden de eerste tourwedstrijden om hun producten te promoten. Dit is uitgegroeid tot een modern circus dat bedoeld is om zoveel mogelijk sponsorgeld te genereren. Daarbij worden sporters tot onmenselijke prestaties gedwongen, met de dopingaffaires tot gevolg.

Onderdrukking en verzet

Tijdens de Olympische Spelen in Londen waren van de tien meest besproken sporters op sociale media een vrouw. Uit onderzoek blijkt ook dat er onder sportfans meer behoefte is aan aandacht voor vrouwelijke sporters en vrouwenteams. Toch domineren mannen en hebben vrouwen in de sport te maken met onderdrukking, die tot uiting komt in de beloningen en een seksistische houding tegen hen. Zo zijn lange-afstandssporten korter voor vrouwen.

Sport is noch politiek, noch apolitiek. Sporters hebben ook een leven daarbuiten, en sommigen spreken zich uit ondanks druk van bedrijven en sponsoren. Bekende voorbeelden daarvan zijn Muhammad Ali, die zich in één zin uitsprak tegen racisme en oorlog met ‘No Vietcong ever called me nigger’, en de atleten Tommie Smith en John Carlos die de Black Power-groet brachten tijdens de Spelen van Mexico in 1968.

Begin 2012 ging de Palestijnse voetballer Mahmoud Sarsak zelfs in hongerstaking. Volgens hem gaat verzet verder dan gewapende strijd: ‘Verzet kan door middel van een pen, een kwast, je stem of sport. Als vertegenwoordiger van het Palestijnse voetbalelftal ben ik een bedreiging voor Israël.’

Vaak botsen sporters dan met de instituties, ook buiten Israël. Tijdens zijn entree in de Olympische ring droeg de Australische bokser Damien Hooper een T-shirt met de Aboriginal-vlag. Hij verklaarde achteraf dat hij niet alleen zijn land, maar ook zijn cultuur vertegenwoordigde. Het IOC tikte het Australische Olympische Comité op de vingers omdat Hooper de Olympische no politics-regel had gebroken. Dit betekent onder andere dat je uitsluitend je eigen land en goedgekeurde sponsoren mag vertegenwoordigen. Hooper bood excuses aan.

Het boek gaat uitgebreid in op verschillende sporten. Omdat het vooral door Britse socialisten is geschreven, komt er veel voetbal en wielersport aan bod, maar ook veel cricket, voor niet-Britten een totaal onbekende wereld. Maar in elk geval is Capitalism and Sport niet uitsluitend geschreven voor activisten die van sport houden.

Juist voor degenen die verder van de sportwereld af staan, zoals ikzelf, laat dit boek goed zien waarom sport tegelijk zoveel liefde en haat losmaakt. Sport is zo’n groot onderdeel van het dagelijks leven van mensen, dat we ons er niet met gemeenplaatsen van af kunnen maken. Capitalism and Sport is een uitgebreide aanzet tot diepere inzichten.

Michael Lavalette (red.)
Capitalism and Sport: politics, protest, people and play
Uitgeverij: Bookmarks
288 pagina’s / 12,50

Dit boek is te koop bij LeesLinks.