Vijf redenen waarom de economische crisis nog niet voorbij is

De afgelopen week verklaarde de OESO op basis van ‘toonaangevende economische indicatoren’ dat economisch herstel in de eurozone dichtbij zou zijn. Eerder deze maand stelde de ECB hetzelfde. Het bericht komt op het goede moment voor het kabinet-Rutte II. Nog even acht miljard bezuinigen, maar ‘we’ zijn er bijna. Maar de economische crisis is nog lang niet voorbij: wij geven vijf redenen.

Door Ewout van den Berg

1. De cijfers die de OESO opvoert zijn een voorspelling, geen weergave van de werkelijkheid
16 augustus 2013

Sinds het begin van de crisis hebben we talloze malen gehoord dat de crisis bijna over was. De ʻindicatorenʼ die de OESO gebruikt om de economische ontwikkeling een half jaar van te voren te voorspellen gaan bijvoorbeeld over de prijs van aandelen, cijfers uit kernsectoren en enquêtes onder bazen. Deels is de index dus gebaseerd op subjectieve gegevens. Voor veel Nederlandse CEO’s is de wens de vader van de gedachte. Nederland ‘kan alleen maar profiteren’ van de internationale economische ontwikkelingen, stelt Wientjes van bazenclub VNO-NCW. Ook andere subsidietrekkers als Hommen van ING en Han de Jong van ABN-Amro zijn ‘gematigd positief’ over het herstel.

2. De Nederlandse economie krimpt verder

Ten opzichte van vorig kwartaal is de Nederlandse economie met 0,2 procent gekrompen. De werkloosheid is in dezelfde periode met 100.000 mensen gegroeid tot 675.000. Het afgelopen halfjaar gingen bijna 5000 bedrijven failliet en de Nederlandse industriële productie loopt terug. Werkende mensen betalen de rekening. Reële lonen in Nederland zijn de afgelopen jaren sneller gedaald dan in Spanje. Alleen de Portugese en Griekse staat zijn beter in het afdwingen van verslechteringen van werkende mensen. De acht miljard ‘bezuinigingen’ – lastenverzwaring en afbraakbeleid – zullen de crisis verder verdiepen.

Dalende lonen, toenemende werkloosheid en een zeepbel op de huizenmarkt zorgen dat steeds meer mensen hun hypotheek niet kunnen betalen. Dit heeft grote gevolgen voor de financiële sector. Drie van de vier ‘grootbanken’ ontvangen subsidie of zijn genationaliseerd. De vierde, de Rabobank, verkeert in grote problemen. Deze week werd bekend dat 43 van de 136 lokale afdelingen onder toezicht staan. De bank is zwaar beladen met hypotheken en is vanwege haar coöperatieve structuur niet in staat geld op te halen op kapitaalmarkten. Politici en bankiers buitelen over elkaar heen met voorstellen om te voorkomen dat de bubbel barst. Door de lobby van banken gaan pensioenfondsen meer investeren in hypotheken. Zo worden werkende mensen gedwongen de schulden van banken te betalen.

3. Zuid-Europese economieën zijn nog steeds in depressie

Ondanks de afbraak van publieke voorzieningen en de uitholling van arbeidsrechten in Griekenland verwacht zelfs het IMF niet dat het de schulden kan terugbetalen. Het Fonds verwacht dat de werkloosheid in Spanje tot 2018 boven de 25 procent blijft, terwijl de Italiaanse economie elk jaar verder krimpt. De verslechteringen die in Zuid-Europa worden afgedwongen, zoals lage lonen, een langere werkweek en minder belasting voor bedrijven, werken door op kernlanden. Het beperkt de export en vergroot de druk om hetzelfde beleid pro-bedrijvenbeleid te voeren. Ondertussen herinneren de bloedhonden van het IMF en de EU-regeringen aan hun ʻplichtʼ te dansen naar de pijpen van bedrijven en banken met hun mantra’s dat ‘arbeidsmarkthervormingen nog steeds nodig’ zijn en het begrotingstekort onder de drie procent moet blijven.


4. Wereldeconomie is verre van gezond

De groei van opkomende economieën zoals China, Rusland en Brazilië is afgelopen jaar vertraagd. De economische groei in China is sinds 2008 in stand gehouden door veel te investeren in infrastructuur, fabrieken en huizen. Het land kampt met een gigantische zeepbel op de huizenmarkt en een enorme overproductie. Veel van de leningen zullen nooit terugkomen. Dit is waarom de staat afgelopen maand liet weten de schulden van lokale autoriteiten te bekijken. Tegen deze achtergrond van een teruglopende groei en hooggespannen verwachtingen moeten we recente ‘massa-incidenten’ in China en de grote mobilisaties in Brazilië plaatsen.

5. Crisis voor wie?

In een interview met De Volkskrant stelt SP-politicus Ronald van Raak dat ‘Rutte gevangen zit in achterhaalde ideeën’. Maar Van Raak slaat de plank op twee niveaus mis.

In de eerste plaats zit er wel een bepaalde logica in het beleid van de PvdA en de VVD, alleen is dit niet onze logica. Door lastenverzwaring en de afbraak van collectieve voorzieningen betalen werkende mensen de rekening voor de crisis, terwijl de belastingdruk voor multinationals en rijken afneemt. Het aantal miljonairs nam hierdoor het afgelopen jaar toe tot 191.000.

Sommige topmannen spreken zich nu uit tegen verdere bezuinigingen, maar zij staan niet aan onze kant. Zij zijn bang dat mensen hun producten niet meer kunnen kopen, en vooral dat de woede zich gaat vertalen naar strijd op straat en de werkvloer. Tegelijk profiteten bedrijven van de werkloosheid en de onzekerheid op de arbeidsmarkt, omdat dit de lonen naar beneden drijft.

Ten tweede is de winstgevendheid voor kapitalisten leidend voor de vraag of ze weer gaan investeren, niet het uitgavenpatroon van de staat. Zo lang de gemiddelde winstvoet van investeringen laag blijft, hoopt het kapitaal zich op in belastingparadijzen en wordt het gebruikt voor speculatie op financiële markten. Pas wanneer bedrijven zien dat er ruimte is voor expansie zullen ze weer investeren in productie. Dit betekent dat er tijdens een crisis eerst op grote schaal kapitaal vernietigd moet worden, in de vorm van massa-ontslagen en faillissementen, voordat de overgebleven bedrijven weer gaan investeren. Dit laat de onmenselijkheid zien van dit systeem.

Daarom moeten we pleiten voor beleid dat de behoeften van mensen voorrang geeft boven de belangen van BV Nederland. Dus geen 40.000 banen in de thuiszorg weg, maar investeren in handen aan het bed en meer personeel met vaste contracten. In plaats van de studiefinanciering vervangen door een leenstelsel, moeten we deze uitbreiden zodat studenten er ook daadwerkelijk van kunnen leven. We moeten investeren in groene energie in plaats van in het milieuvernietigende schaliegas. Dit is waar we de opgepotte miljarden van bedrijven voor moeten gebruiken en de 52 miljard euro die nu in het bezit is van 149 individuen: die zijn afkomstig uit het uitbuiten van werkende mensen.

Dat soort beleid komt niet vanzelf, maar moet worden afgedwongen door druk van onderaf. Demonstraties zoals op 21 september in Amsterdam zijn van centraal belang om te beginnen de rekening van de crisis terug te sturen naar degenen die hem hebben veroorzaakt.