De tragiek en belofte van Helmin Wiels (1958-2013)

‘Wat gebeurt er met een uitgestelde droom? Gaat die zweren als een open wond? Of zal zij afgaan als een bom?’ Dat vroeg de Amerikaanse dichter Langston Hughes zich ooit af. Deze regels typeren de tragiek en de belofte van Helmin Wiels’ droom. Hij werd op 5 mei vermoord bij Marie Pampoen op Curaçao.
8 juli 2013

Door Michiel Bakker

De media en het establishment op Curaçao en in Nederland lijken zijn dood al vergeten. Het onderzoek naar de moord zit op een dood spoor. Waarom lijkt de nalatenschap van Wiels – net als de sporen op de plaats van de misdaad – te worden uitgewist?

Wiels wist met zijn partij Pueblo Soberano (PS) de strijd voor onafhankelijkheid weer op de kaart te zetten. Hij keerde zich tegen de toenemende neokoloniale invloed van de Nederlandse staat in Curaçaose aangelegenheden. Tegelijkertijd had Wiels tegenstrijdige standpunten over seksuele gelijkheid. Als we hem willen herdenken als de strijder die hij vooral was, dan zullen we zowel van zijn kracht als zijn fouten moeten leren. Hoe zijn Wiels’ tegenstrijdige ideeën gevormd?

Noodzakelijke kostenpost

Wiels was een reactie op krachten die sinds de koloniale tijd Curaçao proberen hun wil op te leggen. Curaçao is geen klassieke kolonie, waarbij veel geld werd verdiend met grondstoffendelving of de exploitatie van plantages. Curaçao was een noodzakelijke kostenpost, een opslagplaats. Deze kostenpost werd terugverdiend door de succesvolle slavenhandel naar omliggende kolonies. Tot op de dag van vandaag blijft dat de essentie van Curaçao: een kostenpost op de balans van grote Nederlandse bedrijven. Omdat het in stand houden van de haven, raffinaderij, infrastructuur en het schoolsysteem niet te bekostigen is uit een eiland dat zelf weinig tot niets produceert.

De VS gebruiken het eiland in de ‘War on Drugs’ en voor het monitoren van Venezuela en de FARC in Colombia. Curaçao huisvest een belangrijke CIA-vestiging en Nederland is er militair ook zwaar vertegenwoordigd.

Terwijl Nederlandse bedrijven, financiële instellingen en rijke expats profiteren van tax holidays, is het leven van gewone Curaçaoënaars drastisch verslechterd.

De gezondheidszorg verkeert in een deplorabele staat. De prijzen van water, elektriciteit, brandstof en de huur stijgen. Milieuvervuiling nadert een kritiek punt. Dit zijn klappen die de grote meerderheid van de bevolking krijgt bovenop de enorme ‘herstructurering’ die het IMF en Nederland afdwongen in de jaren negentig. Deze herstructurering bestond onder andere uit de privatisering van staatsbedrijven en de flexibilisering van de arbeidsmarkt.

Binnen deze context ontwikkelde Wiels zijn ideeën over onafhankelijkheid en zijn afkeer van neoliberalisme. In zijn radioprogramma wist hij het volkssentiment goed te vertolken. Maar hij relateerde zijn opvattingen te weinig aan politieke ontwikkelingen, waardoor zijn ideeën vorm kregen in een soort vacuüm. Zo verbond Wiels’ partij zich niet met de antikapitalistische beweging die toen opkwam. De PS was evenmin direct betrokken bij vakbondsstrijd.

Corruptie

Wiels besloot de strijd via de gevestigde politieke arena te winnen. Deze strategie had echter tot gevolg dat de PS – populair dankzij Wiels – figuren aantrok die een carrière in het neokoloniale bestuursapparaat najoegen. Deze carrièrejagers volgden de logica dat als je Nederland niet te veel in de weg zat, je zelf ook je zakken mocht vullen.

Wiels ageerde de laatste maanden steeds meer tegen deze vorm van corruptie, waarbij ook zijn eigen partij betrokken was. In die strijd vond hij een vreemde bondgenoot: Nederland. Allebei hadden ze er belang bij om in ieder geval de schijn te wekken om de verrijking van lokale politici te bestrijden. Wiels sloot zich daarom aan bij het idee van de Nederlandse staat om schoon schip te maken op Curaçao. Zijn partij gaf steun aan een takenkabinet van ‘schone politici’.

Daarmee keurde Wiels echter ook neoliberale maatregelen goed die onder het mom van ‘schoon schip’ werden doorgevoerd. Wiels werd hiervoor postuum geëerd door minister Plasterk van Koninkrijkszaken die hem zijn eerdere uitspattingen tegen Nederland vergaf: ‘Uiteindelijk gaat het erom wat iemand doet als het moment daar is. Wiels heeft dat goed begrepen.’

Het had ook anders kunnen lopen. In 2011 staakten buschauffeurs, de politie en postbezorgers voor een betere cao. Had de PS zich daarbij aangesloten in plaats van vanuit de regering deze strijd in te dammen, dan had dit een machtige coalitie gecreëerd die de Nederlandse neokoloniale uitbuiting had kunnen stilleggen en de werkelijke corruptie had kunnen stoppen.

Onlangs verscheen een rapport van Unicef waarin de werkelijke problemen op Curaçao worden beschreven. Unicef hekelt de Nederlandse dwarsboming van het respect voor de eigen taal en cultuur op het eiland, het gebrek aan inspraak door de jeugd bij het oplossen van haar eigen problemen, het gebrek aan geld in de strijd tegen armoede en de overtollige bemoeienis door de Nederlandse overheid.

Daarmee is postuum de juistheid van veel van Wiels’ politieke ideeën over de situatie in Curaçao aangetoond. Laten we zorgen dat met de lessen uit het verleden de strijd voor bevrijding van vandaag en morgen uiteindelijk kan worden gewonnen.