Wat vinden socialisten van prostitutie?

De maatschappelijke discussie over prostitutie is opgelaaid. De Tweede Kamer boog zich eind maart over een nieuwe Prostitutiewet en het Amsterdamse College van B&W kondigde nieuwe regelgeving aan. Veel linkse mensen zijn tegen prostitutie en willen een verbod. Waar staan socialisten eigenlijk in deze discussie?
11 mei 2013


Door Janneke Prins

Laten we eerst stil staan bij prostitutie als beroep. Is het vergelijkbaar met het werk van een bakker, kantoormedewerker of leraar? Volgens prostitutie.nl is er ‘zelden sprake van een “positieve” beroepskeuze’. Op deze website staat dat er in Nederland naar schatting 20.000 mensen in de prostitutie werken en dat ‘uit onderzoek blijkt dat de keuze voor het beroep in eerste instantie vaak wordt ingegeven door schulden of problemen’. Dat betekent dat mensen – vooral vrouwen – die ‘vrijwillig’ voor dit beroep kiezen, dit vaak doen uit armoede.

NRC Handelsblad schrijft dat men vermoedt dat het aantal gedwongen sekswerkers even groot is als het aantal ‘vrijwillige’ prostituees. Het gaat bijvoorbeeld om meisjes die via een loverboy-constructie in deze schemerige wereld belanden, of vrouwen die onder valse voorwendselen uit bijvoorbeeld Oost-Europa hierheen zijn gehaald: ‘Je wordt straks huishoudelijke hulp in het rijke Westen’.

Verder heeft het beroep veel verdergaande psychologische bijeffecten dan ander werk. Deze reactie op het forum van Viva.nl spreekt boekdelen: ‘Ik ken meisjes die hun schulden proberen af te betalen door als escort te werken, hun [sic] werken daar al een lange tijd en dat is te merken, ze zijn harder, en hun blik in hun ogen is bijna doods. Het zijn zakenvrouwen maar met de prijs van hun zelfwaarde, zelfrespect en innocence. Het lijkt nu echt een goeie oplossing, maar psychisch kom je er pas veel later achter wat het eigenlijk onbewust met je hebt [sic] gedaan…’ Vaak gebruiken prostituees een andere naam, om zo het ‘eigen ik’ te beschermen.

Prostitutie aanpakken

Myrthe Hilkens van de PvdA dacht dat strafbaarstelling van prostitueebezoekers vrouwenhandel de wereld uit zou helpen. Na haar trip naar Zweden is ze daar – om onduidelijke redenen – op teruggekomen. Het strafbaar maken van prostitueebezoek zou een lichte vorm van een wettelijk verbod op prostitutie zijn, wat niet wenselijk is. Een verbod zou namelijk alleen maar illegale prostitutie in de hand werken, met alle gevaren voor prostituees van dien. Bestraffing maakt uiteraard geen einde aan vrouwenhandel, prostitutie of armoede.

Bestraffing zou ook geen einde maken aan het fenomeen ‘de-vrouw-als-lustobject’. Daarmee bedoelen socialisten niet dat we moeten terugkeren naar de preutsheid van de jaren vijftig. Vrouwen hoeven zich niet te verstoppen onder een laag kleren omdat god dat zogenaamd zou willen. We leven in een neoliberale wereld waarin ‘sex sells’, in alle opzichten. Maar een vrouw is juist veel meer waard dan een ‘item’ om spullen mee te verkopen of om als handelswaar mee te doen wat men blieft.

Staatsregulering slaat vaak de plank mis. Zo besloot de Tweede Kamer in 2000 het bordeelverbod af te schaffen. Een van de gestelde doelen was om de arbeidsomstandigheden van prostituees te verbeteren (een ander was het vergroten van de belastinginkomsten). In de praktijk blijkt dat de werkdruk en dwang in seksclubs niet is verminderd. Ook het huidige Prostitutiewet-voorstel om vergunningenbeleid landelijk te regelen zal alleen de gevolgen bestrijden, maar niet de oorzaken van prostitutie.

Socialisten discussiëren onderling over welke oplossingen wel werken. Er is geen eenduidig recept, omdat de problematiek zo ingewikkeld is. Om morele én politieke redenen zijn we in principe tegen prostitutie. Het is immers een zware vorm van vrouwenonderdrukking. Tegelijkertijd is het belangrijk om de drijfveren te begrijpen van hen die eraan meewerken, en het niet te veroordelen.

Zolang prostitutie bestaat, is het aan te moedigen dat er weer een organisatievorm komt waarin prostituees zich vertegenwoordigd voelen. De Rode Draad was zo’n belangenvereniging, maar die is kapotbezuinigd door Balkenende. Ook moeten we alle initiatieven toejuichen om vrouwen direct uit de gedwongen prostitutie te halen – ook als een centrumrechtse gemeenteraad (zoals Amsterdam) daartoe oproept. Zoals prostitutie.nl aangeeft: ‘Als het over vrouwenhandel gaat, kun je stellen dat slechts het topje van de ijsberg echt ontdekt en aangepakt wordt.’ We moeten ook pleiten voor de garantie van veilige en hygiënische werkplekken.

Maar als we prostitutie en vrouwenhandel de wereld uit willen hebben, moeten we de dieper liggende oorzaken bestrijden. Dat betekent dat die strijd hand in hand gaat met de strijd tegen vrouwenondrukking, seksisme en bovenal armoede.