Afghanistan: de realiteit in romanvorm

Dawud Pirzad komt uit Afghanistan. Hij studeerde geschiedenis en was er politiek actief. In het jaar 2000 vluchtte hij naar Nederland. Onlangs rondde Dawud een roman af waar hij jaren aan werkte: De Laatste Prins van Kafiristan. Mark Kilian sprak met hem.
17 januari 2013

Dit is je eerste boek. Kun je samenvatten waarover het gaat?

Ik ben al jaren bezig met mijn eigen onderzoek naar de burgeroorlog in mijn vaderland, die 35 jaar duurde. Ik wilde er een geschiedenisboek over schrijven, maar toen las ik een aantal romans over Afghanistan. Dat veranderde mijn gedachten, door die boeken werd ik verdrietig. Meestal beschrijven ze niet de werkelijkheid, maar toch creëren ze een beeld over Afghanistan. De Vliegeraar is daar een groot voorbeeld van.

Daarom besloot ik een roman te schrijven die dit soorten boeken kan uitdagen. Mijn roman geeft de lezer een veel waarheidsgetrouwer beeld van dit gebied. Ik beschrijf niet alleen de vele politieke intriges in Afghanistan en de afschuwelijke gevolgen voor het jongetje Umied, maar ook zijn zoektocht naar de waarheid over zijn moeder. Het verhaal speelt zich eerst af in Afghanistan en later in Moskou, waar Umied als student de val meemaakt van het communisme, met alle vormen van corruptie en geweld.

Umied komt uit de gevangenis. Hij heeft dan, met de veranderingen in de Afghaanse maatschappij, veel ellende beleefd. Hij maakt de verschillende regimes mee en voelt zich verraden door mensen in wie hij geloofde. Umied bewonderde zijn pleegvader: een Russische arts die hem had geholpen. Maar die blijkt ook de oorzaak te zijn van zijn ellende: hij was deel van het systeem, want hij voerde de bevelen van zijn baas uit.

Jaren later keert Umied terug naar Kabul. Daar ontmoet hij zijn stervende oudoom, die hem onthullingen doet over zijn moeder. Hij vraagt Umied om zijn stoffelijk overschot naar Nuristan te brengen, een provincie van Afghanistan die vroeger Kafiristan heette. Mijn boek gaat over verraad en vriendschap, over wraak en vergeving.

Ik wilde laten zien hoe ver politieke intriges het leven van een kind kunnen veranderen. Tegelijkertijd is dit het verhaal van miljoenen mensen. De feiten heb ik onderzocht: bijna alles wat in het boek staat, is echt gebeurd. Het zijn alleen de verhalen van meerdere mensen, die Umied hier meemaakt.


Wat bedoel je als je zegt dat een boek zoals De Vliegeraar niet de werkelijkheid beschrijft?

Een vriend vertelde me dat mijn boek zijn gedachten over Afghanistan totaal heeft veranderd. Hij vroeg mij: ʻHoe kan het nu dat De Vliegeraar wereldwijd zo populair is, en jouw boek nog niet genoeg wordt gewaardeerd?ʼ Ik antwoordde: ʻHeel simpel, de schrijver Khaled Hosseini beschrijft de situatie zoals westerse lezers hem graag willen zien.ʼ

Sommige buitenlandse schrijvers kunnen deze, volgens mij zwakke, kant van westerse lezers makkelijk gebruiken en manipuleren. Ze schrijven eenzijdig en worden daar ironisch genoeg populair mee. Bovendien kwam De Vliegeraar ʻtoevalligʼ op het juiste moment uit, en paste in het beeld dat de westerse wereld na 11 september graag wilde zien van Afghanistan. Maar Afghanistan is meer dan een boeken zoals dat. Als roman vind ik het interessant, maar de inhoud van het boek is heel ver van de realiteit.

Als schrijver ben je verantwoordelijk voor de boodschap die jij met je boek brengt. Afghanistan is een land waar de maatschappelijke verschijnselen en verhoudingen door twee eeuwen van politieke intriges zijn bepaald door buitenlandse machten. Een van de belangrijke boodschappen van De Vliegeraar is bijvoorbeeld racisme van de ene etnische groep tegen de andere. Maar dat is flauwekul: mijn familie heeft een multiculturele achtergrond, en dat geldt voor heel Afghanistan. Mensen leven met elkaar, trouwen met elkaar, en achter alle spanningen staan en stonden altijd buitenlandse machten.

Het grote probleem van mijn vaderland is, dat dit land bijna twee eeuwen door grootmachten is gebruikt als bufferzone, waarbij de belangen van de plaatselijke bevolking ver naar de achtergrond werd verplaatst. Nog steeds zien sommige leiders van de ʻbeschaafdeʼ wereld het als hun frontlinie.
Deze geschiedenis mag je niet negeren: het begon ooit met de strijd tussen England en Rusland, het ging door tijdens de koude oorlog, en na 11 september met de zogenaamde oorlog tegen terrorisme. Als je wilt schrijven over een gebied dat twee eeuwen lang een frontlinie tussen buitenlandse machten is, dan jij bent verantwoordelijk voor wat je daarover schrijft.

Er zijn miljoenen onschuldige mensen doodgegaan en nog eens miljoenen gevlucht. Er eenzijdig over schrijven vind ik, zacht gezegd, onvoldoende. Wie het niet met me eens is, kan mijn boek lezen en het vergelijken met de andere. En ik ben altijd bereid om hierover tot in de details te discussiëren.

Je was politiek actief in Afghanistan. Kun je hier iets over vertellen? En hoe is de situatie van progressieve bewegingen in Afghanistan?

Vanaf mijn 14de was ik politiek actief in verschillende progressieve bewegingen. Ik sloot me aan bij de jongerenorganisatie van de Afghaanse Communistische Partij. Maar het werd me snel duidelijk dat er in 1978 geen revolutie, maar een staatsgreep had plaatsgevonden, die uitmondde in een dictatuur van de Communistische Partij. Binnen de gelederen van de Afghaanse Communistische Partij was er niemand die ervaring had met goed bestuur, of die beschikte over de juiste kennis om de economie te hervormen. Kritiek en demonstraties zijn één ding, het wederopbouwen van een land vereist andere kwaliteiten.

De incompetentie van de communistische leiders van Afghanistan had ook nadelige gevolgen voor de verdere ontwikkeling van het land. Daarbij kwamen nog de corruptie, en dat ambtenaren die de zogenaamde revolutie kwamen ondersteunen, totaal niet op de hoogte waren van de problemen van Afghanistan. Ze hadden slechts een flauwe notie van progressieve idealen, ze kopieerden Russische methoden naar de Afghaanse maatschappij, inclusief de repressie.

Toen ik 16 jaar was, schreef ik een artikel voor een literatuurwedstrijd op mijn school. Daarin stonden te veel dingen die volgens het regime niet mochten. Het ging over mijn vriend die op zijn 16de als onderofficier in het leger was gegaan, en na paar maanden gedood. Hij was in het leger gegaan om zijn familie te onderhouden. Ik schreef dat de regering bijna kinderen naar de oorlog stuurde, en arme families zoals die van mijn vriend niet helpen. Dus toen kreeg ik problemen met het communistische regime.

Ik denkt dat er momenteel heel weinig progressieve mensen zijn in Afghanistan of bewegingen die echt progressief denken en doen. Meestal gaat het om mensen of bewegingen die zich oriënteren op de oude communistische partij van Sovjetunie, of het zijn kleine groepen die zich onderscheiden door etniciteit, de zogenaamde nationalistisch-progressieve bewegingen, met invloed vanuit het buitenland.

Maar ik kon toch samen met mijn vrienden een groep studenten bij elkaar krijgen die progressief dacht. We waren een groep jongens met heel veel ambitie, maar met weinig perspectief in onze maatschappij. We wisten dat we niet de straat op konden gaan – zeker in de tijd van de Taliban zou dat zelfmoord zijn geweest – dus we zochten andere mogelijkheden.

We ondernamen verschillende acties. Eén daarvan was gericht op vrouwen. In de tijd van Taliban mochten die niet naar buiten zonder man. Maar heel veel vrouwen waren hun man kwijtgeraakt in de oorlog, dus als je niet naar buiten mag, kun je ook geen geld verdienen. We hebben met een aantal aardige mensen een mogelijkheid gevonden om een deel van deze vrouwen te helpen met eten en geld, zodat ze konden overleven. Daar ben ik nog steeds trots op.

In 2014, als de NAVO zich terugtrekt, zal de caroussel opnieuw beginnen. Nu zouden we progressieve bewegingen van Afghaanse jongeren moeten steunen en ontwikkelen, er moet een echt progressief alternatief komen. Dat kan in de toekomst een belangrijke rol spelen voor de stabiliteit in dit land en in de hele regio. Ik weet dat er een nieuwe generatie Afghaanse jongeren klaar staat om zulke bewegingen voort te zetten. Maar momenteel is er niemand die hen steunt.

Dawud Pirzad De Laatste Prins van Kafiristan / Uitgeverij Boekscout / 242 pagina’s / €17,95