Hoe om te gaan met het dreigement van kapitaalvlucht?

Velen vinden het een redelijke eis: verhoog de belastingen op winsten en topinkomens in plaats van te snijden in lonen, pensioenen, zorg en onderwijs. Toch lijkt deze eis voor veel mensen onhaalbaar, omdat ze denken dat het grote geld zou wegtrekken. Decennialang hebben rechtse politici en media hierover angst gezaaid, en niet zonder succes. Kapitaalvlucht is het monster van de rechtse mythologie waarmee de kiezers bang worden gemaakt.
25 oktober 2012

Door Peyman Jafari

Tijdens de verkiezingscampagne waarschuwde Rutte (VVD) de kiezers voor kapitaalvlucht, als links de belastingen voor bedrijven zou verhogen. Dat het hier om ordinaire chantage ging, bleek toen Quote, het blad van miljonairs en vooral wannabe miljonairs, zijn achterban ophitste om ‘de verhuisdozen’ in te pakken voor als de SP aan de macht zou komen. VNO-NCW, de grootste ondernemersorganisatie van Nederland, opende frontaal de aanval op de SP en dreigde met een investeringsstop en oplopende werkloosheid. Ook De Telegraaf deed mee om de kiezers te intimideren.

Zoals we zullen zien, is het geklaag van BV Nederland over hoge belastingdruk onterecht, en het dreigen met kapitaalvlucht is antidemocratisch. Kapitaalvlucht kan worden gestopt door een internationale aanpak en strijd op de werkvloer die de basis legt voor een sociale tegenmacht.

Belastingdruk

Het argument dat de bedrijven en de hoogste inkomens al te veel belasting betalen is een grote leugen. Uit een recent onderzoek van de accountantsorganisatie KPMG blijkt dat de gemiddelde vennootschapsbelasting (winstbelasting) wereldwijd verder gedaald is van 29 procent in 2000 tot 23 procent in 2011. In Nederland is de vennootschapsbelasting drastisch verlaagd tot onder het gemiddelde van de eurozone (zie grafiek).

Wanneer we kijken naar de effectieve belastingdruk, door bijvoorbeeld rekening te houden met milieubelasting en subsidies, hebben grote bedrijven het in Nederland zelfs veel beter. Volgens het Europese statistiekbureau Eurostat bedroeg in 2010 de belastingdruk op kapitaal slechts 12,5 procent, maar liefst 11 punten minder dan het Europese gemiddelde. Wat betreft het aandeel van belasting op arbeid en kapitaal in de totale belastingopbrengst van een land, stond Nederland in 2010 op respectievelijk plaats 4 en 22 binnen de EU, met haar 27 landen.

Roemer had dus gelijk toen hij Rutte’s economische chantage bestempelde als paniekzaaierij. De SP wil slechts de belastingverlaging voor bedrijven en de topinkomens terugdraaien naar een niveau dat niet hoger ligt dan in de buurlanden.

Maar door het antwoord hiertoe te beperken, lijkt de SP zich neer te leggen bij de aanname dat kapitaalvlucht op zich geoorloofd is. Kapitaalvlucht is echter geen natuurkracht; het is het resultaat van de keuzes en de macht van een klasse die gedreven wordt door winstbejag. Links moet een ideologisch en praktisch antwoord bieden dat die keuze en die macht ter discussie stelt.

Vluchten voor hoge belastingen is niet legitiem; kapitaalbezitters ondermijnen zo de democratie. Wie de logica van VVD, Quote en VNO-NCW onderschrijft, moet het ook gerechtvaardigd vinden dat meer mensen stelen als de BTW verhoogd wordt of dat ze zwart werken om aan de hoge arbeidsbelasting te ontkomen.

Belastingontduiking om je hoofd boven water te houden is één ding, maar belastingontduiking om nog meer geld bijeen te graaien is totaal onacceptabel. Kapitaalvlucht verdient geen begrip. Het is crimineel gedrag, dat voorkomen en bestraft dient te worden. De superrijken die wereldwijd 17 biljoen euro in belastingparadijzen verstoppen moeten als profiteurs achter de tralies verdwijnen in plaats van mensen die vluchten voor repressie, armoede en oorlog.

Als de macht van de grote kapitaalbezitters niet wordt aangepakt, krijgen we een samenleving waarin alles van waarde ondergeschikt wordt gemaakt aan winstbejag en hebzucht. De concentratie van economische macht bij de kapitaalbezitters kan aangepakt worden door de economie radicaal te democratiseren. De SP moet daarvoor niet terugdeinzen, maar dit juist op de politieke agenda plaatsen.


Internationale aanpak

Kapitaalvlucht is meer dreigement dan realiteit. Het is helemaal niet zo makkelijk voor grote bedrijven om materiële investeringen snel te verplaatsen. Bedrijven zijn vaak ingebed in een heel economisch netwerk van leveranciers en transporteurs, en ze zijn afhankelijk van hun kennis van de lokale cultuur, politiek en economie. Ook spelen andere factoren een belangrijke rol, zoals opleidingsniveau van de arbeidskrachten. Daarom vindt het grootste deel van de Europese investeringen nog steeds plaats binnen Europa.

Bovendien zijn er veel middelen beschikbaar om te voorkomen dat kapitaal, vooral het financiële, daadwerkelijk het land verlaat. Ten eerste waren het de regeringen zelf die sinds de jaren tachtig allerlei barrières voor het kapitaal wegnamen, en we kunnen ze dwingen om kapitaalcontroles in te voeren, zoals een belasting op speculatie op de financiële markten.

Ten tweede kunnen werknemers staken en hun bedrijf bezetten om sluiting te voorkomen. Beide strategieën hebben meer dan ooit internationale solidariteit en samenwerking nodig tussen vakbonden en andere sociale bewegingen. Het dreigen met kapitaalvlucht zal aan kracht verliezen als de arbeiders in verschillende landen zich niet tegen elkaar laten uitspelen maar samenwerken om overal de rekening van de crisis neer te leggen bij de rijken.

Links moet echter niet het argument accepteren dat eerst andere landen maatregelen moeten nemen, voordat Nederland dat doet. Dat is namelijk niets dan een excuus waarachter liberalen, multinationals en speculanten zich verschuilen om voorstellen te blokkeren die hun exorbitante rijkdom aanpakken. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de recente opstelling van het kabinet inzake het belasten van flitskapitaal (gokken op de beurs met valuta, aandelen, obligaties en derivaten).

Terwijl landen als Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje al akkoord gingen met het belasten van financiële transacties, weigert het kabinet-Rutte dit. Zo helpt het kabinet zelf Europese maatregelen te blokkeren die volgens de Europese Commissie bij een laag tarief van 0,1 a 0,2 procent belasting op flitskapitaal jaarlijks 57 miljard euro zouden opbrengen in Europa.

Macht en tegenmacht

Liberalen presenteren hogere belastingen op kapitaal als een politiek die onmogelijk is door de krachten van de vrije markt. Het gaat hier niet om natuurkrachten, maar om de keuzes van machtige groepen op basis van hun economische belangen. Rechts heeft zich altijd verzet tegen elke progressieve stap die de ‘vrijheid’ van kapitalisten inperkt om ten koste van alles en iedereen winst te maken. Toch is het telkens gelukt om via massale strijd van onderop verbeteringen af te dwingen.

De oprichting van de Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers (VNW) in 1899 was bijvoorbeeld een directe reactie op de discussies over de invoering van de Ongevallenwet, die arbeiders moest verzekeren tegen de kosten bij een ongeval. In haar oprichtingsdocument stelde de VNW ‘dat de nijverheid zich dan alleen volkomen kan ontwikkelen, als haar de daartoe onmisbare vrijheid van beweging wordt gelaten, het beginsel van den vrijen handel wordt gehandhaafd.’ De Ongevallenwet kwam er toch in 1901, dankzij de strijd van de vakbonden.

Diezelfde VNW verzette zich tegen de invoering van de achturige werkdag met het argument dat de Nederlandsche werkgevers het zouden afleggen tegen hun buitenlandse concurrenten. Pas in een spoedvergadering in november 1918 ging ze akkoord, uit angst dat de socialistische revolutie in Rusland zou overslaan naar Nederland, waar arbeiders al jaren hadden gestreden voor een achturige werkdag.

Het sociale beleid en bijna alle milieuwetten sindsdien kwamen tot stand door de strijd van sociale bewegingen. Sinds de jaren tachtig is de situatie natuurlijk veranderd doordat liberalen en kapitaalbezitters erin geslaagd zijn om de macht van vakbonden en andere sociale bewegingen te verzwakken. De opkomst van de andersglobaliseringsbeweging, Occupy en strijdbare stromingen binnen de vakbonden laten echter de potentie zien voor het opbouwen van een maatschappelijke tegenmacht.

Die tegenmacht is hard nodig. Buiten het parlement bestaat een enorme concentratie aan macht bij de top van het bedrijfsleven die de marges van de liberale democratie bepaalt. De wil van ‘de financiële markten’ en de dreigementen van kapitaalvlucht en investeringsstop worden ingezet om de marges van het mogelijke te bewaken en het electoraat te disciplineren. Terwijl parlementair links zich neerlegt bij die alsmaar kleiner wordende marges, zeggen de Internationale Socialisten: ‘Wees realistisch, eis het onmogelijke.’

De campagne ‘Haal het geld waar het zit’ voert actie tegen belastingontduiking. Doe mee!

  • Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
  • Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.