Schoonmakers Schiphol voorkomen ontslag stakingsleider

Ze zijn een groot voorbeeld voor andere sectoren: de schoonmakers die begin dit jaar het werk neerlegden en na 16 weken staken belangrijke eisen binnenhaalden. Stakingsleider Coulibaly Kandra, beter bekend als Couly, werkt als objectleider bij Schiphol Plaza voor schoonmaakbedrijf CSU. Na de staking probeerde CSU hem te dumpen, maar dit mislukte dankzij de massale steun van collega’s. Dit is solidariteit in de praktijk.
10 oktober 2012

Door Kees Hoogendijk

Couly komt oorspronkelijk uit Mali en woont sinds 2001 in Nederland. Hij gaat via schoonmaakbedrijf CSU aan de slag als schoonmaker op Schiphol en blijkt een betrokken werknemer te zijn. ‘Ik begon te merken dat de sfeer niet goed was. Collega’s klaagden en ik vond dat er iets moest veranderen.’ Hij sluit zich aan bij FNV Bondgenoten en wordt kaderlid.

Inmiddels is CSU zo tevreden over Couly dat hij van voorman wordt gepromoveerd tot objectleider, een leidinggevende functie. Maar van meet af aan botert het niet tussen hem en zijn chef, de rayonleider. ‘Hij mocht mij gewoon niet, waarschijnlijk omdat ik altijd opkom voor collega’s. En dus ging hij mij al voor de staking in de gaten houden. Alles van mij nagaan op Facebook, heel intimiderend.’ Maar Couly zet door en wanneer de schoonmakers het werk neerleggen vertelt hij zijn chef dat hij ‘staakt zolang als het nodig is’. Couly wordt stakingsleider en daarmee een bekend gezicht in de strijd die uiteindelijk 16 weken duurt.

Als er in mei een akkoord wordt bereikt, komt Couly terug als objectleider bij Schiphol Plaza. Van een warm onthaal door zijn leidinggevende is bepaald geen sprake. ‘De situatie begon steeds vervelender te worden. Hij had geprobeerd een aantal collega’s tegen mij op te zetten. Hij probeerde me ook neer te halen tijdens mijn functioneringsgesprek, maar ik heb altijd hard en goed gewerkt.’ Tijdens een werkoverleg loopt de situatie uit de hand. Zijn chef begint te schreeuwen en het wordt Couly te veel. ‘Ik zag alleen maar zwart. Mijn hele lichaam begon te trillen en ik raakte volledig in paniek. Ik moest door een aantal mensen rustig worden gemaakt. Ongelooflijk wat ze kunnen doen om iemand gek te krijgen.’

Ook CSU ziet in dat het zo niet langer kan. Maar niet zijn chef, maar Couly zelf ondervindt de gevolgen. CSU wil hem onder het mom van ‘een structuurwijziging in de aansturing op Schiphol Plaza’ overplaatsen als objectleider bij Schiphol Oost. Volgens CSU hoort dit bij de zogenaamde ‘verbeterslag’; dat Couly een vooraanstaand vakbondsman is, heeft hier niets mee te maken.

Couly’s collega’s denken daar heel anders over en komen in actie. Er worden steunbetuigingen opgehaald onder collega’s. Zowel zijn directe collega’s, als andere afdelingen op Schiphol zetten handtekeningen. Ze beseffen dat als bazen een stakingsleider kunnen ontslaan, iedereen vogelvrij is.

Solidariteit

Ook beveiligers, winkelpersoneel, stewards en stewardessen tekenen de petitie. Het zijn tenslotte allemaal medewerkers op Schiphol en de staking van de schoonmakers heeft indruk gemaakt. De steun komt zelfs van buiten Schiphol, vertelt Couly. ‘In de schoonmaaksector ken ik door de staking veel mensen. Ik kreeg steunbetuigingen van schoonmakers uit verschillende plekken in het land waaronder Groningen, Heerlen, Rotterdam, Eindhoven en Almere. Ik wist wel dat ik op steun kan rekenen, maar dat het zo massaal zou zijn, had ik nooit verwacht.’

Het is precies deze dynamiek die de druk opvoert en CSU uiteindelijk overstag krijgt. Het bedrijf wil niet steeds negatief in het nieuws komen en wil niet dat de acties groter worden. Al na de eerste flyeracties geeft CSU aan toch weer in gesprek te gaan zolang het personeel maar stopt met de acties. Couly, die op dit moment ‘om de rust te bewaren’ tijdelijk als objectleider op Schiphol Oost werkt, mag dan ook terugkomen.

Volgens Couly is duidelijk wat CSU hiermee wilde bereiken. ‘Ik ben niet de enige. De bazen bij CSU hebben echt schijt aan alles. Ze proberen alle stakingsleiders te intimideren en dat moet stoppen.’ Couly’s verhaal is dan ook een erg goed voorbeeld van hoe belangrijk strijd is en wat solidariteit in de praktijk betekent.

Hij is niet van plan om zich gedeisd te houden na alles wat gebeurd is. ‘Ik heb altijd mijn collega’s verdedigd en als morgen iemand ontslagen dreigt te worden zal ik er weer staan. Een werkplek is geen strafkamp. Het ging tijdens de staking om respect. Het recht op respect moeten we verdedigen en daarom moeten we nu met z’n allen meer dan ooit een vuist maken.’

  • Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
  • Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.


.