Europa gevangen in een neerwaartse spiraal

Na de destabilisering van Griekenland, zien nu Spanje en Cyprus zich gedwongen om een beroep op de Europese reddingsfondsen. Een van de tekenen van hoe serieus de eurocrisis is geworden, is de korte duur van de verlichting die elke nieuwe ‘oplossing’ brengt.
4 juli 2012

Door Alex Callinicos

Bij de recente ‘redding’ van Spanje beloofde de eurozone de regering bijna €100 miljard te lenen om hun banken te herstructureren. Binnen een paar dagen schoten de rentetarieven op de Spaanse staatsschuld tot boven de 7 procent, een niveau dat economen als onhoudbaar beschouwen. Toen kwam de krappe overwinning van de Griekse conservatieven, Nieuwe Democratie, in de algemene verkiezingen van 17 juni. De markten leefden op, maar niet voor lang.

Daarop volgde een vlaag van enthousiasme over het plan om twee garantiefondsen (waarvan er een nog niet eens bestaat, maar wat doet het ertoe?) de Spaanse en Italiaanse staatsschulden te laten opkopen. Maar aan het eind van vorige week dumpte de Duitse kanselier Angela Merkel dit voorstel in een bureaulade tijdens een bijeenkomst met vertegenwoordigers van Frankrijk, Italië en Spanje.

Wat de crisis nu voortstuwt, is wat een marktanalist een ‘doom loop’ noemde, die de regeringen en markten aan elkaar bindt. In Europa begon de financiële crisis met een hausse van leningen aan de kant van de banken halverwege het afgelopen decennium. In Spanje bijvoorbeeld financierden regionale spaarbanken (cajas genaamd) een vastgoedzeepbel die een groot deel van de Spaanse kust omvat, meestal onder een hoedje met lokale politici.

Deze zeepbellen waren grotendeels onafhankelijk van de subprime-zwendel in de Verenigde Staten – al hebben de Duitse regionale staatsbanken wel het equivalent hebben gekocht van de Brooklyn Bridge aan wat waardeloze kredietderivaten bleken te zijn, van gewetenloze Wall Street-banken.

Toen de crisis toesloeg in 2008, pompten Europese regeringen geld in de banken. Maar veel van de verliezen die de banken maakten, werden in de doofpot gestopt. Staatsleningen stegen enorm, gedeeltelijk vanwege de reddingsoperaties, maar vooral omdat de recessie van 2008-9 de staatsuitgaven vergrootte en de belastinginkomsten terugdrong.

Daarop volgde een reeks aan staatsschuldencrises – in Griekenland, Ierland, Portugal. De Europese Commissie samen met de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zetten ‘reddingsoperaties’ op. Deze hielden de stroom aan terugbetalingen in stand aan de Noord-Europese banken die het gros van het geld in eerste instantie had uitgeleend.

Maar de bezuinigingsprogramma’s die werden opgezet als voorwaarde voor deze ‘reddingen’, duwden de betrokken economieën in een neerwaartse vicieuze spiraal. Hier hoorde ook Spanje bij, dat formeel nog niet was ‘gered’. De speculatie dat Griekenland de eurozone zou verlaten, destabiliseerde de zwakkere economieën nog verder.

Het ECB probeerde afgelopen winter de zaak te redden door bijna €1000 miljard voor drie jaar goedkoop uit te lenen aan de banken. Banken hebben veel van dit geld gebruikt om staatsschulden op te kopen. Dit heeft voor iedereen uitstel opgeleverd, maar h

et heeft banken en regeringen des te kwetsbaarder gemaakt voor elkaars ineenstorting. Ook andere euro-economieën worden hierin getrokken.

De rentetarieven op de Italiaanse staatsschuld zijn omhooggeschoten. Er zijn geruchten dat Silvio Berlusconi van plan is terug te keren in de Italiaanse politiek met de belofte Italië uit de euro te halen. De bedragen die nu nodig zouden zijn om de gaten te vullen zijn enorm. De econoom Gavyn Davies heeft berekend dat Spanje en Italië ruim €600 miljard nodig hebben om hun begrotingstekorten en uitstaande schulden te dekken. Dit bedrag ligt waarschijnlijk boven de capaciteit van de reddingsfondsen.

Dit is niet alleen een financieel probleem. De meeste economieën in de eurozone krimpen al maanden. Alleen de robuuste Duitse economie houdt de regio draaiende. Maar de meest recente indexen van inkoopmanagers voorspellen een scherpe krimp van de Duitse industriële productie.

Grote economische crises als deze werken als een enorme röntgenstraal, en maken structurele problemen zichtbaar. Een van de grootste problemen ligt in de eurozone, een neoliberale constructie die diende om de dominantie van het Duitse kapitalisme te versterken. De waarschijnlijkheid dat deze constructie ineenstort blijft groeien.

Dit artikel is een vertaling van de Socialist Worker.

  • Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
  • Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.